Bali - Rondreis 2012


Rondreis Bali

Ubud - Lovina - Amed - Ubud

Van zaterdag 13 oktober tot zondag 28 oktober 2012


Hotel Okawati

Chonos Hotel Lovina

Dive, Stay and Relax in Amed Puri Wirata Dive Resort & Spa‎




Bali, Indonesië

Bali is een Indonesisch eiland, tevens een Indonesische provincie ten oosten van Java en ten westen van Lombok. Het is het westelijkste van de Kleine Soenda-eilanden. Het eiland meet 5561 km², en telt 3.216.881 inwoners (2002). Bijna 90% behoort tot de autochtone bevolking, de Balinezen, die grotendeels hindoes zijn en Balinees of Indonesisch spreken. De hoofdstad is Denpasar. Tot 1958 was de hoofdstad Singaraja.

 

Geografie

Het eiland wordt overheerst door het vulkanisch gebergte; sommige van de vulkanen zijn nog steeds actief. Het letterlijk hoogtepunt is de Gunung Agung met een top van 3142 meter boven de zeespiegel. De Gunung Batur, vlakbij het Danau Batur (meer van Batur), is 1717 meter hoog met een krater van 11 km en 180 meter diep.

Bali wordt van Java gescheiden door de ondiepe Straat Bali, die op het smalste punt slechts 8 km breed is. De bredere Straat Lombok vormt de scheiding met Lombok. Ten noorden ligt de Balizee, in het zuiden de Indische Oceaan.

 

Steden en plaatsen

Denpasar is de hoofdstad van Bali. Enkele culturele steden zijn Batubulan, Celuk, Sukawati, Batuan Bali, Mas, Peliatan, Pengosekan en Ubud.

Bekende toeristensteden zijn Sanur, Kuta, Lovina, Legian, Jimbaran, Bukit Badung, Nusa Dua, Candi Dasa.

 

Toerisme

Het eiland is populair onder toeristen, onder meer vanwege de stranden, het natuurschoon met sierlijke terrasvormige rijstvelden (sawa's) en vulkanen, de vele monumenten, waaronder de duizenden Balinese tempels, Pura en de specifieke Balinese cultuur, zoals de tempelspelen, gamelanmuziek en de danskunst. Door de bomaanslag van 2002 heeft het toerisme op het eiland een ernstige inzinking moeten verwerken. Het begon juist weer op te krabbelen toen de bomaanslagen van 2005 plaatsvonden. Na wederom een inzinking, is het aantal toeristen in februari 2008 weer met 30% gestegen, vergeleken met dezelfde maand het jaar ervoor. In een maand bezochten 153.707 mensen het eiland, waarvan 152.702 via de luchthaven en 1.005 via zee.

Indonesië heeft in 2008 een promotiecampagne opgezet, Visit Indonesia Year 2008. De Balinese overheid heeft hiervoor een budget van US$271,000 en zal brochures, stickers en reisgidsen uitdelen in Duitsland, Engeland, Japan, China, India en Maleisië.

 

Bezienswaardigheden

Enkele bezienswaardigheden zijn:

Gunung Kawi, complex van in de rotsen uitgehouwen candi's

Goa Lawah, vleermuizengrot

Klungkung, paleis

Goa Gajah, olifantsgrot

Danau Batur

Lovina, dolfijnen

duikplaatsen zoals Tulamben en Menjangan

Tempels

Op Bali zijn vele tempels (Pura). Enkele zijn:

Pura Besakih Moedertempel

Pura Tanah Lot, tempel op een rots in zee

Pura Ulun Danu Bratan, in een kratermeer

Pura Meduwe Karang

Pura Taman Ayun

Pura Ulun Danu Batur

 

Cultuur

Dans en muziek zijn erg belangrijk, in het dagelijkse leven, maar zeker ook in het spirituele. De Balinese dansen worden ondersteund door gamelanmuziek. Daarnaast worden alle festiviteiten in de tempel door gamelanmuziek ondersteund. Tevens is er veel schilderkunst, textiel en houtsnijwerk waarmee de kunstzinnigheid en creativiteit van de Balinees wordt onderstreept en benadrukt. Naast eerder genoemde kunstuitingen worden er ook veel sieraden van goud- en zilverwerk gemaakt.

Voor eten en drinken: Bali kent een uitgebreide, eigen keuken. Om een klein beetje een idee te krijgen wat dit inhoudt zou men kunnen refereren aan bijvoorbeeld de Indische gerechten; de Indische keuken is echter niet representatief voor het echte Balinese eten.

 

Naamgeving op Bali

Op Bali is het gewoonte om de kinderen uit de Sudra-kaste volgens een bepaalde volgorde namen te geven. Het eerste kind krijgt de naam Wayan, Gede (man) of Putu, het tweede Made, Nengah of Kadek, het derde Nyoman of Komang en de vierde Ketut. Daarna begint het weer opnieuw. Het vijfde, zesde, zevende achtste en negende heten dus achtereenvolgens weer Wayan, Made, Nyoman, Ketut en weer Wayan. Om toch nog een onderscheid te maken wordt er aan deze naam nog een andere naam gegeven. Om een onderscheid te maken in het geslacht wordt er bij mannen 'I' voor geplaatst en bij de vrouwen 'Ni'. Ni Nyoman Puspa Dewi is dus een vrouw, en het derde (of zevende, of...) kind; I Ketut Yuliantara is dus een man en het vierde (of achtste, of...) kind. In het dagelijks leven hebben de mannen van jongs af aan een bijnaam gekregen, die in het dagelijks leven wordt gebruikt. Veel mensen kennen een ander niet eens bij hun officiële naam.

Dag 01 en 02: Zaterdag 13 en zondag 14 oktober 2012: Vertrek naar Schiphol en naar Denpasar, Bali en zo verder naar Ubud, onze eerste stop

En we zijn weeral eens weg voor een vakantie voor veertien dagen. We vertrekken naar Bali, Indonesië, in extremis nog tickets kunnen boeken zodat we samen dezelfde vlucht konden hebben. De hoofdreden voor deze vakantie was omdat Sarah haar dertigste verjaardag wou vieren op een tropisch eiland met een aantal vrienden. Wie me een beetje kent, weet onmiddellijk dat ik daar geen neen tegen kan zeggen. Wie gaat er nog mee: Grete, Ward, Wendy, Sarah, Evy en ikzelf. Toen S besliste om dat te doen, wist ik zelfs nog niet naar waar, maar een tropisch eiland zo half oktober, dat zie ik altijd zitten. Super! En dan uiteindelijk is de dag aangebroken: het is zaterdag dertien oktober en het was nodig dat die dag eraan kwam. Wel wat stress gehad de laatste twee weken, niet alleen op werk, maar ook privé. Vorige week hadden ze tijdens de lunch nog ingebroken in de auto en de laptop gestolen en deze week had ter hoogte van de Brusselse ring, afrit Strombeek een blauwe bestelwagen me nog geramd langs de linkerkant. De Opel Astra is waarschijnlijk total loss, dus dat zullen nog wel wat zorgen zijn de weken bij terugkomst. Nu echter niet, want we staan thuis vroeg op, zo rond een uur of zes om de laatste zaken nog in te pakken en dan de auto te nemen naar Schiphol. We nemen de andere auto, want de Astra staat ergens ten velde in Machelen en we rijden zonder veel prolemen naar Schiphol. Ik had een reservatie op All-in parking Zuid en we komen daar na een kleine twee uur aan om half negen. Iets te vroeg, maar dat is nog OK, beter te vroeg dan te laat. Even alles regelen qua betaling, nummerplaat aanpassen, terugkeerdatum aanpassen, want die was fout doorgegeven bij reservatie en dan naar de luchthaven. Zalig!

