Peloponnesos 2010


Rondreis Pelopennesos Mystras -Neapoli - Nafplio - Tolo - Epidavros

Van maandag 17 mei tot en met vrijdag 28 mei 2010


Hotel Bakos Loutraki | Ξενοδοχείο Μπάκος Λουτράκι | Greece



Griekenland, Peloponnesos

De Peloponnesos of Peloponnesus (Grieks: Πελοπόννησος, Pelopónnisos) is het grootste schiereiland van Griekenland, en ligt ten zuiden van het Griekse vasteland. Het wordt daarvan gescheiden door de Golf van Korinthe en de Golf van Egina en ermee verbonden door de (10 km brede) Landengte van Korinthe. Deze landengte wordt weer doorsneden door het Kanaal van Korinthe. De oppervlakte bedraagt 21.379 km², ongeveer de helft van Nederland. Het is een bergachtig landschap met toppen tot meer dan 2000 meter. Vruchtbare akkers liggen tussen de bergketens. De Peloponnesos is onderverdeeld in landstreken. Enkele benamingen waren al bekend in de oudheid, b.v Argolis, Arkadia en Lakonia. Maar ook plaatsnamen zoals Olympia, Sparta, Epidaurus, Mystras en Mycene. De Saronische eilanden liggen ten oosten van het schiereiland, en de Ionische Eilanden ten westen en zuiden ervan. Enkele ervan liggen niet ver van de kust, zoals het eiland Kythira bij de zuidoostelijke punt van de Peloponnesos. Tussen Kythira en Kreta ligt het veel kleinere eiland Antikythera. Het is genoemd naar de Griekse held Pelops, het woord nesos betekent eiland, hoewel de Peloponnesos een schiereiland is. Bij de uitspraak van het Griekse woord Pelopónnisos ligt de hoofdklemtoon op de derde lettergreep.

In de oudheid was de Peloponnesos onder andere van belang vanwege het feit, dat de stad Sparta, lange tijd een rivaal van Athene, hier lag. De ruïnes van de oude stad liggen nu dicht bij de plaats Mystras. Verder was het oude Korinthe ook een zeer belangrijke stad. De ruïnes van deze oude stad, archaia Korinthos, liggen dicht bij de moderne stad Korinthe. Verder was het heiligdom van Hera, een godin uit de Griekse mythologie, te Argos ook beroemd. In diverse plaatsen op de Peloponnesos waren heiligdommen aan haar gewijd.

Men kan per trein op het schiereiland rondreizen. De trein rijdt langzaam, vaak ongeveer 40 kilometer per uur, maar de treintarieven zijn zeer laag in vergelijking met die in veel andere Europese landen. Er is een goeie treinverbinding van het vliegveld in Athene naar Korinthe die ooit doorgetrokken zal worden naar Patras. Verder reist heel Griekenland per airco bus. Deze rijden zeer regelmatig en zijn erg goedkoop. Een enkeltje Athene-Kalamáta bijvoorbeeld kost (augustus 2007) 19,80 euro. Wel is het zaak te reserveren want vooral de langeafstandbussen zijn snel vol geboekt. Een groot deel van het schiereiland is veel minder toeristisch dan andere plaatsen in Griekenland en het heeft een zeer rijke flora. In het zuidwesten rondom Kalamáta groeien duizenden en duizenden olijfbomen.

De stad Patras in het noorden is een belangrijke havenstad, met een regelmatige veerverbinding met onder meer de Ionische Eilanden Korfoe en Ithaka. Bij Patras ligt een nieuwe tolbrug over de Golf van Korinthe naar 'het vasteland' van Griekenland.

Arcadia is een bergland in het hart van de Peloponnesos. Sinds de Middeleeuwen wordt de Peloponnesos ook wel eens Morea genoemd.


Maandag 17 mei 2010: Vertrek naar Athene

We staan niet te laat op, om 08:00 en doen nog wat thuis. Alles stond al klaar dus Eef heeft niet veel werk om in te pakken. Timo had in het weekend het huis en de tuin proper gezet, dus dat was allemaal ook in orde. De laatste dingen worden nog in orde gebracht: vuilbakken, toiletten en dergelijke, alles is op tijd in orde, voor wanneer Maurits ons komt halen. Het is nog een beetje spannend wanneer we horen op de radio dat de vulkaan op Ijsland nog wat zot aan het doen is en dat enkele luchthavens toe zijn: Oostende, Amsterdam en bijna alles in het Verenigd Koninkrijk. Maar we vertrekken toch rond 11:00 naar Zaventem met taxi Bellon en komen daar vlotjes toe, geen file. De check-in verloopt ook vlot, dus we zullen wel kunnen opstijgen. De eerste keer in onze reiscarriere staan we bij de foute douane controle: we moesten naar A55 en stonden bij gates B, goed fout, te veel aan het tetteren. De  check van de handbaggage gaat ook vlotjes, weinig volk en geen van ons beide moet zich laten fouilleren: OK’kes.

We wandelen richting gate A55 en zien al direct dat we verhuisd zijn naar gate A53, dus we drinken nog een pintje in de luchthavenbar: beter gezegd een halve liter Blonde Leffe. We eten er ook een kleine croque kip bij en dan gaan we naar de gate om in te checken. De gate is ondertussen al opnieuw veranderd naar A58 en daar komen we te weten dat er al een half uur vertraging is. Dat is wel wat minder, want we moeten toch nog een 100 kilometer rijden eens we in Athene zijn. Niet te veel van aantrekken en genieten van het moment. Uiteindelijk kunnen we boarden rond 14:00, terwijl we al om 13:20 hadden moeten opstijgen. Dus in totaal met iets meer dan een uurtje vertraging gaan we de lucht in. We drinken iets op het vliegtuig (een slechte Amstel) en krijgen zowaar eten: ook niet echt lekker maar dat weet je op een vliegtuig. We slapen wat, Eef legt zich op de laatste zetel en Timo heeft nu ook wat meer plaats, 3 zetels, schitterend. Na een vlucht van een kleine drie uur komen we twee uur later dan origineel gepland aan in Athene. De vlucht was normaal om 12:20, was verlaat naar 13:20 en dan was er nog een uur vertraging. We landen echter zonder problemen en hebben direct onze bagage, dus we stappen dan ook direct verder naar Hertz, want daar hebben we voor de komende tien dagen een auto gehuurd, de kleinste die er is.

De kleinste die er is, blijkt een groene Chevrolet Matiz te zijn, we halen die op en kunnen na een dik kwartier vertrekken richting Korinthe. De bedoeling is daar in de buurt een hotelletje te vinden en Timo dacht dat we vlakbij het Kanaal wel iets zouden vinden. Na een rit van een uur en twee peages komen we aan bij het Kanaal van Korinthe. Hier is geen enkel hotel, alleen enkele restaurantjes, maar daar zijn we niet naar op zoek. We beslissen om even door te rijden naar Loutraki in de hoop daar een goedkoop hotel te vinden. We zien een bordje naar hotel Bakos, parkeren de auto en gaan dan te voet op zoek naar dat (hopelijk goed) hotelletje. We vinden het relatief snel en betalen hier voor een kamer slechts 50 Euro met ontbijt. Direct beslissen we dit te doen. Alletwee hebben we direct ook het Grieks terug wat meer te pakken en doen de volledige uitleg in het Grieks. De hoteleigenaar raadt ons een taverna aan vlakbij: hier naar links, dan eerste rechts en daar moet je het vinden: Estiatorio Filippas. We zetten ons neer, bestellen een liter chima, krijgen een liter water en eten choriatiki, tzatziki, gavros en haddock (weer vergeten welke vis dit is in het Nederlands, schelvis volgens wikipedia). We amuseren ons kostelijk en het eten is echt heel erg lekker.

Tegen 22:00 gaan we terug naar de hotelkamer, kopen een paar Mythos en drinken die op op ons luidruchtig terrasje. De straat waar we slapen is best wel druk, met veel auto’s en brommers, zelfs op een maandagavond. Een half uurtje zitten we hier, schrijven het verslag en gaan dan slapen. Een dagje reizen vermoeit een mens wel, dus we slapen goed. Note to ourselves: de auto had 12133 kilometer op de teller toen we die ophaalden.


Dinsdag 18 mei 2010: Richting Mystras en uitstap Gythio

Het plan was rond een uur of acht op te staan en dat lukt tamelijk goed. Om half acht gaat Timo al even van de opkomende zon genieten op het terras, Eef slaapt nog iets langer tot iets na acht. In de hotelkamer is ontbijt inbegrepen (50 Euro voor een diklino), dus onze eerste actie van de dag is naar de kelderverdieping om iets te eten en te drinken. Koffie met een fruitsapje, brood en cornflakes. We hebben niks uitgepakt voor deze ene nacht dus inpakken hoeft ook niet en direct na het ontbijt vertrekken we richting Mystras. We stoppen even aan het kanaal van Korinthe voor nog een foto’tje. Het waait hier ongelooflijk erg, zelfs bijna stormniveau. Er is wat bewolking, maar de temperatuur is best wel OK. Na het kanaal nemen we de autostrade en komen twee keer péage tegen, net als gisteren. Het is nooit erg veel, een paar Euro, maar het vlot wel lekker tegen 110 km/uur. De Chevrolet Matiz doet al boven de 4500 toeren bij een snelheid van maar 120, dus we houden het steeds beneden de 4000 toeren, anders kunnen we nog ongelukken tegenkomen.

Het duurt ongeveer een klein uurtje eer we Tripoli bereiken en daar kiezen we richting Sparta en van daar moeten we nog een 6 kilometer naar Mystras. De rit verloopt vlotjes met de bijhorende wegenwerken. We denken soms dat er in België veel wegen geblokkeerd zijn door werken, maar hier is het net zo. Enkele tunnels verder arriveren we in de buurt van Sparta. Dat is echt wel een groot deel van onze geschiedenis, maar Sparta is gewoon een Griekse moderne stad met een Griekse drukte, zo hoort het hier ook. Van hier is het nog een klein eindje naar Mystras en we volgen de pijlen zonder problemen. De weg leidt ons direct naar het centrum met een mooi pleintje en even een kleine detour en dan parkeren we de auto en gaan op zoek naar een pension om de komende drie nachten te slapen. Er is niet zo veel mogelijkheid om te slapen; één direct aan het pleintje met een grote plataan en iets verder nog ‘rooms to let’. Daar spreekt een oude vrouw ons aan of we op zoek zijn naar een ‘domatio’ en ja voor 35 Euro kunnen we hier bij Christina ‘The vamp of Mystras’ logeren de komende drie nachten.

We bekijken de kamer even snel, groot, een gemeenschappelijke douche, maar we zijn hier alleen, een pieteklein terrasje met zicht op de vlakte van Sparta, maar alles is proper en we gaan dit nemen. Christina geeft ons direct een portokali (vers fruitsap) en dan kunnen we ons installeren. Snel leggen we alles op de bedden en gaan iets drinken. Wat zullen we nemen: het is nog maar 11:30 dus ouzo of iets dergelijks is uit den boze, anders liggen we al de hele namiddag op bed om te bekomen. We nemen twee frappé en bespreken wat we de komende dag en volgende dagen zullen doen. Vandaag gaat de rit nog even naar Gythio en morgen blijven we hier voor de opgravingen en de dag erna gaat de rit naar Sparta zelf. Dat is snel beslist.