Op tien minuten zijn we er en we kunnen in terminal drie al onmiddellijk inchecken. We hebben niet de mogelijkheid om al een boardingpas te printen, maar moeten gewoon naar de incheckbalie. Alles gaat vlot, niet te doen. Baggage afgeven, vragen om samen te zitten en dat kunnen ze nog regelen voor de trip naar Kuala Lumpur, Maleisië, maar niet voor het laatste stuk. Dat moeten we daar doen. We’ll see. We zorgen dat we een beetje cash bij ons hebben, kopen sigaretten en gaan dan nog eentje roken. Dan is het tijd om door de douane check te gaan en in Schiphol hebben ze hier nu iets nieuws. Als Europese burger kan je met een elektronisch paspoort alles regelen en moeten ze niets meer nakijken bij de douane zelf. Laat ons dat eens proberen. Deze rij gaat veel vlotter dan de rest, dus we zijn ook snel in de taxfree zone. We hebben nog geen ontbijt gehad dus we nemen een koffie met een broodje tonijn, een broodje mozzarella en een worstenbroodje. Dat konden we al wel gebruiken. We genieten van het ontbijtje en vinden het schitterend dat we samen nog kunnen vertrekken. We wandelen dan nog even rond hier en zoeken onze gate, we moeten naar de G9, daar nog snel even de controle van de handbagage en een bodyscan. Echt wel geestig om die eens te laten doen, want Nederland is een van de eersten die dit hebben. De vorige keren dat ik van hier vertrok was nog niet het geval, maar deze keer wel. We wachten daar tot we kunnen boarden en kunnen al snel op het vliegtuig. Uiteindelijk zitten we nog wel samen in de middengang van vijf zetels. Nog wel aangenaam, maar één van de zijrijen had nog beter geweest. Maar we zitten naast elkaar en voor een vlucht van meer dan elf uur is dat wel zalig. Na de priority boarding kunnen wij ook op het vliegtuig en we hopen dat we op tijd kunnen vertrekken.

En inderdaad om twaalf uur zetten ze de motoren in gang en kunnen we weg naar Kuala Lumpur, een schitterende gevoel. Hier zitten we nu wel voor de volgende elf uur, maar al na een uurtje krijgen we onze lunch. We eten iets en daarmee is er al een dik uur voorbij. Het gaat vlotjes, nog tien uur te gaan. Dan kijken we twee films en proberen daarna even te slapen. Vlot gaat dat niet, want in totaal slapen we slechts een uur of twee, telkens met een half uurtje, maar we kunnen perfect de eerste dag of dagen een beetje bekomen, zodat we die rust kunnen inhalen. Al bij al gaat de vlucht vlot en begint de crew een twee uur voor de landing al een ontbijtje te geven. Daarnet nog lunch, nu al ontbijt, da’s wel speciaal. We landen zachtjes in Maleisië en zitten nu toch al zes uur voor op de tijd van België. Nice! Er is nog niet veel geopend op de luchthaven, maar we kunnen al wel iets drinken en een sigaretje gaan roken. Maar eerst gaan we naar de transferbalie om te zorgen dat we ook de laatste vlucht naast elkaar kunnen zitten: seats 36 H en K, naast elkaar? Ja hoor, alleen een paar letters uit het alfabet overgeslagen en we zitten zelfs aan het raam. We drinken dus iets en gaan dan stilaan naar onze gate C24. Daar staat al wel wat volk te wachten en het is nog een uurtje voor vertrek. Maar wederom ook hier gaat alles vlot en kunnen we op tijd vertrekken voor een vlucht van drie uur. We vertrekken om 08:50 stipt en zouden dan in Denpasar, Bali, Indonesië moeten aankomen rond de middag. Super toch? En dan inderdaad vertrekt het vliegtuig op tijd naar Bali. Here we come!


Op de drie uur durende vlucht krijgen we nog eens lunch om ons perfect te kunnen aanpassen aan het ritme van deze kant van de aardbol: scampi’s met rijst en pikante saus en beef met aardappelen en groentjes. Na een vlucht van meer dan elf uur is een vluchtje van drie uur echt niet lang en al snel dalen we richting Bali. We vliegen over Java en dan zet de piloot effectief de daling in naar Denpasar. Het is nu zondagmiddag twaalf uur en we zijn op onze bestemming. We zijn echt superblij dat we het zonder veel problemen gehaald hebben. Het eerste dat ons heel erg opvalt is het grote verschil tussen de luchthaven van Kuala Lumpur en hier in Denpasar. Maleisië was echt mega-modern met zelfs rokersruimtes die we in andere luchthavens nog niet gezien hadden, heel erg strak. Bij aankomst in Bali merken we direct dat het hier een totaal andere sfeer is: heel erg authentiek en het lijkt erg oud. Daarom zijn ze hier ook grote werken aan het uitvoeren. Op de luchthaven zelf staan al temples in de typische stijl die we later in Ubud en waarschijnlijk in heel Bali nog te zien zullen krijgen. Het is echt een wereldschokkend verschil, maar elk van beide heft zijn charmes. We kopen twee visa van vijfentwintig dollar het stuk en dan gaan we langs de douane. Ook dat gaat weer heel snel en iets verder moeten we de baggage oppikken. Alles is er en dus kunnen we al naar buiten nadat we alles nog snel door een scan laten gaan. Ook hier weer geen oponthoud en dan komen we buiten in een broeierige hitte en drukte van Bali. Normaal moet er hier iemand staan die ons komt ophalen van het hotel en ons naar daar brengt. Tussen de vijftig mensen die hier staan te wachten moeten we die ene persoon zien te vinden. En inderdaad er staat iemand te wachten met een bordje TIMOTHY met vluchtnummer en uur van aankomst erbij. Schitterend! Die zal ons naar het hotel Oka Wati brengen dat we voor de eerste vier dagen gereserveerd hebben. Top! We nemen de bagage en twee kruiers helpen ons richting parking. Omdat we de visa met Euro betaald hebben, kunnen we ze al iets geven en ze beslissen zelf ongeveer wat ze krijgen. Tja, niet moeilijk ook. Ik had ze eerst het equivalent gegeven van een kwart Euro en dat is zelfs hier heel weinig. Alles goed geregeld en dan kunnen we de auto in.

Het is hier zelfs op de parking een drukte van jewelste, niet te schatten en dan op de weg (links rijden hier) is het nog erger. Een complete chaos, kleine brommertjes die links, rechts en averechts voorbij komen scheuren, auto’s die met drie naast elkaar staan waar eigenlijk slechts plaats is voor twee en zo van die dingen. Ze zijn hier dan nog aan het werken op verschillende plaatsen, dus daar komt het stof en dergelijke nog bij: de eerste indruk van Bali is totaal het tegenovergestelde van de tropische stranden die je op de foto’s ziet, maar dat zal nog wel komen zeker. We rijden zo een uurtje door vuile straten met oude gebouwen langs de weg, echt totaal niet wat je van Bali zou verwachten. Maar we zijn er en gaan er twee weken lang van genieten. Het duurt ongeveer een uurtje eer we in Ubud aankomen. De chauffeur zet ons af aan het grote voetbalveld en dit laatste stukje gaan we te voet. Het is maar zestig meter, dus ca va nog he. Uit de drukte van het centrum is het hier een oase van rust: een kleine open receptie en we checken snel in. Het is ongelooflijk dat alles zo vlotjes is gegaan: van thuis naar Schiphol, dan naar Maleisië, Bali en dan het vervoer naar het hotel: alles is perfect zonder vertraging gelopen, echt schitterend. We krijgen kamer 7B met zicht op het zwembad en de tuin en we vinden dit al echt prachtig. We pakken niet uit, maar doen wel snel iets anders aan, want het is hier best warm en vochtig. We genieten even van het mooie weer op ons terras en duiken dan al even in het zwembad. Dat spoelt direct de vermoeienissen van onze vermoeide lichamen af en dan kunnen we even het dorpje in. We zorgen eerst dat we geld hebben, kunnen maximum 1500000 Indonesische Rupiah afhalen, het equivalent van honderdtwintig Euro. Dat is even aanpassen met die grote bedragen, maar is nog wel OK en we zullen er wel snel mee weg zijn. We lopen even door de straten om de buurt wat te verkennen en bekijken al even de mogelijkheden om iets te eten vanavond. Op elke hoek van de straat staat wel een tempel of een heiligdom en vele Balinese dames komen met offerandes op hun hoofd toe. Veel lawaai zowel van het verkeer als de muziek en we worden even zot, dus zijstraatje in en wat water en cola kopen en dan iets zoeken om te eten. Het is rond zes uur wanneer we iets vinden en bestellen twee mojito mango (happy hour) en om te eten ribbetjes en vissaté. Het smaakt ons super goed, maar dan krijg vooral ik een klopje, dus na het eten nog een laatste mojito en dan naar de kamer terug. Daar nog even van de rust op ons terras bij kaarslicht genieten en dan bedje in. Het begint te regenen, soms hard en soms zachtjes tikken en dat zorgt ervoor dat we zonder veel problemen in slaap vallen. Echt een zalige nachtrust. Onze eerste dag zit er al op en we zijn echt super blij dat we hier zijn. Als deze eerste dag al zo zalig aanvoelt, wat geeft dat dan voor de volgende. Verslagjes daarvan volgen zeker.


Dag 03: Maandag 15 oktober 2012: Lazy Monday en Monkey Forest

Een zalig lange nachtrust met een paar onderbrekingen vooral door de harde regen. Maar dat kan ons eigenlijk bitter weinig deren, wanneer het ‘s nachts regent. En het regent niet echt, het giet, maar als het overdag alleen vochtig is en ‘s nachts regent de komende dagen, vinden we het al goed. Ik sta op rond een uur of zes lokale tijd en dat betekent dat ik toch een tien uur geslapen heb: zalig. Verslagjes schrijven, even internetten, maar dat lukt niet deze ochtend. Blijkbaar met een access code vandaag. Na een uurtje staat ook mijn liefje op en we kunnen al wat genieten van de geluiden van Ubud. In de ochtend horen we veel verschillende soorten vogels en er zitten er veel in de tuin van het hotel, echt zalige rust om ons heen en we genieten en vinden het zalig. Een kleine reiger heeft de weg gevonden van het rijstveld achter het hotel naar het water van het zwembad en paradeert een beetje over het domein: echt prachtig. Vlak voor ons terras in één van de palmen zien we een hagedis die wacht tot insekten zich binnen zijn bereik bevinden en zet dan de aanval in: even schetsen hoe zalig het hier is zo vroeg op de ochtend. Gisterenavond voor we gingen slapen, hadden we het ontbijt besteld: op het terras rond half negen komen ze alles brengen: omelet, scrambled eggs, vers fruitsap, yoghurt met citroen en vers fruit. Eerder die dag had ik nog verteld dat het fruit hier veel beter zou smaken dan thuis en dat klopt natuurlijk: tropisch fruit in een tropische omgeving, een echte winner. We eten met veel smaak het ontbijt en de eigenares komt even goede morgen zeggen en zich excuseren dat er citroen op de yoghurt is in plaats van honing: whatever, het smaakt ons keigoed, dus we genieten en genieten, net zoals we deze hele dag gaan doen en de rest van de vakantie.

We beslissen dat we er een lazy monday van gaan maken en dus gaan we even in en aan het zwembad liggen. De zon schijnt al goed en geeft al veel warmte, maar het is echt aangenaam: we hebben geen last van de vochtigheid en van de hitte. Afkoelen in het zwembad is er niet echt bij, want dat heeft ongeveer dezelfde temperatuur – in welke mate temperatuur belangrijk is natuurlijk – als de omgeving. Echt zalig toeven hier, dat hebben we rond dit uur al een paar keer tegen elkaar gezegd. Even wat uitrusten aan het zwembad en zelfs even kort in slaap vallen. Jetlaggewijs hebben we toch een beetje last, niet veel, maar we voelen wel dat we een nacht gemist hebben. De hele voormiddag doen we het heel rustig, even zwemmen, even rusten en al aan onze kleur werken. Dat is hier niet moeilijk, want ik ben zelfs een beetje verbrand in de schaduw. Tja, toch opletten met de zon hier rond de evenaar. Zonnemelk smeren is er niet bij voor mij en dat zal vandaag niet voor problemen zorgen. Een zalige voormiddag in het hotel, maar dan vinden we het stilaan tijd om toch even het dorpje in te trekken. We zitten in een heel rustige zijstraat van de Monkey Forest Road, dus het Monkey Forest kan niet ver weg zijn. We zoeken even in de Lonely Planet op waar we moeten zijn en vertrekken met de rugzak richting het apenbos. Gewoon de weg rechts naar beneden en na een kwartiertje wandelen langs de verschillende shops, banken, restaurants zien we het bos al liggen. Duidelijker kan het niet zijn, want er zitten twee oudere dames aan een tafel bananen uit te delen om de apen eten te geven. Wanneer een toeriste een banaan in haar hand houdt en die aan de apen toont, is ze volledig over haar toeren, want de apen zijn mensen echt gewend en ze kruipen zelfs op je armen, schouders en dergelijke. Ze doen alles om die banaan toch maar te krijgen.

Even roepen ze ons terug, want we moeten inkom betalen: 20.000 Indonesische Rupiah, omgerekend 1.5 Euro, dat is echt niet veel. Het is toch even aanpassen aan de waarde van het geld hier. Voor je het weet ben je met één miljoen aan het rondlopen en heb je eigenlijk maar een tachtig Euro op zak. Met dat bedrag kom je hier natuurlijk al wel ergens, maar een aanpassing is het zeker. We stappen het park in en zien al direct een paar grote beelden en natuurlijk veel apen, ah ja anders zou het niet het Monkey Forest genoemd worden he. Alle paden komen hier samen op een klein pleintje met watervoorzieningen voor de apen en vandaar vertrekt een pad naar de hoofdtempel: Pura Dalem Agung Temple. Even daar rondkijken, want je kan op het domein van de tempel zelf niet op. Het zicht is toch best leuk: vooraan staan drie rijen beelden en dan verspert een grote muur met hek de toegang tot het domein zelf: no access, only for prayer. En wij gaan hier niet bidden, dus we raken er niet op. Ook hier zit het vol aapjes en we wandelen even rond de tempel, zien het binnenplein, maar veel is er niet te zien. We zouden er echt op moeten kunnen wandelen, maar mag niet, dus doen we ook niet. Via het centrumplein wandelen we eens een ander pad op en komen bij de toeristenkraampjes, niet echt de moeite, dus gewoon verder naar de andere tempel, die van het kerkhof. Er staat hier een vijftigtal kleine stenen, die elk een graf aanduiden en de tempel zelf staat hier aan de linkerkant. Zoals bij elke tempel staan er heel veel beelden, maar deze is veel kleiner dan de vorige: ook wel eens de moeite, maar verder niet veel over te zeggen. En zoals steeds hier zijn de apen alomvertegenwoordigd: er zijn er zelfs die de stenen van de tempel aflikken. Je vindt hier apen van alle leeftijden: tussen een paar mini-aapjes zit een oudere, die de rust probeert te bewaren, maar door dat jonge geweld slaagt hij er niet onmiddellijk in.

De laatste tempel die we moeten bezoeken is de Holy Bathing Temple. Een lange trap brengt ons naar beneden naar een imposante stenen brug over een snelstromende rivier. Hier beneden tussen de slangenkoppen die het uiteinde van de brug aanduiden staat nog een derde tempel. De tempels hier zijn trouwens allemaal Hindu tempels. Het is best leuk om elke keer die beelden te zien en ik zal eens wat meer achtergrondinformatie zoeken over het hindoeďsme. Algemeen kan je stellen op Bali dat er drie belangrijke elementen zijn aan de godsdienst, de Tri hita Karana doctrine:

  1. Gods blessed life and created nature and all of its contents
  2. Nature offers sustenance to support the needs and activities of human beings
  3. Human beings have an obligation to establish a traditional village structure to build temples in which worship, to hold ceremonies, to make daily offering, to preserve nature and to solve problems together.

Tot zover wat eerste informatie voor de meerwaardezoeker. We wandelen terug richting uitgang en moeten daar toch nog even stoppen voor een prachtig zicht: een moeder makaak heeft een kleintje op haar buik en die is precies net geboren. Wanneer ze klein zijn, zijn die aapjes echt ongelooflijk cute, niet te doen: een moederhart smelt even naast mij. Het is al bijna vier uur en hebben nog geen lunch gehad dus we wandelen even terug naar boven en stoppen in het restaurant Sagittarius, toevallig het sterrenbeeld van E. Daar eten we iets kleins: sandwich en salade, niet veel, maar echt lekker, zeker de pikante dressing die op de salade is. We blijven hier niet lang en keren terug naar het hotel, waar we nog even rusten: eerst plonsen in het zwembad en dan nog even uitrusten en eens nakijken wat we eventueel morgen kunnen doen. Nog niet veel, maar we willen toch al even rondkijken. Ook rekening houden met de tijd wanneer S en de rest hier toekomt. We zien wel morgen.