Rond een uur of één rijden we naar Gytio, dat is ongeveer een 42 kilometer van Sparta langs een mooie weg met links en rechts bergen. Het zicht is echt prachtig, bijna even mooi als het uitzicht vanop ons terras: voor ons een vlakte met in de verte enkele heel erg hoge bergen en achter ons een burcht met kloosters (voor morgen te bezoeken) en de hoogste berg van de Peloponnesos. Qua uitzichten is het hier echt schitterend. Buiten dat is de temperatuur ook wel dik OK en na een kleine uurtje met een aantal gemolesteerde flitspalen komen we aan in het stadje. We zoeken even een 20 minuten naar het theater, vinden het natuurlijk (op z’n Grieks) niet en gaan dan een kleine lunch kopen in een mini-market: brood met kersen en twee nectarines. Die eten we op aan de zee, want we zien nu de kust: Gythio is een klein stadje met een dito haven. Er staat heel erg veel wind, maar de zon schijnt en we genieten van elk moment. We wandelen door de straten, langs de kade, maar verder is hier niet echt zo erg veel te zien.

De straten hier worden gekenmerkt door een heel erg aanwezige vuilnisbelt. Op elke hoek van de straat staat wel een vuilzak of een hele hoop vuil. Proper is het niet: het lijkt wel alsof de lokale vuil-ophaal-dienst enkele weken in staking is gegaan, maar met de economische problemen die Griekenland nu kent zou dit geen echt grote verrassing zijn.

Zo rond een uur of vier vertrekken we terug richting Sparta, daar komen we na enkele flitspalen ontweken te hebben aan en zoeken een supermarkt voor pintjes, retsina, ontbijt en een klein beetje rigani-chips. Dat zullen de belangrijkste ingrediënten zijn van onze avonden en ochtenden hier in Griekenland. Het duurt even eer we het systeem van PLU doorhebben in de supermarkt voor het fruit, maar een geluk dat Timo horeca-ervaring heeft, anders stonden we er nog te klungelen.

We vinden zonder problemen de weg naar Mystras terug (goede wegwijzers) en trekken iets warmer aan in onze kamer. Vlakbij deze hoge bergen kan het best wat frisjes worden als de zon weg is. Er hangen zware donkere wolken boven het gebergte, af en toe komt de zon er nog wel door, maar op het terrasje van ‘Estiatorio Kastro’ vinden we die zon niet altijd. De wind waait heel strak, dus uit de zon is een ouzo drinken niet altijd even aangenaam. De ouzo smaakt echter heeeeeeel erg goed, met wat ijs en wat water en we krijgen er zelfs een beetje gewone chips bij. Dan wordt het wel een beetje frisjes voor T (ja, zelfs voor hem), want de zon is weg, met een short en T-shirt is er wel wat kippevel aanwezig.

Even stoppen voor een pakje sigaretten, enkel Marlboro Light, dan terug naar de kamer, lange broek aan doen en verslagje schrijven met een Mythos uit blik, een pakje chips rigani en een ongelooflijk relaxed gevoel. Met een zicht als dit kan je best wel 100 jaar worden. Alleen moeten ze dan wel een beetje munt-sigaretten importeren. Tja een mens kan niet alles willen. De ouzo en de Mythos beginnen hun werk al vlotjes te doen, dus een douche dringt zich aan. Eef doucht zich eerst en dan is het de beurt aan den T. Straks nog een klein hapje eten en vooral genieten van de avond en van het verlof hier in Hellas.

Wanneer we allebei klaar zijn wandelen we richting restaurant, waar we deze middag frappé dronken en daarnet een ouzo en nu drinken we chima lefko, bestellen nog een chima lefko en bestellen dan iets om te eten: de calamaria zijn uit de diepvries, dus we nemen een souvlaki kotopoulo met een beetje chorta en piperies. De rode pepers zijn opgelegd en dan wat verwarmd, maar echt heel erg lekker. Natuurlijk smaakt het ons en we babbelen nog wat over vanalles, keren terug naar onze kamer en babbelen verder bij een Mythos. Tamelijk laat gaan we pitten en raken moeilijk in slaap. Het bed piept een beetje en het minste dat één van beide beweegt is de ander wakker. De luiken zijn ook niet dicht genoeg zodat het niet volledig duister is in de kamer. Maar ja, als het nodig is doen we morgen een siësta.


Woensdag 19 mei 2010: Mystras en zijn vindplaats

We zijn al wakker om half acht ’s morgens, de zon schijnt al binnen in de kamer, want de luiken zijn niet volledig dicht, zoals gisteren al gezegd. De hanen kraaien al en de hele nacht hebben enkele honden een serieus lawaai gehouden, zodat onze nachtrust niet echt optimaal is geweest. Maar, ... we zijn nog jong en kunnen daar wel tegen. We staan dus op tijd op, eten een boterham met kaas, salami en ketchup op een geïmprovieerde ontbijttafel, lees: frigo, en zitten een beetje op ons terras te genieten van het mooie zicht. Vlak voor ons zien we de vlakte van Sparta, de stad zelf en verder de bergen. Helemaal van links naar rechts strekt zich een hoge bergkam uit met witte wolken erboven, schitterend gewoon. Koffie hebben we niet, dus die moeten we in restaurant Kastro nog even tot ons nemen. Net als ons ontbijt genuttigd is komt Christina, onze gastvrouw, ons twee verse fruitsapjes brengen. Die drinken we ook nog op net voor we de koffie gaan drinken.

We vertrekken na de koffie direct naar de vindplaats iets hogerop: dat moet echt wel de moeite zijn. We rijden naar de benedenparking, laten de auto hier en verkennen de site. We starten bij de Evangelistria-kerk en wandelen zo naar het bisschoppelijk paleis. De site hier is een Byzantijns bastion, waar enkele kerken zijn, een groot paleis onder renovatie en een kasteel op de top van de berg. We kunnen in bijna geen enkele kerk binnen, want we waren natuurlijk aangepaste kledij vergeten, stom hé. De weg leidt ons naar omhoog naar de Afendiko-kerk en vandaar naar het Pandanassa-klooster. Hier gaan we wel snel even een kijkje nemen met een doek die hier hangt rond onze schouders. De kerkjes zijn klein, van buiten heel erg mooi, maar de binnenkant is meestal niet veel soeps. Dat kan echter niet gezegd worden van het klooster. De muurschilderingen zijn echt schitterend en de ex-voto’s hangen hier verspreid aan de iconen. Die dienen om mensen te genezen of om geluk te brengen aan mensen met een risicovol beroep zoals vissers en dergelijke.

We nemen een steile weg van het klooster terug naar de uitgang en nemen daar de auto naar de tweede ingang voor het hoger gelegen kasteel. Vlak voor ons komt er net een groep Duitsers toe, dus we nemen eerst een andere route dan hen. Op een klein kwartier zijn we boven en genieten van het uitzicht. De vlakte voor ons en de rotsachtige bergen achter ons: het is gewoon prachtig. We strompelen hier even rond en zetten dan onze stappen terug naar beneden om zo nog een kerkje te bezichtigen, de Aja Sofia en de Agios Nikolaos. Het paleis wordt al enkele jaren gerenoveerd, dus het is een beetje spijtig dat het grootste monument op de site niet kan bezocht worden. We eten bij de Aja Sofia een perzik, drinken een beetje water en na een drie uur hier rondgelopen te hebben, keren we terug naar de auto. Van hier gaat de weg terug naar Mystras centrum.

Eef wil op haar gemak met een Mythos een boek lezen, Timo gaat tegelijkertijd op zoek naar sigaretten in Sparta city. In de stad is het een drukte van jewelste, Timo staat zelfs even in de file door een ongeval met een BMW en een Mercedes-busje. Het busje heeft de auto op de middenberm over het voetpad geduwd, maar gelukkig zijn er geen gewonden. Timo wandelt even door het stad, over de grote boulevard en langs het grote dorpsplein aan het Dymarchio en zo terug naar de auto. In een periptero koopt hij twee pakjes muntsigaretten (Salem), want in Mystras zelf  verkopen ze geen enkel merk met muntsmaak.

Hij ontvlucht de drukte van de stad en neemt de weg naar Parorio om zo hopelijk de weg naar Mystras terug te vinden. De weg leidt hem uit de stad de bergen in en dan maakt hij een serieuze omweg naar de top van de Tajgetos-berg. Het is een heel erg klein wegje dat soms heel steil omhoog of omlaag gaat tot een hoogte van boven de 2000 meter. Vanop deze hoogte lijkt het kasteel van Mystras een klein gebouw, maar het zicht op de omringende bergen en de vlakte is echt schitterend. Boven geniet hij van het zicht, rookt een sigaretje, enkel omringd door de geluiden van de vogels en de rust van de bossen, echt een aanrader om te relaxen. Hij is al meer dan een uur weg en wil Eef niet ongerust maken, dus keert dan terug naar Mystras en komt uit aan een wegje vlakbij het pension. Timo parkeert de auto en gaat naar het terrasje waar hij afgesproken heeft met Eef. Die is net bezig aan haar tweede Mythos, Timo drinkt er nog twee mee, probeert van de pistache-nootjes te blijven die op tafel staan, maar slaagt daar niet echt goed in.

Het is ondertussen al bijna drie uur in de namiddag en zoals het goede Grieken betaamt doen we een korte siësta. Timo schrijft het verslag met een Mythos, Eef rust een beetje, dan last Timo ook een korte rustpauze in. We vinden het langs de ene kant een beetje spijtig om onze tijd hier te verslapen, maar het is echt een verkwikkende rust. We hebben ondertussen besloten om hier geen drie nachten, maar slechts twee te blijven. Straks laten we Christina weten dat we morgen weg zijn en dan gaat het naar het oosten om daar aan de kust de hele streek te verkennen. Hopelijk vindt ze het goed, maar dat zal wel zeker.

We kunnen kiezen wat we nu gaan doen, hier nog een pintje drinken of op een terrasje een aperitiefje tot ons nemen. Het wordt het laatste. Een flesje ouzo Plomari, dan iets bestellen om te eten: kolokithokeftedes, een choriatiki en moussaka. Eef wou gisteren al zo’n courgettenballetjes, maar we wilden geen 5 gerechtjes bestellen, dus nemen het vandaag. De moussaka is echt heel erg lekker met een klein beetje kaneelsmaak en echt aardappelen als onderste laag. Soms maken ze ook puree en gebruiken dat als basislaag, maar met echte patatjes is het toch lekkerder. We drinken nog twee karafjes witte wijn en genieten van het eten op een terras: thuis konden we nog maar één keer buiten eten, dus nu genieten, wel met een jas aan, maar het is toch heel erg aangenaam als de wind is gevallen en zoals steeds valt die na zeven uur. Op ons eigen terras drinken we nog de twee flesjes retsina (Malamatina en Kourtaki), babbelen nog wat en gaan dan slapen.


Donderdag 20 mei 2010: Verplaatsing naar Neapoli

Dit verslag wordt geschreven met zicht op de baai van Lakonikos, de haven en de site van Monemvassia: we hebben al op slechtere plaatsen gezeten, dit is echt schitterend. Hoe we hier komen, kan je hieronder lezen.

Onze dag begint om tien over zeven, wanneer we wakker worden opnieuw door het geblaf van honden, het gekraai van de hanen en het licht van de zon. Het lijkt een normale Griekse vakantiedag te worden. We ontbijten op ons terras net als gisteren: brood met kaas, salami en ketchup en drinken er wat water bij. Koffie kunnen we hier niet maken en we willen ook Christina niet te erg lastigvallen om koffie te maken voor ons. Wanneer we alls ingepakt hebben, gaan we onze kamer betalen en krijgen nog een versgeperst fruitsapje, zodat we onze reis goed kunnen aanvatten. We krijgen nog een ‘Kalo Dromo’, drinken nog een laatste koffie bij Kastro en zetten dan koers naar Sparti om zo naar Neapoli te rijden. In Sparti staat Neapoli al aangeduid met een 112 kilometer. We rijden door de bergen met vele olijf- en appelsiengaarden. Het gaat omhoog en omlaag door de bergen. We volgen richting Krokees en zo via Skala naar het zuiden van deze punt van de Pelopenessos.

In Skala kunnen we twee richtingen kiezen, een kleine gele weg of de grotere rode. We zouden de gele willen volgen, want die loopt de hele tijd langs de kust, maar die is onderbroken en dus moeten we wel de grotere nemen. Via Velies en Demonia racen we door de bergen richting Vinglafia, waar de overzet is naar het kleine eilandje Elafonissos en vanaf dit punt is het nog maar ongeveer 11 kilometer naar Neapoli. Na een rit van twee uur bereiken we Neapoli. Dit stadje ligt aan de kust en het is er tamelijk druk en er staat een strakke wind. Die wind is deze vakantie alom tegenwoordig, langs de kust, in de bergen, eigenlijk overal. Neapoli bestaat uit een grote straat langs het ‘strand’ en enkele kleinere straatjes de stad in. Het geeft ons een beetje een vergane indruk. We zetten ons even neer op een terrasje om te beslissen wat we zullen doen. Blijven we hier en zo ja hoeveel dagen. Met de hulp van de Trotter nemen we samen de beslissing om hier niet te blijven, wel een daguitstap te doen naar Elafonissos, maar nu verder te rijden naar Monemvassia.

Een frappé en een klein half uurtje later om iets na twaalf ’s middags nemen we terug de Matiz en rijden een stukje dezelfde richting vanwaar we komen. Bij het dorpje Kriovrisi nemen we een kleine weg naar Monemvassia, rijden enkele bergkammen over met prachtige vergezichten, soms zien we de zee vanuit de hoogte, op andere momenten zijn er enkel kale bergen te bespeuren. Wanneer we de daling inzetten naar de kust, verdwijnen deze kale hellingen en worden vervangen door immens veel olijfbomen. Hier staan enkele wegwijzers naar de olijfolieindustrie en dat is niet verwonderlijk. Een uurtje duurt het eer we terug langs de kust rijden op zeeniveau en dan ineens komen we uit een bocht en schrikken van het zicht en wel in positieve zin. Voor de kust staat een hele grote berg, daar is een archeologische site en de ruïnes van een kasteel op de top.

We rijden verder richting het centrum en zien een heel erg lieflijk visserdorp met veel taverna’s, rooms to let en enkele hotels. Dit is het, hier blijven we en wat zijn we blij dat we niet in Neapoli gebleven zijn, maar hiernaartoe gereden hebben, hoewel dat nog een uur extra autorijden is geworden omdat de wegen zo door de bergen slingerden tegen een gemiddelde snelheid van 50 ongeveer. We parkeren de auto op de parking vlak voor de brug, die de haven verbindt met de berg en de site. We wandelen langs het water op zoek naar een plaats om te slapen de komende drie dagen en vinden die bij ‘Antonakos Rooms to let’. Hij vraagt 40 Euro per nacht en we beslissen dan maar snel om hier te blijven: de kamer is niet erg groot, de badkamer nog kleiner, maar er is een heel erg klein keukentje met frigo en een immens groot terras met zicht op de haven en de berg vlak voor de kust: schitterend adresje en een heel erg vriendelijke man, die zegt dat we heel zuiver Grieks spreken.

Eef pakt het belangrijkste uit en dan is het tijd voor een slenter-moment en om iets kleins te eten en zeker te drinken. We kregen dorst van de moeilijke beslissingen te nemen: in Neapoli blijven of niet, welke kamer te nemen, dat zorgt allemaal voor serieus wat stress J, dus een drank-moment biedt zich aan. We stappen het dorpje in en zien na minder dan 5 minuten al een pittatentje. Ja, hier stoppen, een Mythos drinken en een pitta gyro en kotopoulo eten in de wind, uit de zon met zicht op zee. We zitten hier echt heel goed. Komt er nog bij dat de pitta’s heel erg goed zijn: vlees, tomaten, frietjes, ajuin en dan wat tzatziki erbij: lekker. We genieten van het goede weer en doen een korte wandeling langs het strand en keren dan terug naar de kamer. Eef leest verder in haar boek en Timo schrijft het verslag en back’t de foto’s up.

Eef rust een beetje, maar Timo heeft eigenlijk geen zin om niks te doen, dus hij beslist om een wandeling te maken naar het oude dorpje. Hij wandelt langs het strand, langs de berg naar boven en heeft een prachtig zicht op de zee en de bergen in de verte. Timo spot een boomklever die aan het jagen is op insekten, een heel mooi vogeltje en eigenlijk best een tamelijk zeldzame soort. Hij wandelt verder naar het begin van de Middeleeuwse stad, maar gaat er niet binnen omdat hij vermoedt dat er inkom voor moet betaald worden. Hij wandelt terug naar de kamer en ziet Eef al vanaf de haven zitten. Zij is al helemaal klaar voor het avondeten, gedoucht en al, dus Timo haast zich (op z’n Grieks) en doucht zich ook om dan naar een kafenio te wandelen halverwege de haven.

We drinken een karafaki ouzo Plomari met een chtapodi psito, lekker, lekker, lekker. Dan gaan we verder voor het echte avondeten, doen eerst nog een klein beetje inkopen: koffie, fruit, water en melk, zetten alles af op de kamer en stappen dan naar Psarotaverna Skorpios, twintig meter van de deur. Het is hier best druk, één tafel rekent net af en vier andere zijn bezet. De katten hebben hier de dag van hun leven, want ze krijgen van elke tafel wel iets en er zitten er dan ook best veel: zeven hebben we er geteld. We eten garidokeftedes (lees: garnaalkroketten, maar in het Grieks smaakt het veel beter) met chorta en bestellen dan een gevulde kalamaraki. Die is opgevuld met feta, tomaten en paprika, echt heel erg lekker en dat maakt een dag perfect. Een beetje chima lefko erbij en dat is the finishing touch. Eerst een pita, dan octopus en dan een gevulde kalamaria, echt super en dat allemaal op een schitterende lokatie.

Op de kamer nog even alle foto’s bekijken van de laatste dagen, een Mythos drinken, even een paar minuutjes TV kijken en dan gaan slapen. Het is ondertussen al iets voorbij elf, dus voor op vakantie best al wel laat. We doen de boeken toe rond half twaalf en slapen goed.


Vrijdag 21 mei 2010: Middeleeuwse stad en snorkelen

We zijn om zeven uur ’s morgens al wakker. We hebben beide een missie: Eef zet koffie, da’s niet moeilijk en Timo zoekt een bakker om brood te kopen: eigenlijk ook niet moeilijk, gewoon de straat uit, vlak naast (dipla) de bank van Hellas, een brood kopen, iets verderop twee tomaten en voor 1 Euro hebben we een lekker ontbijtje. Koffie met nog wat kaas, salami, tomaat, ketchup en we genieten van het ochtendzonnetje. Iets later genieten we niet meer van de zon, maar begint het serieus te onweren. We veranderen onze plannen en gaan niet te voet naar de oude stad, maar nemen de auto om de planning van morgen te doen: Cave van Kastania en Elafonissos. We doen nog een poging, maar wanneer we aan de haven zijn begint het opnieuw te donderen en te bliksemen, dus we gaan effectief voor plan ‘Grot en Eiland’. De auto staat voor de deur, we doen allebei onze lange broek aan en stevige schoenen, want het weer laat eigenlijk niks anders toe deze ochtend.

We zijn hier al rond 09:30 weg en rijden naar Neapoli, daar zijn we gisteren ook al geweest, denken we. Eens we een grote hoogte hebben bereikt is het zicht niks, nul komma nul. De wolken hangen vandaag zo laag dat we op sommige plaatsen eigenlijk maar een 10 meter zicht hebben. Timo rijdt ondanks het slechte zicht niet slecht door en aan de andere kant van de berg is het al stukken beter. We zien de kust al liggen, rijden naar Neapoli en vinden daar we pijlen naar de grot. Terug de bergen in, we zien op een bergkam de wolken naast ons passeren, ze gaan omhoog langs de helling en verdwijnen dan in het niets. Het zicht wordt beter, zeker in vergelijking met de bergen tussen Monemvassia en Neapoli. Dan leidt de weg naar beneden naar de kust en nu terug omhoog naar de grot.

We komen over enkele bergpassen en ineens stopt Timo tamelijk bruusk. Hij ziet een arend opvliegen vanop de weg de vallei in met een slang in de bek en Eef heeft die ook gespot. Echt een cool zicht. We doen nog even moeite om de plaats te vinden waar die arend geland is, maar tevergeefs. Het wemelt hier trouwens van de roofvogels, de ene arend na de andere passeert ons. In totaal na een trip van iets meer dan een uur komen we aan in Kastania of tenminste daar waar de grot zich bevindt. Over de bergen met prachtige vergezichten, over de ruwe rotsen en de prachtige kleine strandjes beneden, komen we aan in niemandsland. De bergen zijn hier echt heel kaal, maar hier is blijkbaar een heel erg mooie grot. We hebben erg veel geluk want die grotten zijn enkel geopend op vrijdag, zaterdag en zondag, een geluk dat we dit gisteren niet wilden doen. We moeten even een dik half uur wachten, want de gids is nog met een rondleiding bezig en alleen mogen we de grot niet in.

We drinken dus een frappé en er is hilariteit alom omdat Timo in het Grieks bestelt. De dames daar hadden blijkbaar angst om te vragen wat we moesten hebben, maar door de kennis van de Griekse taal van Eef en Timo is het geen probleem. In de zon hier is het aangenaam toeven, we drinken onze frappé op en om 11:15 worden we aangemaand om een ticketje te kopen en mee te gaan naar de ingang van de grot. Die is goed afgesloten met een ijzeren poort, hier kunnen we nog foto’s nemen, maar eens binnen mag dat niet meer. We krijgen de uitleg over een herder die de grot ontdekte toen hij water aan het zoeken was en zien het gat waarlangs hij binnengekomen is. We zien de stalagmieten en stalagtieten en ook de gordijnen, zien soms een olifant in de grillige vormen van de grot en op andere momenten een adelaar of een geisha. De grot is echt heel erg mooi vooral omdat er zo erg veel stalagtieten hangen. Als je naar boven kijkt lijkt het net of je naar de speldenkussen aan het zien bent. Het Grieks van de gids is goed en het Engels valt ook wel mee: verrassend genoeg verstaan we af en toe dingen uit haar Griekse uitleg.