Rond een uur of acht maken we ons klaar om iets te gaan eten, we stappen terug de hoofdweg af richting Monkey Forest en stoppen bij Three Monkeys om daar iets te eten met zicht op het rijstveld. Er zjn drie restaurants die zicht hebben op dit rijstveld en wij zitten in het meest linkse. Wel leuk dat dit allemaal verlicht is en we horen hier de typische geluiden van de jungle. Op minder dan twintig meter van de drukste straat van Ubud zitten we hier net als in het hotel in een oase van rust. We nemen het ervan en bestellen een fles rosé van Bali. Dat is buiten een sprankelende wijn de enige die hier gemaakt wordt, dus moeten we die zeker geproefd hebben. Zalig gewoon! We eten lam-lasagne en scampi met een salade en het smaakt echt wel zalig goed. We hebben nog wat wijn – leuk excuus – dus nemen nog een dessertje. Ook dit smaakt weer zalig en we hebben er een top restaurantbezoek opzitten en onze magen zijn weer goed gevuld. We vatten de terugweg aan naar het hotel tegen een uur of tien en zetten ons nog even op het terras en genieten ten volle van de rust. Als je hier niet tot rust kan komen en ZEN worden, kan je het nergens. Nog even wat napraten over vandaag en dan gaan we slapen. We hebben niet veel gedaan vandaag, maar het was toch een super-dag. Slaap lekker.

 

Dag 04: Dinsdag 16 oktober 2012: Dagje cultuur in Ubud

Het ochtendritueel is hetzelfde als de dag ervoor. Ik sta op rond een uur of zes en mijn liefje blijft nog een kwartiertje liggen en dan kunnen we samen beginnen genieten van een nieuwe prachtige dag in Bali. Eerst even surfen dankzij de gratis Wi-Fi in het hotel en dan rond een uur of acht brengen ze het ontbijt op ons terras: echt zalig om deze zonnige dag op die manier te beginnen. En het wordt allicht nog beter vandaag. We worden op ons gemak wakker en hebben dan een paar opties. We kiezen voor de optie rustig aan de dag beginnen en dat betekent even zwemmen in het zwembad. Wakker zijn we dus al onmiddellijk en we genieten van het warme zonnetje in een tropische tuin van het hotel. Het lijkt echt nog steeds of we uit onze kamer stappen in een tropisch regenwoud. In de tuin bevinden zich prachtige bloemen, de vogels komen hier fluiten in de bomen vlak voor onze neus en twee hagedissen hebben zich op een paar palmbloemen genesteld, wachtend op insecten die voorbijvliegen. Op deze manier beginnen we aan de dag. We doen een paar baantjes in het zwembad, leggen ons dan te drogen op de ligstoelen. De zon is al door de wolken komen kijken, want deze nacht heeft het weer aardig geregend. Op deze manier is het echt zalig: lekker warm overdag en ‘s nachts regen en afkoeling: super gewoon!

De voormiddag is heel erg rustig: zwemmen, opdrogen, zwemmen, opdrogen, lezen tot we een paar SMS’en uitwisselen met S. Zij zijn hier gisterenavond toegekomen net voor middernacht, nog snel een hotel gezocht en gevonden en we zullen rond een uur of één afspreken om te gaan lunchen. Afspraak aan het voetbalveld hier vlak voor onze hoteldeur. We zorgen dat we er op tijd zijn en zien vier personen over het voetbalveld wandelen: de ene al met een wittere huid dan de andere: dit moeten ze zijn. Het is een leuk weerzien met S, W, G en W. Zeker Sarah is een tijdje geleden dat we die nog gezien hadden, want die zit al een maand in Azië. Aan tafel bij Sjaki’s Warung krijgen we alle verhalen in korte versie te horen over Sumatra, Java en Maleisië. Ze moet zich echt goed geamuseerd hebben dankzij de goede zorgen van de Indonesische bevolking. We eten alle zes echt Indonesisch: Nasi Campur en Gado Gado. Het is allemaal echt lekker en we steunen er tegelijkertijd nog een lokaal project mee voor mentaal gehandicapten. Echt goed van ons. Het is echt zalig lekker en helemaal niet duur, hoewel S dit kan vergelijken met de rest van Indonesië en het dan wel iets duurder is. Omgerekend eten we hier voor twee Euro per persoon en de drank is even duur. We praten nog wat over potentiële volgende stappen en plannen voor de rest van de vakantie en dan gaan we uit elkaar. De vier gaan naar het Monkey Forest en wij gaan een paar tempels bekijken.


Wij nemen de hoofdstraat naar het Ubud Palace en daar even naar links zodat we aankomen bij de Pura Taman Saraswati (Ubud Water Palace). Het paleis heeft zijn naam niet gestolen, want voor het paleis ligt een grote vijver gevuld tot de nok met lotusbloemen. Ervoor is een café met de naam Café Lotus, ook een makkelijke. Het paleis is opgericht voor de godin Dewi Saraswati, de godin van wijsheid en kunst. Het is echt een schitterend zicht met de grote groene bladeren van de lotusbloem en dan natuurlijk de bloem zelf. Ze zijn mooi roze, zowel de knoppen als de bloem zelf, echt een prachtig plaatje met het paleis op de achtergrond. Één opmerkelijke statement waar je hier rekening mee moet houden: Entrance is forbidden to women during menstruation. Dat had ik ook al gelezen in de Lonely Planet en er zijn nog andere momenten waarop vrouwen de tempels en paleizen niet in mogen: tijdens en vlak na een zwangerschap. Dat is nu niet aan de orde, plus we gaan het paleis zelf niet in. We genieten vooral van de mooie watertuin met de lotusbloemen en het prachtige paleis. Echt wel heel erg mooi. Van hieruit wandelen we de straat terug richting markt en nog een volgende tempel. Hoewel, dit is een klein tempeltje, maar blijkbaar heel erg geliefd bij de Indonesiërs, want de beelden staan vol met offerings. Overal op en tussen de beelden staan kleine vierkante vlotjes uit bananenbladeren met de typische offerings die we hier langs de straat al gezien hebben. Hier is het echter zoveel aanwezig dat je bijna de beelden zelf niet meer ziet. Tot vijf etages hoog staat hier alles opgestapeld. Het is wel een erg leuk zicht. Op het moment dat we daar langskomen, is er een vrouw bezig een aantal zaken te zegenen en is diep verzonken in gebed. Echt wel leuk om dat eens echt te zien gebeuren. Het normale leven gaat errond gewoon verder met de geluiden en stank van de brommers. Ze rijden hier tussen alles tussen, zelfs in een klein smal stukje waar je je amper kan draaien met de rugzak, proberen ze met de brommer al rijdend zich een weg te banen.


Vlak ernaast is de markt: een allegaartje van kledij, souvenirs, eten, alles ligt en staat en hangt hier door elkaar. Ook het afval van het eten en dat zorgt in deze omgeving voor een niet al te aangename geur. Het stinkt hier verschrikkelijk met andere woorden. De markt ligt dan ook tussen verschillende gebouwen en met een verdiep omlaag kan er daar nog minder lucht circuleren. Zoals je wel kan denken, blijven we hier niet al te lang en wandelen de weg evenwijdig met de Monkey Forest Road af tot we aan het voetbalveld uitkomen. We stappen nog even de Jl Dewi Sita in om eens te kijken wat er daar nog te zien is. We willen even ontsnappen aan de drukte, maar dat lukt niet in deze straat zelf, dus gaan we even de tentoonstelling binnen (in open lucht) van een art gallery. Hier horen we plots niks meer behalve de vogels die fluiten, de krekels die tsjirpen en een waterval die met licht geraas naar beneden valt. Wederom op een paar meter van een drukke straat een oase van rust. We wandelen even door de tuin en bekijken de beelden met nog meer offerings: op elk beeld staat een bananenblad met de gekleurde bloemen en meestal ook met stukjes eten. Echt wel de moeite sommige en je kan er niet naast kijken, want er liggen er zo veel hier in Ubud. Het is ondertussen al iets over vier uur en we keren terug naar het hotel om daar nog even te genieten van de rust en het zwembad. In deze hitte is het echt zalig om even af te koelen in het zwembad en te drijven op het water. We genieten dan ook met volle teugen. S en de bende zitten een cocktail te drinken bij Cinta en wij rusten even uit op het terras. We kijken even op het bord aan de receptie en vragen welke dansen de moeite zijn en waar we daarvoor moeten zijn. Ze leiden ons naar de Jl Dewi Sita en daar in restaurant Bollero zitten de vier om iets te eten. We zetten er ons bij en eten lekker: kip in rode curry en Beef rendang, ook wel best te smaken. De Indonesische keuken kan ons wel behagen. We drinken er gewoon iets fris bij en dan is het stilaan tijd om ons te verzetten om de dansers en danseressen te gaan bekijken.