De plaats waar de herder water vond en vuur heeft gestookt is hier nog steeds zichtbaar, een klein plasje water en een stuk grot dat zwartgeblakerd is. De rondleiding duurt iets meer dan een half uur en dan zijn we terug weg. Het weer is nu goed genoeg om naar Elafonissos te gaan, dus dat doen we dan ook. We rijden naar Neapoli en van daar naar Pounda waar een kleine ferry ons overzet naar Elafonissos. Het water is hier echt schitterend gekleurd en dat alleen is al de moeite om hier naartoe te komen. De overtocht duur maar 10 minuten en we verkennen snel het stadje. Een kleine haven, een kerkje en voor de rest alleen taverna’s en restaurantjes. We hebben ondertussen al een beetje honger, dus stoppen aan een taverna, die vandaag de eerste dag van het seizoen geopend is. Wij zijn zelfs de eerste tafel van de dag en dus van de ‘Kalo Kalokeiri’. We bestellen een choriatiki, sardelles, karafaki ouzo Plomari en hebben zicht op het haventje en het water. Vlak voor ons hangen de octopussen te drogen voor later deze dag, we genieten van de zon die af en  toe door de wolken komt en van het eten en het drinken.

Omdat we de eerste tafel van het seizoen zijn, geven ze ons van het huis drie kleine krabben, die we ook met heel erg veel smaak opeten. Een schitterende geste, die met dank en wat drinkgeld straks wordt aangenomen. De ferry gaat om 13:30 (al te laat) en om 15:30, die nemen we. We hadden nog een tweede flesje Plomari besteld voor Timo, dus Eef racet terug naar Monemvassia. Ze rijdt de eerste keer met de Matiz, maar natuurlijk doet ze dit met verve en rijdt ze door de bergen alsof ze het al heel haar leven gedaan heeft. Op iets minder dan een uur zijn we terug bij ons thuis, ah ja na één dag wordt elk Grieks dorpje onze thuis. We drinken nog iets op ons terras, Timo schrijft het verslag en Eef gaat een internet-café zoeken, want ze wil persé iets sturen naar haar collega-vriendinnen. We spreken af bij de kafenio van gisteren zo rond een uur of zes, dus ik moet me nu ‘haasten’ om daar op tijd te zijn. Haasten doen we niet in Griekenland by the way.

Eef zit daar al te wachten met een Alfa in de zon. Mythos hebben ze hier blijkbaar niet, dus nemen we geen Amstel, geen Heineken, maar het andere Grieks bier: Alfa. We zitten hier nog in de zon en het is best nog wel warm. De wolken van deze ochtend zijn weg en we hebben ondanks de slechte verwachtingen van vandaag toch nog een goede dag gehad. Eef had vanalles meegemaakt toen ze daarnet een uurtje wou gaan internetten met Griekse settings, toetsenbord en dergelijke, maar dat moet ze zelf schrijven.

We drinken op ons gemak het pintje (halve liter) uit, stappen dan terug naar de kamer om ons klaar te maken voor het avondeten. Echt heel erg veel eten moet er eigenlijk niet meer zijn, want deze middag met de krab, sardelles en choriatiki was er al voldoende. We gaan naar Ouzeri Korali, waar we al een pitta hebben gegeten en eten hier opnieuw een pitta (één kotopoulo en één gyro) en nog een choriatiki. Op de weg ernaartoe zien we in de haven een paar keer een kopje bovensteken. Er zit hier een turtle vast in de haven, misschien wel meerdere, want er komen veel kopjes boven water. Cool! Er is hier inderdaad op de Peloponnesos een groot broedgebied van de carretta carretta, maar dat is aan de andere kant van de bergen, in de buurt van Gythio. Daar hadden we eens moeten gaan kijken, toen we daar in de buurt waren.

Morgen geen Greek salad meer dan, want dat zou te veel na elkaar zijn: we hebben er al 2 op vandaag. We drinken Mythos hier op een terras uit de wind en ook nog op ons eigen terras en kijken naar een Bond-film op Star: The World is not Enough. Eef gaat een paar keer op muggenjacht, want ze was gisteren al gebeten en wil niet vol beten staan. Na de film gaan we slapen, het is ondertussen toch al wel na tien uur en hebben genoeg alcohol in ons bloed.


Zaterdag 22 mei 2010: Verkennen oude stad en snorkelen en niks doen

Deze nacht hebben enkele muggen ons het leven zuur gemaakt, vooral dat van Eef, want die heeft door de beten en het gezoem niet echt goed kunnen slapen. Al om half acht zet Timo zich op het terrras om de verslagjes na te lezen, de foto’s nog eens te bekijken en wireless te internettten. Dat is wel verrassend dat er hier wireless internet via de laptop toegankelijk is. Hij zoekt snel het adres op van Nafplio Diving Center, Sekeri Street in Tolo en kijkt wat mails na. Dit is stukken makkelijker dan op een oude vettige laptop zoals Eef gisteren moest doen. Echt wel straf. In Mystras had Timo het ook al geprobeerd, maar was er toen niet in geslaagd. Nu eigenlijk buiten de bewoonde wereld, in een klein dorpje, op het uiteinde van het oostelijke schiereiland van de Peloponessos wel internet. We ontbijten met koffie, kaas, salami en tomaat en maken dan een planning op voor de rest van de dag. De bedoeling is om nu de zon nog schijnt naar de oude stad te gaan en dan als de zon aanwezig blijft deze namiddag eens te gaan snorkelen.

Deel één van het plan lukt al wel goed, we stappen het dorpje door de brug over en de weg langs de bergflank omhoog naar het oude Byzantijns deel van Monemvassia. Op een klein half uur komen we er aan en de bewolking begint al de weg van de zonnestralen te versperren. Langs een donkere oude poort komen we de stad in en wandelen naar een plein waar een mini-museumpje is, een kerkje en een oude klokketoren. We stappen naar boven naar het nog oudere gedeelte van het dorp, maar daar zijn enkel ruïnes. Het enige wat nog intact is, is een klein kerkje helemaal op de top. Vandaar wandelen we wat rond op het terrein begroeid met kleine struiken en waar heel veel spinnen en andere insekten zitten. We bereiken de kleine wal, die de mens beschermd om niet naar beneden te vallen. Het is erg hoog en een heel erg steile klif naar beneden. De weg terug slingert over gladde stenen en keien naar beneden: het is beginnen regenen, dus dat maakt het spekglad. Onderweg proberen we enkele keren te schuilen, maar door de bomen komt het water nog naar beneden en het heeft weinig zin.

We wandelen dus helemaal tot het centrale plein door de smalle steegjes en stoppen hier voor een koffie. Die warmte kunnen we gebruiken, want met het verdwijnen van de zon het het aanbreken van de regen is het best frisjes – vindt zelfs Timo. Het is bijna middag wanneer we de weg terug aanvatten richting moderne stad en onze kamer. We proberen even wat alternatieven voor het snorkelen te zoeken, maar dat is niet makkelijk. De nesting beaches van de schildpadden zijn 2 à 3 uur rijden van hier, dus iets te ver om nu te doen. Op ons terras hebben we opnieuw wireless en sturen we enkele mailtjes, Eef naar het werk en mama en papa en Timo naar enkele vrienden, kwestie van de tijd wat te doden.

Dan komt de zon er opnieuw een beetje waterachtig door, maar goed genoeg om op weg te gaan naar een goed snorkelplaatsje. Eerst rijden we naar het strandje Pori Beach, maar hier is het volgens ons niet echt makkelijk en de moeite. We nemen dus terug de auto en rijden richting Ksifias Beach. Voor we dat strandje bereiken zien we een bordje naar Ampelika Beach, we nemen en kijkje en beslissen om hier even te snorkelen. Shorty’s aan, snorkel, masker, vinnen, camera, alles kan mee nu. Terwijl we het water ingaan, verdwijnt de zon en het water is echt frisjes. Eef houdt het een tien minuten vol, maar Timo is in de ban van foto’s maken en blijft 20 minuten in het water. Het is ondertussen opnieuw beginnen te regenen, Eef was net van plan om naar de auto te stappen om niet te nat te worden, wanneer Timo uit het water komt. We rijden met de auto terug naar de kamer, spoelen alles af en douchen ons. Het is best koud, dus de hete douche doet ons goed. We zagen damselfish, pauwgirelles, harders, zeebrasem, barbeel, schriftbaarzen in een mooi onderwaterlandschap. De rotsen zijn erg mooi begroeid met vanalles en nog wat. Hoewel de zon niet schijnt is het best knap onder water.

Bij het kijken naar de regendruppels ziet Eef opnieuw de kop van een turtle bovenkomen. We kunnen als die niet te diep zwemt goed volgen vanop ons balkon. We zien die een keer of tien bovenkomen, enkele keren zelfs bijna met volledig schild. Door de donkere wolken is er te weinig licht om goed ver in te zoemen met de camera dus geen betere foto’s dan die van gisteren. Eef gaat tussen de regendruppels door pintjes halen, sigaretten, kaartjes, want alles was bijna op. Ondertussen blijft het regenen, soms hard, soms iets minder. Timo houdt zich dus wat bezig met de foto’s, verslagjes en Eef leest een boek in bed onder een dekentje. De temperatuur is wel wat gezakt eens de zon weg is, dus dat kan wel deugd doen. Straks misschien nog eens op turtle-jacht.

Timo doet een wandeling door het dorp, ondertussen hebben we elke vierkante meter van Monemvassia gezien en gedocumenteerd: in ‘Η Τρατα’ vinden we voor straks wel iets lekkers. Ze hebben er al zeker gigandes en Eef wil die eens eten. Na een wandeling van een uur komt Timo terug naar de kamer en vertrekken we naar de psirotaverna. We bestellen ouzo Plomari. Ze proberen ons eerst Varvagianni in onze nek te slaan, maar daarvoor kennen we iets te goed Grieks, Plomari it will be. Bij de ouzo en de gigandes eten we tiri saganaki, smaakt ook heel erg goed en daarbij nog garides saganaki en garidomakaronadia. We eten dus vier gamba’s per persoon en het smaakt echt heel erg goed. Ondanks het feit dat we niet zo veel gedaan hebben vandaag zijn we toch al moe en tegen 20:00 zijn we terug op de kamer na natuurlijk nog een stuk of twee, drie turtles gespot te hebben. Dat is echt leuk, want ze komen regelmatig met hun kopje boven water en dan is het heel erg snel zijn om een foto te nemen, anders ben je te laat. Tegen een uur of negen worden we moe, doen de kaarsjes branden en gaan we met de TV slapen. Een rustig dagje kabbelt hier in Hellas stilaan tot een einde en morgen zijn we hier weg en hebben we een lange rit voor de boeg richting Nafplio. Het adres van de dive hebben we al, dus enkel nog een adresje om te slapen en we zijn weer gelukkig.