We wandelen de straat uit en op het einde worden we al aangeklampt door een oudere dame die ons direct tickets wil verkopen voor “Barong & Keris”. Dit was niet echt de voorstelling die we wilden volgen, maar dat doet er eigenlijk niet veel toe. Als we maar iets gezien hebben van de voorstellingen waar Ubud zo bekend voor is. De voorstelling vindt plaats in de Pura Kloncing in Jl. Hanoman Padangtegal Kaja. De voorstelling is net begonnen en we zien de barong toekomen met een aap die rare dingen aan het doen is. Volgens de brochure erbij is dit slechts een introductie, maar veel moet je van heel het verhaal niet snappen, zeggen ze zelf. Het komt neer op de strijd tussen chaos en orde. Te veel chaos leidt tot totale disentegratie en te veel orde leidt tot stagnatie. Er is nood aan een dynamische balans tussen de twee. Drie danseressen komen ook ten tonele en ook dat is wederom prachtig en speciaal uitgevoerd. Wat die allemaal kunnen met hun vingers en ogen is bijna niet menselijk. Alles wordt opgeluisterd met muziek die je in een trance kan brengen. Langs beide kanten van het podium (groot deken op de grond) zitten mannen op  drums en verschillende soorten xylofoons. Een houten basis met ijzeren platen erop die gestemd zijn op verschillende tonen. Er is één muzikant bij die zich beperkt tot het slaan op een ijzeren tamboerijn, gewoon de hele tijd door op hetzelfde ritme zonder veranderingen en zonder iets van accenten erin te leggen. Dit draagt bij tot het trance gevoel van de muziek. De stemmingsveranderingen worden meegegeven door de anderen. In totaal zitten ze er toch wel met een man of twintig en het heeft echt een effect op ons. Op sommigen zelfs meer, want een Chinese dame heeft het even moeilijk wakker te blijven. Op een bizarre manier is het echt wel zalige muziek. Zij ondersteunen de gebeurtenissen on stage. Het verhaal gaat verder, maar we begrijpen niet veel van de verhaallijnen, dus genieten gewoon van het stuk toneel dat ze hier opvoeren. Twee rare creaturen komen op: de ene met een monstermasker in het wit en met lange witte haren: dikke slierten pluimen lijkt het wel, de andere met eenzelfde soort masker maar de rest alles in het zwart. Volgens de brochure zijn dit Durga en Kalika, die samen met Kunti en Sahadewa, leden van de koninklijke familie, de hoofdrollen voor zich nemen. De kostuums zijn echt prachtig zowel van de demonen als van de prinsessen, echt schitterend gemaakt. Op het einde wordt er terug een evenwicht hersteld door de Barong en daar draait het helemaal om: terug evenwicht maken door voor een balans te zorgen tussen orde en chaos. Het totale spektakel duurt ongeveer anderhalf uur en dan keren we terug richting voetbaldveld om daar in de buurt nog iets te zoeken om te drinken. We hebben er echt van genoten, het meeste nog van de kostuums, de dansen en de muziek, want het verhaal snappen we zelfs met de brochure in de hand nog niet helemaal.

We drinken allemaal nog een cocktail, de meesten gaan voor een Lobong-cocktail, dat is de lokale Balinese spirit, gemengd met grenadine, sprite of iets anders. De ene is al zoeter dan de andere en elke cocktail smaakt een beetje kokosachtig. Het is lekker en we amuseren ons nog wel een tijdje. Even korte analyse van het stuk en dan gewoon wat praten over koetjes en kalfjes. Echt wel leuk. We trekken het hier nog een klein uur en dan gaan we slapen. We stappen op een paar minuten naar de dichtste ATM, maar die werkt niet deze avond; morgen opnieuw proberen. Om dan nog water en dergelijke te kopen, hebben we niet voldoende geld bij ons, dus naar de kamer, nog even van de rust genieten en dan iets voor twaalf bedje in. Voor ons is deze dag al direct die waarop we het laatste zijn opgebleven. Sweat dreams, Bali!






Dag 05: Woensdag 17 oktober 2012: Dagje natuur in Ubud: wandeling door de rijstvelden

Het was gisteren wel laat met het toneel en daarna nog iets te gaan drinken, dus we kunnen onze nachtrust goed gebruiken. Het is dan ook bijna acht uur eer we wakker worden en ik heb wel een beetje last om deftig op te staan, niet veel zin om uit bed te komen. Ik denk wel dat dat bekend is voor jullie. Om acht uur brengen twee mensen van het hotel ons ontbijt op het balkon en dat vinden we weer zo super. Als je het nog niet doorhad, we zijn hier echt van elke minuut en elke seconde aan het genieten. De zon staat al iets hoger dan de vorige dagen, want we zijn later wakker. We eten het ontbijt met een koffie en een mix-juice van tropisch fruit, echt wel lekker, maar de banaan vinden we nog beter. Na het ontbijt laten we S weten dat we niet samen de wandeling door de rijstvelden gaan doen, maar er een romantische wandeling met ons twee van gaan maken. We maken ons om iets over tien klaar om één van de wandelingen te doen die in de Lonely Planet beschreven staan. Dit wil zeggen dat we voldoende water meenemen: drie liter zou moeten volstaan. We kunnen een lege fles water vullen aan de receptie. Het water is niet echt koud, maar veel hotels hier bieden deze service aan om minder plastic flessen in omloop te hebben. Als elke tourist hier elke dag twee flessen koopt en weggooit, dan ligt binnen een paar jaar het hele eiland vol flessen en dat kan niet de bedoeling zijn. Wij helpen hiermee een beetje en kopen geen nieuwe fles, maar vullen de fles hier.

Het is iets over tien en dan zijn we weg voor de wandeling richting Penestanan en Sayan. Het is een wandeling van 6,5 kilometer en zou iets van een vier uur moeten duren. We zien wel wat het wordt. We stappen het hotel uit en gaan naar Ubud Palace op de hoek van de straat en daar vertrekken beide wandelingen die beschreven staan. Wij gaan voor de kortste, maar die wel het langste zou kunnen duren. Maar eerst snel nog wat cola en koekjes kopen, zodat we zeker geen last hebben van een knagende maag onderweg en water hadden we al voldoende mee. We slaan linksaf aan het Ubud Palace en we kunnen hier in een ATM wel geld afhalen, niet zoals gisteren.  Alles dus geregeld wat moest geregeld worden en dan kunnen we vertrekken. We wandelen de drukke straat af en willen hier eigenlijk vanaf, want in deze drukte langs de weg wandelen is niet echt een pretje. Onze eerste stop is de Campuan bridge. Het is niet echt een stop, maar gewoon even genieten van het uitzicht. Een kleine rivier stroomt hier onder een ijzeren brug en links van deze is een oude houten brug en die nemen we. Dan moeten we geen rekening houden met voorbijrazende auto’s en brommers. Veel beter. Iets verder achter het Blanco Renaissance Museum nemen we een steile weg omhoog. Die brengt ons richting het kunstenaarsdorp Penestanan. De weg gaat omhoog en omlaag en langs de kant van de baan lopen vrouwen met takkenbossen op hun hoofd of met manden met eten. Dit is al veel beter te doen dan op de andere weg, want hier is het al veel minder druk. In de schaduw is het goed te doen, in de zon zelf omhoog is het lekker warm, zelfs heet, want daar brandt de zon wel. We stoppen even buiten Penstanan bij een schooltje waar het net speeltijd is: dit concept is blijkbaar wereldwijd bekend. De kinderen lopen de straat op en over zonder kijken, terwijl anderen hen aanmanen tot voorzichtigheid. Vlakbij de school staat nog een tempel, waar we ook eens een kijkje nemen. Niets speciaals, maar steeds leuk. We volgen de weg verder naar het dorpje Sayan en daar zoeken we het Sayan Terrace Hotel. Een local vertelt ons dat het iets verder is en we vinden het zonder problemen.