Zondag 23 mei 2010: Verplaatsing naar Nafplio

De nacht heeft veel verkoeling gebracht in de vorm van zachte regen. Hij bracht ook zeker het geluid van zoemende muggen, vooral een nadeel voor Eef. Zelfs onder de morgen zitten er nog enkele rond onze hoofden te vliegen en ons serieus te ergeren. We beslissen dus maar om op te staan. Het is nog maar een uur of half zeven, dus eigenlijk nog erg vroeg en tamelijk koud, want de zon is de berg voor de kust aan het opklimmen. De oude Middeleeuwse stad ligt pal in het oosten en ontneemt ons de eerste warmte van de opkomende zon.

Timo gaat brood halen, maar om iets voor zeven is er nog geen vers brood, dus koopt hij een toastbrood, dat is er wel, en een chocoladecroissant. Geld afhalen is ook aan de orde, want onze laatste centen zijn er bijna door. We kunnen slechts 100 Euro afhalen en dat is net genoeg om onze kamer te betalen. We ontbijten met de croissant, toastbrood met kaas en salami en Eef heeft al koffie gezet. Dat smaakt toch altijd: een lekker kopje koffie. We drinken meerdere tassen, de zon is ondertussen al boven de berg uitgestegen en dan is het tijd om in te pakken en hier te vertrekken. Het inpakken gaat tamelijk snel: snorkel- en duikgerief in een grote plastiek zak, kleinere spullen in de handbagage-rugzak en de rest in kleine plastiek zakjes en de grote valies. Op een dik half uurtje zijn we klaar en kunnen vertrekken. We laden alles in de Matiz, betalen, een geluk dat ze Timo’s paspoort niet vergeten, want wij hadden er weer niet aan gedacht. Ook wel wat typisch. Zeker niet vergeten volgende keer.

Het is nog maar 08:10 en Timo start de auto en we racen de Griekse bergen door. Vanuit Monemvassia loopt een klein bergweg naar Agios Ioannis, verder naar Sykia, daar gaan we de grote weg op die we in het heengaan naar Neapoli ook genomen hebben. Via Molai en Apidia gaan we terug de bergen in over kleinere wegen die ons naar de kust moeten leiden. Zoals de hele reis al zijn we bergen schitterend, soms zijn ze begroeid met olijfbomen, cipressen, grote dennebomen en op andere plaatsen groeit er niks, enkel kleine struiken en rotsen sieren de flanken. Ook het stukje tussen Kremasti en Peleta is prachtig; we komen een kudde schapen en iets verder een kudde geiten tegen. We zien vlak achter een kudde geiten de net geasfalteerde weg verdwijnen en veranderen in een landwegje door de bergen. Een paar kilometer verder zien we dit opnieuw gebeuren, maar het is steeds maar voor een paar kilometer, dus helemaal niet erg.

We denken even dat we verkeerd zitten, maar dat ligt eerder aan de kwaliteit van de kaarten van Griekenland dan ons. Pirgoudi en Poulithra liggen volgens de kaart in verschillende richtingen, maar we passeren Pirgoudi eerst en zien dan de heel erg steile weg naar beneden naar Poulithra. Een schitterende weg met zicht op zee, ja we zien ondertussen de zee al opnieuw en dat is altijd wel erg tof. We rijden dan ricthing Leonidio, maar nemen niet de weg naar het centrum. We stoppen even om te tanken en enkele kilometer verder neemt Eef het stuur over. Volgens de kaart van “Nick & John Fotis Ltd.” is dit een hele ‘scenic route’, zelfs de moeite om die tussen 41 andere te zetten over heel Griekenland. En het traject is inderdaad heel erg mooi. De weg is goed, leidt ons soms zo’n 100 200 meter naar boven om dan weer bij de zeespiegel aan te komen. We hebben regelmatig zicht op enkele mooie baaien, kleine kerkjes en kapelletjes die boven op een heuvel staan en uitkijken over steile rotsen, die hun einde vinden in de zee.

We volgen de hele tijd Astos en dan verder Argos en arriveren in de baai van Nafplio. Het is een mooie grote baai, maar de kleinere hebben toch even meer indruk gemaakt dan deze grote baai. Er blijkt heel erg veel industrie te zijn in de buurt van Nafplio en verbazen ons erover dat we zo’n tien kilometer voor de stad nog steeds geen wegwijzer gezien hebben. We volgen dan maar op de kaart Neos Kios en zo de weg langs de kust naar Nafplio. Wanneer we daar aankomen is het een drukte van jewelste, niet te doen denken we om parking te vinden en tussen de mensenmassa een hotel of kamer te vinden. We rijden er tien minuutjes rond en beslissen dan eens te gaan kijken in Tolo: daar is Nafplio Diving Center en als we daar iets vinden is het toch nog iets makkelijker. We raken de stad goed uit en vinden zonder problemen de weg naar Tolo. Daar aangekomen zien we dat het een lange straat is met her en der kamers, shops en erg veel toeristen. Daarom dat men schrijft in de Trotter ‘Te mijden’. Helemaal achteraan de straat echter zien we de duikshop en zien we ook een paar hotels en kamers. We kijken eerst eens rond en vragen dan of er vlak naast Hotel Aktaion nog kamers zijn: een grote kamer met zicht op zee, voor slechts 30 Euro, dus nemen die handel voor vier nachten. We pakken snel uit en gaan dan iets drinken en eten: vier Mythos, tzatziki en kalamaria, ook met zicht op zee.

Dan hebben we wat rust nodig, Eef wandelt de straat helemaal af, drinkt iets en keert dan langs het strand terug: het dive center is nog niet open. Timo neemt de auto en rijdt over de bergen naar Epidavros waar we vorig jaar zaten, geniet van de mooie haven, de appelsienen bomen en drinkt een Mythos.  Als Tolo ons niet had bevallen zouden we hiernaartoe komen, maar het stadje is nog best wel OK op het einde van het strand, dus we blijven, nu alleen nog hopen dat we kunnen duiken. Op de terugweg stopt Timo voor een Myceense brug, neemt snel wat foto’s en ziet dat Eef een boek aan het lezen is op ons terras. Dan rust Eef een beetje, Timo maakt een korte wandeling, drinkt daarna een Mythos op het terras en schrijft het verslag van de dag. We bellen naar Kostas van Nafplio Diving Center, maar die zijn instructeur heeft problemen met zijn knie. Als we een andere duikschool vinden, moeten we dat maar doen, want hij kan niks beloven. Als we echt niks vinden moeten we maar eens terugbellen. Dit wil zeggen dat er twee mogelijkheden zijn: ofwel duiken in Epidavros of anders in Porto Heli. We denken dat het het beste is om eens naar Epidavros te rijden en te vragen aan Pascal of we één van de volgende kunnen duiken.

We maken ons snel klaar en rijden naar Epidavros: Timo kent de weg nog goed, dus het gaat tamelijk snel, behalve dat er een Fransman met camper iets te traag rijdt naar onze goesting. We doen er iets langer over dan Timo daarnet, maar we geraken er zonder probleem. Mike van Hotel Mike waar we vorig jaar logeerden stelt voor om Pascal te bellen, maar die antwoordt niet. We zullen hier dan maar iets klein eten: gemista en Greek salad met een kilo aspro krasi. We genieten van de avond, maar Pascal komt niet opdagen, dus we moeten morgen tegen negen uur eens bellen, zegt Mike. Het is al best laat wanneer we in Epidavros vertrekken, zo’n uur of 22:00, dus het is racing time. Door de bergen in het donker doet Timo er een stuk sneller over dan in het komen. We drinken nog een Mythos, ouzo en retsina op ons terras. Het is er heel erg aangenaam, want de alomtegenwoordige wind is gaan liggen. Nog even TV kijken en dan gaan slapen om iets na middernacht.


Maandag 24 mei 2010: Mycene, Nafplio en strand van Tolo

In de ochtend hebben we geen zon op ons terras, maar het is er al best te pruimen, wanneer de zon al iets hoger staat aan de hemel. Op het terras zullen we pas in de loop van de dag even direct zonlicht hebben, maar dan zullen we weg zijn. Het plan is na het klassieke ontbijt van koffie, toastbrood met kaas en ketchup naar Mycene te vertrekken, dan even in Nafplio te stoppen en dan zien we wel. Afhankelijk van wanneer we terug zijn in Tolo kunnen we ofwel wat tammen of iets actief doen: aan onze kleur werken bijvoorbeeld. We bellen nog eens naar Pascal van Epidive en Timo kan arrangeren dat we al zeker morgen twee duiken doen. Één ’s morgens en de volgende ergens in de namiddag. Voor woensdag is het nog twijfelachtig, want hij kan nu nog niet zeggen of er dan gedoken kan worden: één of twee keer. We nemen dan maar de auto naar Mycene om daar de beroemde Leeuwenpoort en andere delen van de opgravingen te bezoeken.

Water mee, gidsjes, onszelf, camera’s en we kunnen vertrekken. Eerst rijden we naar Nafplio en van daar de weg naar Argos. Dan moeten we even de weg naar Korinthe volgen om zo via een kleine omweg in Mycene dorp aan te komen. Het is er heel erg kalm en we vrezen een beetje dat de site niet open zal zijn omdat het een feestdag is en de kalmte hier maakt die vrees nog wat groter. We nemen de weg omhoog van het dorp naar de site en zien toch wat volk lopen op de opgravingen dus we hebben geluk. We hebben zelfs twee keer geluk, want de inkom is gratis vandaag. We stappen direct naar het beroemdste van deze opgravingen: de Leeuwenpoort: best indrukwekkend. Deze poort gaf toegang tot de burcht en de vestingsmuren errond bestaan uit kolossale steenblokken. Dit is al direct het hoogtepunt van ons bezoek.

Iets verder is de koninklijke grafcirkel. Er zijn zes graven, maar we zien er maar drie duidelijk en ze zijn omgeven door een dubbele rij rechtopstaande stenen, die oorspronkelijk afgedekt waren en een soort van galerij vormden. Via de ‘ramps’ stappen we naar boven richting paleis. De overblijfselen hiervan zijn eigenlijk weinig spectaculair en je hebt heel erg veel fantasie nodig om hier een paleis te zien. De vergezichten over de vlakte van Argos en de bergen rond de site maken het echter wel de moeite om hier te vertoeven. Via de ruïnes van een tempel en ‘The House of Colums’ bereiken we de iets lager gelegen tweede toegangspoort van Mycene en twee cisternes. Één ervan is ondergronds en een donkere trap leidt ons ongeveer 18 meter dieper. Eef gaat hier niet mee naar beneden, want het is glad en best wel gevaarlijk, want af en toe hebben de Grieken hier een metalen pijler in het midden van de trap gezet.

Onze weg gaat terug richting ingang naar het lager gelegen gedeelte van de site: Tholos Tomb van Aegisthus en van Clytemnestra. Een lange weg tussen oplopende muren gaat naar de graftombe. Die van Aegisthus is ingestort, maar bij de andere zie je duidelijk de koepel die boven op het graf heeft gestaan, best wel indrukwekkend, zeker omdat de stenen heel erg mooi in elkaar gepast zijn. Dan is het tijd voor een bezoek aan het kleine museum van de site. Hier vinden we potten en pannen, versieringen van kledij, beeltenissen van dieren in aardewerk, maar ook in goud. Beeltenissen van slangen is iets wat we hier nog niet vaak gezien hebben in Griekenland, maar die staan hier best veel. Enkele tabletten en dodenmaskers vormen het hoogtepunt van de tentonstelling.