We stappen het domein van het hotel op, passeren enkele kamers en dan stopt de beton. Van hier gaat het steil naar beneden over een zandwegje. Even denken, komt dit wel goed, maar mijn liefje ziet het perfect zitten na toch even een twijfelmoment. We gaan ervoor. De eerste gids wimpelen we af, want we hebben er niet echt zo een goed gevoel bij: hij ziet er toch een speciaal typetje uit. En dan komt er een andere opdagen en die vertelt wat hij doet, hoeveel het kost en waar we naartoe gaan. Het lijkt ons wel geestig deze wandeling met gids te doen. Ik heb niet de gedachte om af te bieden, waarschijnlijk veel te veel betaald. Dat doet er niet toe want hij zal ons nog wel helpen tijdens de wandeling. We gaan voetje voor voetje langs de steile berghelling, maar het vlot wel lekker. Op een bepaald moment zijn er een paar treden weg, dus ik spring er gewoon af en hef mijn liefje naar beneden. De gids verklaart me gek, maar ja dat weet iedereen toch al. We raken zonder veel problemen beneden langs de rivier en zelfs tijdens de afdaling hebben we al een prachtig zicht gehad op de Sungai Ayung, dat is de rivier beneden in de vallei. We zien al direct dat langs beide kanten van de rivier overal rijstvelden zijn en de gids legt ons uit hoe ze dat hier precies doen. Ze irrigeren het land met water uit de bergen en weten perfect wanneer het mag geoogst worden. Op de rechteroever (onze linkerkant) zijn ze de oogst al begonnen voor de tweede keer dit jaar. Langs onze kant moet de rijst nog groeien en zien we de stengels met de kleine rijstkorreltjes er nog in. Echt wel een super idee die gids: niet alleen voor de uitleg, maar hij geeft ook goede tips waar we best onze voeten zetten wanneer we ergens op- of af moeten klauteren. En dan ineens staan we voor een hek. Enkele boeren hebben hier hun privé-eigendom afgezet met paaltjes zodat wandelaars er niet langs kunnen, tenzij ze tol betalen. Wij betalen 55.000 IDR en kunnen erdoor. Vaak gebeurt het wanneer toeristen hier zonder gids komen dat ze 50 tot 80 duizend IDR betalen pér persoon, dat is al een stuk duurder. Hij laat ons over zijn land wandelen en het pad is hier ook goed onderhouden, dus blijkbaar moeten er hier wel wat mensen passeren.

De tocht gaat verder langs de rivier en we genieten van de wandeling met volle teugen. Hier is alles plat, dus geen last om te klimmen of te dalen en we hebben wel wat verkoeling van schaduw en af en toe een zeldzaam zuchtje wind in de vallei. De gids brengt ons door tropisch regenwoud afgewisseld met rijstvelden en het is echt zalig. Over de rivier hangen regelmatig luchtwortels van bomen, die bijna tot aan het water zelf komen, terwijl iets verderop een kleine waterval naar beneden loopt om uit te monden in de rivier. Echt het is hier gewoon super. Mooie kleurrijke vlinders fladderen over de velden: bruin-oranje achtige, maar ook schitterend blauw-zwarte. Het is alleen moeilijk om hier foto’s van te nemen, want ze blijven natuurlijk niet zitten. We krijgen wat extra informatie over katoenbomen en papaya-bomen en moeten daarna opnieuw door het land van een boer. Weer tol betalen en dan stoppen in de schaduw om nog een beetje zonnemelk te smeren vlakbij een dam die nog gebouwd is door de Nederlanders in 1927. Van daar brengt de tocht ons naar een iets breder deel van de rivier waar ook aan wild water rafting gedaan wordt. Het water is niet zo wild, maar we denken toch dat het een aardig tochtje is. We bereiken stilaan de brug waar we de rivier moeten verlaten en terugkeren naar de bewoonde wereld: het dorpje Kedewatan. Hier starten de rafters en hier moeten we ook een trap op. We tellen de treden niet, maar in deze middaghitte is het echt wel zwaar. We bereiken een punt waar we de rijstvelden terug inkunnen en dat doen we dan ook. Dat is iets makkelijker stappen en een mooier zicht dan de steile stenen trappen met om de paar meter mensen die zaken proberen aan de man te brengen: echt brol waarschijnlijk waar we ook niet de rest van de vakantie mee willen sleuren, dus no shopping. Het stuk door de rijstvelden is echt zalig. In het begin staan de stengels nog echt heel erg laag en iets verder zien we de verschillende stadia van de rijst: net geplant, iets groter en ook klaar om te oogsten. We wandelen helemaal naar het einde en daar rusten we even uit in de schaduw en genieten van het zicht over de rijstvelden. In verschillende terrassen zien we de rijst met op de achtergrond het tropisch regenwoud, echt een zalig uitzicht, niet te schatten. We blijven hier een kwartiertje rusten en ondertussen belt onze gids een taksi (geen typfout, want zo wordt dat hier geschreven) en iets later kunnen we met de taxi terug naar Ubud. Het is waarschijnlijk een vriend van hem die hij snel opgetrommeld heeft, maar dat maakt ons niet uit: tien minuten later staan we aan het voetbaldveld en stappen we terug naar het hotel. We zijn echt keitevreden dat we die wandeling gedaan hebben, ook al was het een beetje vermoeiend door een paar beklimmingen en in deze hitte op het heetst van de dag.


Onze volgende beslissing is echt een makkelijke, want we gaan een plonsje doen in het zwembad en even overleggen wat we morgen gaan doen. Helemaal naar Pemuteran zien we niet zitten, dus we verkiezen Lovina in het noorden van Bali. Van daaruit zouden we ook het een en ander moeten kunnen bezichtigen, dus we’ll see. Het zwembad is echt zalig na zo een wandeling en we rusten wat uit. Op het terras drinken we iets en eten een snackje. Het is te laat om nog iets te gaan eten, dus beperken ons tot koekjes en een beetje chips als aperitiefhapje. En wederom genieten we van de rust, het weer en van ons samenzijn: ZALIG! Nadat we gezwommen hebben, ga ik aan de receptie transport naar Lovina regelen. Het zal een drie uur duren met enkele tussenstops en ik krijg de prijs naar beneden van 600.000 IDR tot 450.000. Niet slecht onderhandeld. Morgen om elf uur zijn we weg uit Ubud. We gaan nog een tweede keer afkoelen in het zwembad en dan maken we ons klaar om te gaan eten. We zaten aan paar dagen geleden bij Three Monkeys aan het rijstveld en gaan nu naar hetzelfde rijstveld, maar naar een ander restaurant: Rai Pasti’s. Dit ziet er veel authentieker uit en is ook veel goedkoper. We eten Mie Goreng en Nasi Campur en laten het ons weer smaken: super lekker weer. We drinken er een cola bij en een biertje. De lokale Bintang is wel te drinken en de grote flessen zijn echt wel groot: 620 milliliter. We nemen nog een nagerecht, fruit met een bolletje ijs en ook dat is weer keilekker. Tropisch fruit op een tropisch eiland: yep, check! We spreken af met S, W, G en W om nog iets te gaan drinken en nemen het ervan: mojito. Dit kost meer dan het eten deze avond. Twee mojito’s zijn 130.000 en het eten was alles samen 121.000, hoofd- en nagerecht. Allemaal wel straf hoor. We spreken af in Kafe Batan Waru en spreken over de wandelingen vandaag en wat er nog op de planning staat. Alles een beetje afgestemd en tegen een uur of elf gaan we terug naar ons hotel, nog even genieten op ons terras en dan tegen middernacht gaan we slapen. Een vermoeiende dag, maar echt wel een heel leuke. Hopelijk komen er nog zo’n de volgende dagen en daar zijn we wel zeker van. We vallen in slaap met het geluid van de krekels en de geluiden van het tropisch regenwoud.


Dag 06: Donderdag 18 oktober 2012: Verplaatsing naar Lovina en onderweg drie stops

Vandaag verlaten we Ubud en is het tijd om vaarwel te zeggen aan Oka Wati hotel en de goede zorgen die ze ons hier hebben gegeven. Ze bieden hier een zalige lokatie, een zeer vriendelijk onthaal en algemeen een goede service: leuke kamers, schitterende tuin en zwembad, echt een zaligheid om hier van het drukke België en het nog drukkere Ubud-centrum te ontsnappen. Het is eigenlijk heel erg OK om hier te zitten, echt een zalige stad en zalige plaats om de vakantie op Bali te beginnen. Maar vandaag vertrekken we hier naar onze tweede stop tijdens de toer op Bali. We hebben zoals gezegd gisteren het transport naar Lovina al geregeld en de driver komt ons ophalen tegen een uur of elf. Maar eerst genieten we nog volop van het ontbijt en het zicht hier op de tuin. De huis-eekhoorn hebben we hier elke dag gezien en dus ook deze ochtend. Hij komt vlakbij het terras in een palmboom zitten alsof hij ons een goede reis komt wensen. De hagedis komt ook op zijn vertrouwde plaats zitten en wacht tot hij insecten kan vangen die op de palmbloemen komen zitten. Dit beschrijft ongeveer de sfeer die in dit kleine rustieke hotel hangt, zalig om hier een paar nachten te vertoeven. Na het ontbijt schrijf ik het verslag, bekijk even nog de foto’s, terwijl E de bagage regelt. Op een kleine drie kwartier is het allemaal gedaan en we genieten nog even verder van de rust hier. We hebben nog geen hotel geboekt, maar dat zullen we nu eens doen dan. De Wi-Fi is terug beschikbaar en dus kijken we even op bookings.com om na te gaan welke hotels er zijn en hoe duur ze zijn voor vijf overnachtingen. Blijkt dat er in Lovina langs een drukke straat een hotel is dat slechts 191,97 kost voor de vijf overnachtingen. Dat kunnen we toch niet zomaar laten liggen, dus we reserveren onmiddellijk vanaf vandaag tot de drieëntwintigste. Cool, snel geregeld, dus alles OK: transport – check, hotel – check. Heel erg op ons gemak kunnen we dus verder inpakken. Het enige wat ik nog moet doen is de twee rugzakken en we zijn klaar, echt schitterend. Dank je liefje, om de grote koffers in te pakken.