Na ons bezoek aan de hoofdsite van Mycene, rijden we naar de iets lager gelegen Schatkamer van Atreus. We parkeren hier in de schaduw, want het is een heel erg mooie dag en Timo wil zijn handen niet verbranden aan het hete stuur. We bekijken de graftombe en die is qua concept hetzelfde als de andere twee die we al zagen, alleen is deze nog iets groter en indrukwekkender. De toegang wordt verleend door een monumentale poort met drempels van wel 120 ton. De binnenruimte heeft de vorm van een bijenkorf en dat maakt het best speciaal, zeker als je weet dat deze grote stenen en rotsblokken zo’n 1300 voor Christus zijn neergelegd. Echt een prachtig monument om ons bezoek aan Mycene af te sluiten.

We nemen dan we weg terug naar Nafplio, want we willen daar ook even rondgelopen hebben. We vinden nu parking op de eerste perkeerplaats van de stad en lopen de kade af tot we in het drukke centrum komen. De terrasjes puilen echt uit van het volk, het is een drukte van jewelste en typisch Grieks is het er ook een oorverdovend lawaai van het getater. We vinden het kasteeltje vlak voor de kust op een klein eilandje mooi, maar alleen voor het zicht in deze drukte, neen ik denk het niet. We willen hier niet blijven dus wandelen even de steegjes in en vinden dan een leuke taverna om iets te drinken en te eten. Taverna O Christoforos biedt ons de mogelijkheid om een portie sardelles te eten met wat dolmades, we denken dat we nu ondertussen al bijna alle verschillende gerechten hebben gehad die nodig zijn bij een bezoek aan Griekenland. We zoeken even de ingang van de burcht Akronafplio, vinden die niet direct, dus we stappen de kleine straatjes door en keren terug naar de parking om onze auto te nemen naar Tolo. We kennen de weg al heel goed, dus dat vormt geen enkel probleem meer.

Op een twintig minuutjes zijn we ter plaatse en beslissen om wat te snorkelen en wat te zonnen (aan onze kleur werken, dus, heel erg vermoeiend). We nemen het strand vlak voor onze kamers ‘Kefala Marina’, maar er is niet bijster veel te bekijken. Mooi begroeid zijn de boeien en de koorden van de boeien, dat is wel mooi. Er is niet veel vis, meer dan een damselfish, wat sardelles, een schriftbaars, een paar soorten slakken en heremietkreeftjes is er niet te zien. Ondanks het feit dat er geen rosten zijn, is dat dan nog wel de moeite. Op de bodem liggen ongelooflijk veel ankers, oude, versleten en verroest, maar ook nieuwe die nog in gebruik zijn. We leggen ons wat in de zon, Eef houdt het voor bekeken na een half uurtje, spoelt alles af en doucht zich, maar Timo houdt het iets meer dan een uur vol. Hij beslist naar de kamer te gaan omdat er soms toch wat veel wind staat, maar ook omdat de bus Duitse scholieren die gisteren toekwamen hier komen toevallen. Gedaan met de rust. Dan is het zijn beurt – na wat kleur te hebben gehad – om zich te douchen en de rest nog af te spoelen. Ondertussen doet Eef een goede daad, koopt Mythos, koffie en rigani chips voor bij de aperitief.

Op het terras lezen we wat, schrijven de verslagjes en bekijken de foto’s van de laatste dag en dagen. Met het zonnetje op de achtergrond is dat altijd wel tof. We zijn blij dat we de Peloponnesos eens hebben willen ontdekken, alleen spijtig van het onbetrouwbare weer en de constante wind. In het zuiden was dit de meltemi, maar hier is er ook een constante lichte, soms sterke wind aanwezig. Dan is het tijd voor nog een beetje actie en we wandelen de straat af tot halverwege, bekijken de shopjes, maar kopen niks. Bij Estiatorio Panorama drinken we een ouzo Plomari en eten een chtapodi psito. We krijgen er een klein bordje bij de ouzo: tomaat, komkommer, aardappelsla en die roze salade van visseneieren: hoe heeft die ook alweer? Ja, natuurlijk tarama-salata.

Dan wandelen we terug richting kamer, eten een ijsje: Timo eentje met Baileys en Eef eentje met  kersen en room. We krijgen het in een horentje en eten het al wandelend op. Waar gaan we dit neerschrijven dat wij een ijsje eten op vakantie? In dit verslag natuurlijk. We zijn op tijd terug op onze kamer, drinken nog wat ouzo, retsina en pintjes. Dan gaan we slapen en we zetten de wekker om acht uur. Morgen zal blijken dat het acht uur in Belgie was, maar Timo is zoals meestal al op tijd wakker.


Dinsdag 25 mei 2010: Duiken in Epidavros

Timo is wakker om zeven uur ’s morgens al en heeft een missie voor vandaag. Om op verlof te zijn hebben we al veel missies gehad. Hij gaat eerst eens kijken naar de opkomende zon op het strand en dan gaat hij een brood kopen bij O Fournos, koopt wat appelsienen, zo’n stuk of acht om vers sinaasappelsap te persen. Op onze kamer hebben we namelijk een fruitpers ontdekt. Wanneer hij terug thuis komt ligt Eef nog in bed en is nog wakker aan het worden. Timo maakt vers fruitsap, legt brood en beleg op tafel en zet koffie. Die kunnen we hier ook maken met een klein steelpannetje op een klein vuur. De koffie smaakt weer goed en zorgt ervoor dat we wakker worden. Onze coördinatie is nog niet je dat, want we morsen er op los en moeten wel drie keer de tafel proper maken. We zorgen wel dat we alles bij elkaar hebben om te gaan duiken in Epidavros met Pascal. Timo doet zijn Epidive-T-shirt aan een Eef haar Mokarran van Zuid-Afrika. Snorkels mee, brillen, vinnen, handdoeken, voldoende water en dan kunnen we vertrekken.

Het plan was om half negen door te rijden, want het is toch wel drie kwartier bollen als er geen slakken op de weg zijn vandaag. We zijn om 08:38 op pad en rijden dezelfde weg die Timo twee dagen geleden twee keer heeft gedaan. We kennen de route al tamelijk goed, zelfs de straffe bochten kunnen we al lokaliseren. Top. Op een klein uurtje zijn we er: eerst een trage bus voor onze neus, dan een pickup die niet meer dan 50 per uur haalt. Enkel het laatste stuk kunnen we goed doorrijden, maar we zijn nog ruim op tijd. Op z’n Grieks: siga siga. Pascale zit al op het terras van Hotel Mike, we zeggen dat we nog iets drinken en dan kunnen we duiken. Eef drinkt een gewone koffie en Timo een frappé, metrio choris gala. Dan maant Pascal ons aan om alles klaar te maken. We passen onze vesten, onze pakken en Timo past een kap om niet te veel kou te hebben onder water. Eef heeft haar ‘chicken-vest’ mee dus die moet gaan aparte kap hebben.

Alles op de boot voor twee duiken na elkaar: de eerste en de tweede gaan vanop dezelfde ankerplaats zijn, maar de ene recht vooruit dieper en de andere naar rechts langs de wand en dan iets hoger terug. We hebben een klein beetje problemen met de riemen van de vesten, maar Timo lost dit voor hemzelf en ook voor Eef op. We zijn klaar om te vertrekken. Pascal ankert de boot, kijkt eerst even de propellor na, want daar was een probleem mee en dan kunnen we het water in. Van boven zien we al dat het OK zal worden. We duiken uit, eerst tot een 4 meter en dan gaat het dieper en dieper en dieper. Pascal ziet een octopus en probeert die te vangen. Dat lukt hem in eerste instantie, maar kan hem niet vasthouden. We zien hem echter inkt spuiten en dan snel wegzwemmen. Pascal zit hem nog achterna, maar tevergeefs, deze octopus heeft een echt goeie fysiek. We dalen nog verder af en zien langs de wand heel erg veel netten hangen. die zijn mooi begroeid met vanalles en er groeien hier ook er veel sponzen. We zien enkele krabben, slangensterren, een kleine kreeft en de typische vissen uit de Middellandse Zee: damselfish, zeebrasem, lipvissen en dergelijke meer. Het is een toffe duik.

Dan gaan Pascal en Jean (een man uit Brussel die ook meeduikt) nog dieper en dieper. Eef blijft die gasten volgen tot een diepte van 44 meter, dat is dus een deco-duik. Ook Timo heeft het aan zijn been, want hij heeft net als de andere drie een deco van 7 minuten aan zijn broek. Op deze diepte is het echt wel koud en eigenlijk is er niet erg veel speciaal meer te zien. De krabben zijn hier ook, maar die zagen we ook op mindere diepte, dus eigenlijk is er geen echte reden om zo diep te gaan. Maar Pascal is een CMAS-duiker en die kicken naar het schijnt op diepte. Timo is een beetje boos op Eef, omdat ze net zo diep duikt als die andere twee. We hebben niet voor niks geleerd om binnen de limieten te duiken. Swat, echt lang blijven we niet beneden de 40 meter, dus zo’n ramp zal het wel niet zijn. Dan maar terug opstijgen, want Timo heeft al minder dan 100 bar. Op onze weg naar hogere sferen komen we een bruine vijlvis tegen. Er zijn ook veel plaatsen waar de eieren van de luipaardslak liggen, dus Timo heeft die ook op foto. Na 40 minuten doet Pascal teken om de duik af te breken. Ondertussen heeft iederen zijn deco in orde en kunnen we naar boven. Timo ziet op het einde in tamelijk ondiep water nog een schorpioenvis, een kleine, maar heel erg mooie en dat is een goede afsluiter van een toffe duik.

We gaan aan boord, tuigen af en maken direct alles klaar voor de volgende duik. We blijven één uur en veertig minuten aan de oppervlakte, gaan twee keer terug in het water om af te koelen en dan is het tijd om terug het water in te gaan. We duiken nu langs de rotsen naar rechts tot iemand (Timo waarschijnlijk) aan 100 bar zit en komen dan terug naar de boot. Nu heeft ook Eef haar camera mee, want de eerste duik ging misschien te diep zijn daarvoor. We wisten eigenlijk niet hoe diep die kon, dus geen risico’s nemen en niet meenemen, maar nu dus wel. Op het eerste gedeelte van deze duik zitten echt ongelooflijk veel fireworms, verschillend in grootte, tot enkele die zelfs bijna 40 centimeter zijn. Zeesterren zien we nu ook regelmatig en deze site is typisch voor de vele amforen die hier her en der op de bodem liggen. Naar het schijnt moet Epidavros nog een ongekende schat aan antikiteiten hebben liggen op de zeebodem. Hier zien we een tiental voorbeelden ervan. Speciaal deze duik zijn dus die amforen, een naaktslak, die Eef niet ziet, maar Timo heeft er een goede foto van. Een slijmvis, opnieuw enkele slangesterren en sponzen, sommige echt heel groot.

Dan is het stilaan tijd om terug richting boot te gaan en iets hoger te gaan duiken. Eef ziet het kadaver van een vis dat opgegeten wordt door een hele bende fireworms. Opnieuw zien we de eieren van de luipaardslak, enkele grote mosselen, lipvissen, zeebrasem, veel zeeëgels en de andere typische bewoners van van de Griekse wateren. We doen helemaal geen deco-duik deze keer alhoewel we toch tamelijk diep duiken, maar de computers geven hoogstens eens één minuut aan vóór de deco, dus dat is heel erg goed. Tijdens de safety stop ziet Pascal een visnet hangen waarin echt een hele hoop dieren verstrikt geraakt zijn. Hij neemt zijn mes en bevrijdt de dieren eruit. Hoewel hij het niet zo nauw neemt met de regels om niks aan te raken is het best positief dat hij de dieren bevrijdt. Goed gedaan. We duiken verder uit naar de boot en stoppen bij een vijftig minuten duiktijd. Dat is goed voor een tweede duik. We komen boven water, zorgen dat alles in de bakken terecht komt en dan varen we terug naar de kleine pittoreske haven van Epidavros. Op een tien minuten zijn we er, we spoelen alles af en kunnen ons hier douchen. Zalig met warm water, want we hadden allebei echt kou op het einde van de tweede duik, zelfs Timo had koude voeten.

We komen aan land en wie zit daar mama Linda, Patrik en Pat en An, die zitten te eten en dat is echt heel tof. We drinken een pintje mee, bestellen een spaghetti voor ons twee, laten ons dat smaken en drinken nog twee andere pintjes. Het zijn altijd halve liters Mythos, dus we voelen het al wanneer we tegen zes uur terug naar Tolo rijden. Het lukt allemaaal vlotjes opnieuw en op een klein uurtje zijn we er. We moeten ons niet meer douchen, maar Eef gaat wel nog wat pintjes halen, kaas en geld uit de automaat, terwijl Timo het verslag verder afmaakt van gisteren en aan dat van vandaag begint.

Nog een korte wandeling door de hoofdstraat van Tolo, iets kleins eten, een choriatiki, een pitta gyro en een pitta souvlaki kotopoulo. Het is niet erg druk meer na het weekend, dus we zitten rustig langs de kant van de weg. We drinken nog een Mythos hier op het terras en nog één op ons balkon. Dan gaat Timo nog een rustige strandwandeling maken en ziet dat één van de kleine eilandjes erg mooi verlicht is ’s avonds. Wanneer hij terugkomt is Eef de laatste bladzijden uit haar boek aan het lezen en dan gaan we ook slapen. Met de twee duiken vandaag was het best vermoeiend en ook twee keer de afstand Tolo – Epidavros – Tolo kruipt in je kleren. Dus slaapke doen en morgen fris op voor de laatste duik deze vakantie, terug naar Epidavros.


Woensdag 26 mei 2010: Duik in Epidavros

Wederom zijn we relatief vroeg wakker vandaag: Timo is al op tegen zeven uur en Eef blijft nog een half uurtje liggen. Vers geperst appelsiensap, koffie, brood met kaas en ketchup op ons terras met zicht op twee hotels vlak voor ons en natuurlijk op de zee. Ze zeggen dat ze ons de beste kamer gegeven hebben en dat zou wel eens waar kunnen zijn, want op de bovenste verdieping wonen de eigenaars zelf. We nemen alles klaar voor de duik bij Pascal in Epidavros; vinnen mee, maskers, computers (zeker  nodig met Pascal), handdoeken, geld, water. Check: alles in de auto en we vertrekken net als gisteren om half negen naar Epidavros. Dat is de vierde keer voor Timo, de derde voor Eef en ondertussen kent Timo al heel erg goed de weg naar daar. Geen enkele bocht heeft nog geheimen voor hem: ah ja als je dit traject al zo veel hebt gedaan.

In het duikcentrum gaat alles veel sneller dan gisteren, want we weten al welke pakken en welke vesten we nodig hebben. Timo krijgt nu een 15 liter fles, want dan hebben we een beetje extra reserve als we diep willen gaan. We doen normaal gezien maar één duik vandaag, dus gewoon voor iedereen één fles. Er is nog een koppel Fransen mee, die zullen ons bij deze duik vergezellen. Pascal leidt de duik wederom tot een grote diepte, nu niet meer beneden de 40 meter maar toch bijna. Net op een meter of acht diepte merkt Timo dat zijn fles niet goed vast zit, hij doet teken naar Eef, die zegt alles OK, maar Pascal merkt het goed op en herstelt het probleem en off we go! Het is wederom prachtig op de site: Polemarka. Netten hangen naar beneden van de rotsen waarop mooie zakpijpen groeien: zowel doorzichtige als rode. Hier leven veel zeesterren, er liggen weer een hoop amforen op de grond. Pascal neemt er af en toe eens eentje vast, bekijkt die en legt die terug op de juiste plaats. Soms zijn het nieuwe die hij ontdekt, maar meestal weet hij ze goed liggen. Er is er één hele grote bij, met wel een diameter van een halve meter.

Er moeten hier ook heel veel naaktslakken zitten, want we zien wel 6 of 7 strings van eieren, maar geen naaktslakken deze duik: je kan niet altijd geluk hebben, hé. Fireworms lopen hier ook veel over de bodem op zoek naar iets eetbaars. Als je er met de camera te dichtbij komt, dan zetten ze hun ‘pluimen’ omhoog en daar moet je vanaf blijven, want dat steekt en zorgt voor een branderig gevoel gedurende enkele dagen. Voor de rest de normale dingen hier, maar één speciaal iets: een zwarte bol die over het zand rolt en het lijkt wel een koppel parende naaktslakken: dus toch? We zijn er niet zeker van en bij het tonen van de foto aan Pascal, die weet het ook niet. We duiken de hele tijd tamelijk diep tot één van de Fransen op 100 bar zit en dan gaan we iets hoger duiken en keren stilaan terug richting boot. Timo komt op 100 bar al op de terugweg, maar zegt het toch aan Pascal. Eef komt ook onder de honderd, maar vindt het de moeite niet meer om het nog te gaan zeggen. Ze had al gezien dat Timo dat deed, dus hij wist het al.

Eef en Timo duiken nog even wat verder alleen omdat de anderen al naar boven moeten met maar 50 bar op de fles, ze zien niet veel speciaals meer behalve één slangster: wel een mooie. De deco-stop is in orde (7 min) en de safety stop erna ook, dus we kunnen stilaan op ons gemak naar boven. Dat gaat vlotjes. Direct op de boot alles uit, aftuigen en Eef begint een tien minuten te bibberen hoewel we goed in de zon zitten. De temperatuur is een aangename 26 graden, het water aan de oppervlakte 20 en op diepte 17. Je voelt duidelijk dat er een groot verschil is op diepte en de kou komt eerst zo rond een meter of 10 en de tweede koudegolf kom je op 25 meter tegen. Bij het opstijgen is het dan wel leuk dat je boven 25 al warmer krijgt en op vijf meter is het al heel erg aangenaam: tof om de safety-stop te doen.

Wanneer we aankomen in de haven legt Pascal aan en zegt dat we hier terug moeten zijn binnen twee uur en een half. Timo had een paar keer geprobeerd om Pascal te overtuigen een tweede duik van de dag te doen. In het begin zag hij het niet zitten, maar de derde keer was ook de goede keer, zeker omdat het Franse koppel ook nog eens meeging: nu voor dezelfde plaats als vorig jaar: Aliotou, een schitterende wall met veel naaktslakken en als je geluk hebt zelfs een zeepaardje. We eten soutzoukakia me patates en chorta bij Mike, drinken een frappé en een pintje erbij. Dan is het al 13:00 en moeten we nog anderhalf uurtje wachten voor vertrek. Eef gaat op jacht naar postzegels en doet een korte wandeling en dan wandelt Timo nog even naar het strandje en het kerkje dat over de haven van Epidavros heerst.

Stipt om half drie zijn we weg: flessen op de boot, net gevuld, een 20 minuten op de boot naar Aliotou. Net van de boot, vlakbij de ankerplaats ziet Timo een schorpioenvis, een kleintje maar het is er één. Dan gaan we de diepte opzoeken, zien direct weer de schitterende zichten met de netten die naar beneden hangen, twee of drie amforen, Timo spot een lobster en kijkt af en toe de dipte in. Als je hier hoogtevrees hebt zou je wel eens in paniek kunnen slagen, want het gaat hier echt tot beneden de 100 meter. Dan op diepte van 38 meter begint het slakkenfestival. Eerst op één van de netten twee koppels parende: geel met blauw, echt heel erg mooie en grote. Dan zijn de luipaardnaaktslakken aan de beurt: dalmatians. Pascal zet een slangster op zijn hand, dan zien we tussen de rotsen in de kleine grotten enkele anthias, die zijn mooi rood en prachtige vissen.

Iets verder en ondertussen minder diep: we zijn al op de terugweg, want we hebben lang bij de slakken op diepte gehangen nog een grote geel met blauwe. Eef en Timo waren ijverig foto’s aan het nemen en ineens merken ze dat Pascal en de andere twee al 20 meter boven hen hangen, dus wij naar boven, maar niet te snel, want dat is niet zo goed. Pascal duidt nog drie slakken aan: alledrie van verschillend formaat, van klein naar groot, bijna op een rijtje en dan nog één apart. Timo doet ook zijn duit in het zakje en doet de ontdekking van de dag: een minuscuul slakje van nog geen centimeter, straf hoe die dat kan spotten (gewoon erop gedoken). Overal op de wand zien we de eier-strings, verschillende kleuren en vormen, dus ook verschillende soorten.

Op zo’n 8 meter, ziet Pascal een grote schorpioenvis, die zijn ook altijd wel fotogeniek, dus snokken maar. Met zijn mes doet onze instructeur enkele zeeëgels kapot en de vissen komen er ongelooflijk snel op af: lipvissen, damselfish, zeebrasem, het is een waar festijn. Dan zien we nog een bruine vijlvis, die de kers op de taart vormt, denken we, maar neen hoor. De kers wordt gevormd door een octopus. Pascal neemt die vast, vermoeit die een beetje en we kunnen er prachtige actie-foto’s van nemen. De inkt spuit door het water, want het beestje is niet zo happy met de actie van Pascal. Timo achtervolgt die nog even om een paar goed foto’s te nemen, probeert die naar Eef te leiden, maar dat lukt niet, dus verder richting boot. Daar hangen we eigenlijk al bijna onder, dus we stijgen op, want zowel Eef als Timo hebben 50 bar en we hebben meer dan 50 minuten gedoken. Dat is erg goed.

Terug met de boot naar de haven, alles afspoelen, ons douchen en dan gaan we iets drinken bij Aristoteles, het hotel waar Patrik en Linda zitten. Iets later komen Pat en An er ook toe en drinken we nog wat ouzo. Het wordt stilaan laat, zeker voor ons omdat we nog een uur moeten rijden, dus tegen 20:00 vertrekken we uit Epidavros na een kort afscheid. We komen terug aan in Tolo net voor het donker is, gaan snel nog iets eten: pitta kotopoulo en pitta gyro met een Mythos. Timo doet nog een strandwandeling, neemt wat foto’s van het eilandje voor de kust dat mooi verlicht is en keert dan terug naar de kamer. Eef zit nog op het balkon, daar drinken we nog onze laatste Mythos en dan gaan we slapen na een prachtige dag in Griekenland met twee (zeker de laatste) schitterende duiken. Slaapwel.