Het is twintig voor elf ondertussen en we brengen de bagage naar beneden. Tenminste, ik breng de bagage een trap lager en daar neemt het personeel het van me over. Stom, want ze hadden het ook van helemaal boven willen komen halen. We checken uit en betalen in totaal 2.681.605,00 IDR, 219 Euro. Nadat dit geregeld is, brengen onze driver en iemand van het hotel de koffers naar de hoofdstraat waar de auto staat en dan kunnen we vertrekken richting noordkust. Joepie, aan het strand zitten, altijd wel leuk. We vertrekken voor een rit van ongeveer vijf uur, met een tussenstop voor twee tempels, dik OK, dan hebben we die ook al zeker mee. We rijden nog even door de drukte van Ubud, stoppen even om te tanken en kunnen dan het centrum verlaten. Via kleine wegjes rijden we richting de hoofdweg van het zuiden (Denpasar) naar het noorden (Singaraja – Lion King). En ik bedoel eigenlijk hoofdwegje, want de verbinding noord-zuid wordt eigenlijk verzorgd door een iets bredere weg, maar nog steeds niet echt een grote baan. Dat hadden we ook niet echt verwacht. In de buurt van de aansluiting met de grote weg stoppen we voor een bezoek aan de eerste tempel, de tempel van Mengwi. Pura Taman Ayun is een tempel bij Mengwi ten westen van Ubud op Bali. Taman Ayun betekent letterlijk mooie tuin en dat zien we hier ook. De tempel is gewijd aan de voorouders van de vorsten die tot 1892 over Mengwi heersten. Pura Taman Ayun stamt uit 1634 en is gelegen in een watertuin met aan drie zijden een gracht met lotusbloemen. Je bereikt de tempel via de hoofdpoort (Kori agung) met een beeld van Sai. Er zijn diverse meru-torens die de bergen voorstellen, de plaats van de goden. De hoogste meru (rechts achteraan) heeft elf verdiepingen en stelt de berg Gunung Batukau voor. De chauffeur zet ons af vlakbij de ingang, we betalen 20.000 IDR voor twee personen en gaan door de hoofdpoort naar binnen. We wandelen naar de eigenlijke tempel en genieten van het zicht van de torens, echt erg mooi. We zijn via een grote binnenplaats (jaba) tot hier gekomen. Langs de rechterkant staan verschillende hoge torens, een stuk of tien en de achterste is echt de hoogste, maar ook heel erg mooi. Ertussen en errond staan stenen ornamenten en je kan echt wel zeggen dat die prachtig versierd zijn. Je ziet hier de details van de koppen met tong uit de mond en ook andere prachtige versieringen. Achter de ommuurde tempel is een prachtig aangelegde tuin en ook daar wandelen we even rond, want daar is veel schaduw en in de zon is het best al heet, dus goed drinken en goed insmeren met zonnemelk. Wederom fladderen hier heel erg veel vlinders rond, maar het blijft lastig die een beetje deftig te fotograferen. De prachtig aangelegde tuin biedt ook plaats voor een kunstenaar die je echt wel een Kunstenaar kan noemen. Prachtige schilderijen van goden en godinnen en ook van vijvers en kanalen met lotusbloemen, echt schitterend. We hebben afgesproken om hier vijfenveertig minuten te blijven en de tijd vliegt echt heel snel, want we moeten al bijna terugkeren. We nemen de weg door de tuin terug naar de toegangsbrug, stoppen eerst nog even op een soort wachttoren en klimmen naar boven en dan terug naar de ingang. Nu valt het ons op dat sommige beelden ook een gezicht hebben langs de achterkant. We dachten al wel bij vorige bezoeken dat dat het geval was, maar toen waren die een beetje verweerd door de natuurelementen.

Na dit bezoek van drie kwartier stappen we opnieuw in de auto en dan rijden we verder naar de tweede tempel: Pura Ulun Danu Bratan. Dat zou nog een dik uur rijden moeten zijn, maar na een half uurtje stopt de chauffeur al eens. Toevallig is dat bij een tourist trap, hoewel we het toch een leuke ervaring zullen vinden. De stop heet “Coffee Break” en er staat een foto van een soort kat met koffiebonen. Sommigen zullen nu al weten wat dit betekent. Een Balinese van een jaar of zeventien ontvangt ons met open armen en leidt ons even rond in de tuin van de plantage. Het is een koffieplantage, maar ze telen hier ook kruiden. Ze laat ons aan kruiden en fruit en dergelijke eens ruiken en we kunnen ook een paar dingen proeven. De meest opvallende zijn de cacao, kleine mini-baby-ananasjes en natuurlijk de koffieplanten en bonen. Een leuk beeld is ook om te zien hoe ze hier de koffie branden. Een iets oudere dame roert in een soort wok en brandt zo de koffie, echt wel geestig om te zien dat ze het hier allemaal zo ambachtelijk doen. Er staan een hele hoop kruiden op een tafel ernaast en we zijn echt wel een beetje verrast wanneer we zien hoe kurkuma en nootmuskaat eruit zien voor ze gemalen zijn of hoe de nootmuskaat eruit ziet voordat wij die thuis kunnen raspen. Kurkuma ziet eruit zoals een wortel en is langs de binnenkant echt mooi oranje. Weer iets bijgeleerd, zalig toch. Ook over sambal leren we iets bij: wanneer je het blad van de plant trekt, ruik je zelfs de geur van sambal al en dat kan je perfect malen en zo je eten een beetje extra pit geven.

We stoppen dan aan een bankje waar een dertigtal potjes met thee en koffie staan en een een hele hoop kopjes. Tja, dat was wel te verwachten: we mogen van de koffie eens proeven, maar ook van de thee en zeker de speciale koffie (robusta): Kopi Luwak. Dit krijgen we als eerste te proeven, mits betaling van 40.000 IDR, dus ongeveer vier Euro voor een tasje koffie. Dit is de eerste zoals gezegd en de rest van de koffies vallen bijna in het niets vergeleken met deze. Echt zalig lekker, maar wel duur. De koffie is gemaakt van bonen en bessen die opgegeten zijn door de Asian Palm Civet, een soort civetkat dus. Het meisje stelt ons gerust dat we ons over de ‘poo’ geen zorgen moeten maken, want de bonen worden voor ongeveer drie uur gewassen met warm water dan te drogen gelegd en daarna gebrand, dus alle restanten van uitwerpselen zullen wel weg zijn tegen dan.  Doet er verder ook niet echt veel toe, want de koffie op zich smaakt gewoon zalig lekker. Buiten deze soort koffie krijgen we gratis nog enkele andere soorten koffie te proeven: Balinese gewone koffie, cacao-, ginseng-, mokka- en vanillekoffie. Naast koffie bieden ze ons ook thee aan: hibiscus, lemongrass, ginger en nog een aantal andere. In totaal kunnen we iets meer dan tien soorten proeven en de beste drinken we helemaal op: dat is natuurlijk de Kopi Luwak. De wandeling door de plantage gaat naar het verste punt en daar hebben ze een winkeltje waar je alles kan kopen uit de proeverij. Wij gaan voor drie dingen: een zakje bonen Kopi Luwak Arabica, een zakje Lemongrass thee en dan een pakketje met cacao-koffie en ginger, dat wordt een zalig-genieten-moment wanneer we terug thuis zijn. Het is niet goedkoop, maar als je dit van hier kan meebrengen zal het allicht veel goedkoper zijn dan het vanuit België te laten opsturen. We betalen in totaal toch wel zestig Euro voor dit hele boeltje. Op de terugweg naar de parking zien we nog de civetkat zelf: twee baby’s en twee volwassenen in een kooi en dan nog één laatste stop bij een peperplant. Niet de peper van de peperbolletjes, maar de pikante peper en dit moet de meest pikante zijn van Bali. Dat moet ik eens gezien hebben. Eigenlijk zien de mensen rond mij vooral dat dit heel pikant is, want ik sla al snel een beetje rood uit. Niet onmiddellijk echter. De eerste kleine hap (een klein puntje) valt nog mee, maar dan wordt het heel erg pikant en er is maar vier millimeter opgegeten van deze peper: echt zalig. Mee naar huis nemen en thuis eens een paar mensen laten proeven, dat wordt lachen.