Donderdag 27 mei 2010: Vertrek uit Tolo, over Korinthos naar Piraeus

Uitslapen is er wederom niet bij vandaag, we zouden wel kunnen, maar het licht, het lawaai van de vuilkar maken ons al tamelijk vroeg wakker. Timo zet zich al op het balkon en geniet van de opkomende zon. Een klein uurtje later komt Eef er ook bij en we maken ons laatste ontbijtje op het balkon met zicht op de zee. Dit is onze laatste dag hier in Griekenland, dus we moeten ervan profiteren. Het brood is niet volledig op, dus Timo neemt het naar één van de piertjes aan het strand en gaat de vissen eten geven. Die lusten er wel pap van. Een kleine octopus laat zich ook zien, verbergt zich dan tegen een steen, maar aan de goede spotters-ogen van Timo ontsnapt hij niet. Hij roept snel Eef erbij en die brengt de camera mee. Een geluk: hij zit er nog.

Terwijl Timo de vissen bekijkt is Eef al volop bezig met het inpakken van de valies. Wanneer hij terug op de kamer komt, is die al volledig klaar. Nog even om sigaretten in een periptero, dan maakt Timo zijn rugzak met het fotomateriaal en kabeltjes en dergelijke klaar en dan is alles in orde om te vertrekken. Nog even de 120 Euro betalen, het was maar dertig per nacht, dus nog eens niet zo duur. We vergeten ons paspoort niet te vragen en het is nog maar een uur of tien wanneer we al op weg zijn naar Korinthos. Eerst gaat de weg naar Nafplio, het is er al een stuk kalmer nu dan toen we daar enkele dagen geleden toekwamen, toen was het natuurlijk een lang weekend en zondag, dus dat was eigenlijk geen verrassing. Op het einde van de Sekeri Street in Tolo zaten we echter veel rustiger en was het eigenlijk dik in orde. Via de oude weg Argos - Korinthos rijden we noordwaarts.

We nemen niet de autostrade naar Korinthos, maar nemen de kleinere wegen, we hebben toch nog de hele dag tijd om in de luchthaven toe te komen. Via kleine dorpjes als Chiliomodi en Solomos bereiken we de autostrade. We rijden er niet op, maar onder en erlangs naar het Oude Korinthe. Hier is nog een opgraving met museum en dat willen we als laatste archeologische site hier nog eens bezoeken. We vinden door de kleine wegjes door het dorp zonder een groot probleem de site en de parking.

De inkom bedraagt zes Euro per persoon, eigenlijk nog niet eens zo veel, maar dat weten we in Griekenland dat dat eigenlijk meestel nog meevalt. Ons valt direct de fontein van Glauke op en de tempel van Apollo die hier boven alles uittoornt. Over de grote agora wandelen we verder naar de Lechaion Road. Dit was een oude majestueuze weg die liep van de haven van Korinthos aan de golf naar de agora. Langs de ene kant is er een Griekse en Romeinse markt, want er zijn niet alleen Oud-Griekse (achtste eeuw voor Christus) dingen te zien, maar de Romeinen hebben hier geplunderd en geroofd en dan ook in hun stijl dingen verder opgebouwd ten tijde van Julius Caesar. Dan stappen we terug naar de agora, maar nu aan de zuidelijke kant waar de overblijfselen te zien zijn van een stoa. Belangrijke nota over Korinthe. De apostel Paulus heeft hier ook bijgedragen aan de verspreiding van het christendom in zijn beroemde Brief aan de Korinthiërs. Er zijn drie reeksen ‘shops’ waarvan er nog stukken overeind staan: de centrale winkels, de noordwestelijke en de westelijke. Valkbij het museum staan nog restanten van de tempel van Oktavia.

Het museum zelf bevat vondsten van de prehistorische nederzetting van Korinthe, voornamelijk gebruiksvoorwerpen, wapens, juwelen, potten en vazen en dergelijke. De vondsten uit de buurt van Korinthe zelf bestaat uit potten, beeldhouwwerken uit verschillende tijdperken, mozaïeken, munten, ex-voto’s uit het heiligdom Asklepeion en meer. Opvallend zijn ook de overblijfselen van een graf met enkele gebruiksvoorwerpen erbij, dat bijna volledig intact teruggevonden is. Buiten de site zelf is er nog een odeum en een theater te zien, maar veel is daar niet aan te zien, want van het theater zie je praktisch niks meer. Als je dat dan vergelijkt met het theater van Epidavros dat we vorig jaar bezochten, dan is dit echt wel niks waard. Van het odeum is er nog wat meer te zien, maar ook niet om te zeggen: dit is echt prachtig.

Het is ondertussen al kort na de middag, dus we kunnen hier vertrekken en nog goed op tijd aankomen in de luchthaven en naar Piraeus of Athene gaan, afhankelijk van de verbinding van bus en tram. De weg leidt ons terug naar de autostrade, we betalen één keer 2.90 Euro péage en de tweede keer 2.70. Voor een kleine 100 kilometer valt dat nog best wel mee, zeker als je dat met andere landen vergelijkt. We moeten de auto vol teruggeven, dus we tanken zo’n 30 km voor de luchthaven en eten er een baguette tonijn en kip. Om 14:00 komen we aan in de luchthaven, laden alles uit de auto en steken het allemaal weg in de valies en in de rugzak en we geven de auto terug. Geen enkel probleem gehad met de auto, in goede staat teruggebracht en vol, dus alles in orde. We gaan naar de luchthaven en moeten nog snel langs Hertz passeren om zeker te zijn dat ze niks extra meer doorrekenen, want alles was al op voorhand betaalt. Alles is ook daar in orde.

Eef wachtte ondertussen even buiten, we bekijken even hoe het zit met de bussen ’s morgens naar de luchthaven en eigenlijk rijdt die een hele nacht vanuit Piraeus naar Elefterios Venizelos. Geen enkel probleem dus. We gaan dan maar met de bus naar Piraeus en morgenvroeg heel erg vroeg opstaan om rond een uur of 7 in the luchthaven te zijn. De bus vertrekt om 15:20, dus nog even een kwartiertje wachten. Het is heel erg druk op de luchthaven en ook de bus zit goed vol. Ze doet er nu anderhalf uur over door het drukke verkeer tussen de luchthaven en Piraeus. We hebben tijd, dus dat trekken we ons niet aan. Eens aangekomen in Piraeus vinden we tamelijk snel de weg terug naar Hotel Elektra. We zijn de vorige keren hier ook goed geweest, dus we zullen hier nu ook eens gaan kijken of ze plaats hebben voor één nacht.

Ja dus, voor 50 Euro per nacht. Dat is nog steeds dezelfde prijs dan vorige keer, ondertussen twee jaar geleden. We pakken niks meer uit, maar hebben wel al dorst, dus gaan iets drinken bij Filoksenia, ons traditioneel adresje wanneer we in Piraeus zijn. Drie Mythos en een uurtje later beslissen we ons snel nog eens de tram te nemen naar Athene stad zelf en op Thissio iets te drinken. De tramreis duurt een kwartier en we stappen af in Monastiraki. We zagen in de buurt van Nafplio ook een dorpje dat zo heette en we hebben wel twee dagen gezocht: van waar kennen we dat nu toch? En eergisteren kwam Timo er ineens op. Anders hadden we het vandaag ook al wel geweten. We wandelen door Adrianou die de twee tramhaltes Monastiraki en Thissio met elkaar verbindt, bekijken de Akropolis nog eens en ook de tempel van Hephaistus. De Akropolis staat blijkbaar niet meer in de steigers, wat wel erg leuk is. het kon na al die jaren ook niet blijven duren.

Op Thissio drinken we Mythos, kijken wat rond naar de gezellige drukte, maar we merken wel dat het pleintje niet meer hetzelfde is als enkele jaren geleden. Een klein beetje verloedering is hier ook deel geweest van Athene, maar heel erg is het nog niet. Politie patrouilleert erg vaak hier en jaagt zigeuners en negers weg die hier hun zaken aan de man proberen te brengen. We beslissen om maar een pitta te eten hier op de hoek: ook ondertussen traditie. Voor de zon nog ondergaat keren we met de metro terug naar Piraeus drinken nog iets bij Filoksenia en eten met z’n twee nog een pitta’tje op, nu met een worstje erin verwerkt: ook wel lekker, maar gewoon pitta is nog beter. Eef start nog een zoektocht naar Mythos, maar er zijn hier geen supermarkten, dus het wordt een slechte Amstel uit een periptero. Die drinken we op de kamer op en gaan dan slapen op kamer 107. Morgen nog een voormiddagje reizen en dan zit het er weer op.

 

Vrijdag 28 mei 2010: Vertrek terug naar huis

De wekker van de GSM van Eef loopt af om half zes ’s morgens. Eigenlijk hadden we nog willen ontbijten bij Filoksenia, maar we moeten om zes uur ongeveer de bus hebben, dus er is geen tijd meer. Dan zullen we een koffie en iets kleins eten aan de luchthaven. We douchen ons, zorgen dat we alles mee hebben en niks laten liggen, doen al wat warmere kledij aan om in België thuis te komen en wandelen naar de bushalte. We kopen twee tickets aan de kiosk, er zit zowaar al iemand, om dit uur, niet te geloven. Eef is nog niet goed wakker, want ze vergeet haar wisselgeld. De Griek aan het loket komt het haar nog speciaal teruggeven, heel erg vriendelijk. De bus komt vijf minuten te laat, maar de reis duurt niet zo lang als gisteren, op iets minder dan een uur komen we aan bij de departures in de luchthaven. Bij het inchecken moeten we naar de loketten van Olympic, die hebben hier wel 30 loketten voor alle bestemmingen. De vlucht is voorlopig nog op tijd, geen aswolk en geen staking van de Griekse luchtvaartautoriteiten, dus we zullen wel goed kunnen vertrekken. Is dat nu eens niet spijtig?

Hier een croissant eten en een koffie drinken, even het toilet nog gebruiken en dan door naar de duty free. Sigaretten kopen, Metaxa, een olietje en nog iets kleins voor Aagje, ons metekindje. Dan verder naar gate B03 voor de vlucht naar Brussel. Bij de check van de handbagage zijn ze tamelijk streng, ze bekijken de laptop van kop tot teen en ook fouilleren is er bijna bij iedereen bij. We hebben niks te verbergen, dus ‘ochi provlima’. We wachten nog een klein half uurtje, dan kunnen we boarden en met een vertraging van een dik half uur kunnen we opstijgen. Het is hier best druk deze ochtend, want we staan in een file van een 10 vliegtuigen, die allemaal wachten om op te stijgen. Na een vlucht van iets meer dan drie uur komen we aan in Brussel en dan is het gewoon naar huis en zal de sleur weldra terug intreden. Hopelijk houden we het relax-gevoel enkele dagen vast. Morgen trouwfeest van Kate en Sigi en maandag terug werken. Joepie!