We vertrekken met de chauffeur richting Lovina en gaan nu de bergen in. Het wordt meer bewolkt en er vallen af en toe zelfs een paar druppels. Dat is niet zo leuk, want we moeten nog stoppen aan de tweede tempel van de dag. Onderweg zien we een paar speciale middelen om je te vervoeren. Het eerste is nog OK: met twaalf achteraan in een pickup en drie vooraan. Het andere is gewoon een truck met bak waarin ze met meer dan twintig rechtop staan. Dan een beetje regen en wind, echt ideaal als vervoersmiddel. Een geluk dat ze geen autopech hebben, hoewel er genoeg garages zijn hier langs de weg. Één ervan heeft echt zijn naam niet gestolen: knalpot. Je ziet duidelijk dat er hier vroeger Nederlanders hebben gezeten. Gewoon zalig! De weg door de bergen is echt super! Vergezichten na elke bocht op de bergen, de terrassen, de wolken rond de vulkanen, echt prachtig. We vragen de chauffeur eens om te stoppen en we kunnen even een kijkje nemen over de vallei en de bergen, echt ongelooflijk zalig om dit te kunnen bekijken. Terassen van rijstvelden, terrassen gewoon van andere gewassen en dit allemaal in een berglandschap, precies of we door de Alpen rijden, hoewel het hier Oosters is en er geen alpenweiden zijn, eigenlijk is het alleen het berglandschap, maar soit, dat doet er niet echt toe.

We komen dan bij de tempel Pura Ulun Danu Bratan. De tempel ligt op de oever van het Brata-Meer dat een belangrijke rol speelt in de irrigatie van de omgeving. Het is gelegen op een hoogte van 1200 meter en het is beduidend koeler hier. Zoals de vorige keer zet de chauffeur ons af vlak voor de ingang en gaat dan parkeren. We betalen de inkom (60.000 IDR), iets duurder dan de andere, maar nog steeds OK. De Lonely Planet geeft aan dat het 10.000 is per persoon, maar dat zal een beetje gedateerd zijn. Alles wordt ook hier in Bali dus duurder. De tempel is gewijd aan de godin Dewi, de godin van het water, meren en rivieren. Hij werd gebouwd in 1633 en is verdeeld over kleine eilandjes in het meer. De eyecatcher hier is de meru van elf verdiepingen gewijd aan Shiva en zijn gemalin Parvati. Deze meru is echt weer een zaligheid om te bekijken. Vlakbij het meer op een klein schiereilandje staat deze hoge toren met ernaast nog een iets kleinere. Allebei zijn ze prachtig versierd en de lotusbloemen die vlak voor de torens groeien geven er een mooi groen accent aan. Zo langs het meer is het zalig wandelen en ook in de tuin voor de tempel zelf is het best aangenaam. Het centrale gedeelte van het tempelcomplex is echt prachtig versierd. Je mag er niet in, maar tussen de spijlen van het ijzeren hek zie je al de mooie versieringen in goud en steen, echt prachtig. Ook de toegangspoort van dit centrale gedeelte is een mooi stukje architectuur. Wanneer we elk deel van het tempelcomplex gezien hebben, wandelen we de tuin in en zien daar nog een stupa. Een stupa (of stoepa) is een boeddhistisch  bouwwerk dat de relieken van een heilige bevat. De basis is rond en erbovenop staat een kleine toren met in de nissen beeltenissen van Boeddha. Echt wel een mooi bouwwerkje. Zo bereiken we de tuin en daarin staan wel veel beelden van dieren en er staan ook richtlijnen hoe je foto’s moet nemen voor het leukste effect. We kunnen het ons toch niet laten hier even mee mee te doen, maar overdrijven niet. We lopen hier ook weer bijna veertig minuten rond en beslissen dan maar terug te keren naar de auto en de chauffeur om aan het laatste gedeelte van onze dagtrip naar Lovina de beginnen. Ik wil snel nog even een foto van een beeld aan het begin van de parking: Ganesha, de god van kennis en wijsheid. Misschien helpt het, want ons verstand en vooral het mijne staat al een beetje af. Ganesha is de zoon van Shiva en Parvati en wordt meestal afgebeeld met olifantenkop en een rat aan de voeten. Er zijn echter vele verschillende voorstellingen van Ganesha, telkens met andere attributen. Hij wordt meestal afgebeeld met een dikke, blote buik, een roos-oranje huid, een rat aan zijn voeten en natuurlijk een olifantenkop. De rat (die opvallend klein is) is zijn persoonlijk vervoermiddel. Soms heeft hij tussen zijn ogen (boven zijn slurf) een symbool dat op een "3" gelijkt, het symbool voor Om of Aum: de klank (vibratie) waaruit het heelal is ontstaan. Even snel een foto daarvan, dus deze afbeelding kan je hier in het klein en op het fotoalbum iets groter bekijken en dan hup op weg voor het laatste uur. We passeren een paar watervallen waaronder de Git Git, naar het schijnt hele mooie, maar die houden we voor later, want we willen naar het hotel en daar inchecken en zwemmen.

We rijden nog iets hoger de bergen in en daar begint het echt te gieten. De locals zijn er echt op voorzien, want ze hebben allemaal een poncho op de brommer mee: je haalt de toeristen er zo uit, want die zijn er niet op voorzien. Net zo snel als het begint te gieten, even snel is het ook gedaan en alles is onmiddellijk ook terug droog. Van hieruit daalt de weg snel naar een grote baan die Singaraja verbindt met Lovina en langs deze weg moeten we het hotel vinden. We rijden een kwartier door en nog steeds geen hotel en dan vraagt de chauffeur even de weg en zijn we er tweehonderd meter van. E ziet het hotel, we rijden er even voorbij en keren terug. Snel afzetten, inchecken, chauffeur betalen en dan naar de kamer. Daar gooien we snel alles af en zetten ons neer op het terras. Chox, een lokale duikinstructeur komt even reclame maken voor zijn business: Malibu Diving Center. We krijgen wat algemene info over Lovina (komt van Indonesian Love – of wil ons dat laten geloven) en dan is het tijd om even te zwemmen in het zwembad van het hotel. We hebben hier al totaal geen last meer van het drukke verkeer op de baan voor het hotel. Je hoort de auto’s en brommers nog wel passeren, maar dat is ook alles. We rusten een beetje uit en zoeken dan iets om te eten. We wandelen naar het strand en zien net de zonsondergang over de zee en de bergen in de verte. Het is wel mooi, maar niet super, want er is veel bewolking. Morgen misschien beter. We wandelen langs de kust naar een restaurant waar we iets eten en drinken. We zien dat er hier dit weekend een festival is en daar zullen we eens een kijkje gaan nemen en misschien nog een paar andere dingen doen ook. We zien wel, maar eerst eten in Tropis bar en restaurant: fried calamari en fried mix seafood. Het smaakt weer zalig goed met wat rijst, een cola en een Bintang. Het wordt al laat wanneer we hier vertrekken en wandelen rond langs de andere kant dan van waar we gekomen zijn. Het is iets verder en ook een lang stuk langs de drukke weg, maar we raken er op ongeveer een kwartiertje. Nog snel even genieten van de rust en van het terras en van elkaar en dan gaan we ons bedje in en vallen onmiddellijk in slaap. Zalig bed na zo een vermoeiende dag: lang in de auto, een paar zaken bezichtigen, maar met mooie herinneringen kunnen we al snel de slaap vatten.


Dag 07: Vrijdag 19 oktober 2012: Na lazy Monday vandaag lazy Friday

We zijn weer vroeg wakker op deze zalige vrijdagochtend. De zonnestralen schijnen door de ramen van de kamer en wekken ons rond een uur of zeven. Opstaan en al erg warm zijn, zonnetje dat schijnt. Hmm, wat heeft een mens nog meer nodig? We hebben zalig geslapen, geen last gehad van de drukke weg hier voor de deur en dus kunnen we erin gaan vliegen vandaag, maar zoals de titel al laat vermoeden, zal dit vandaag niet het geval zijn. Na twee best vermoeiende dagen, lassen we nu een iets rustigere dag in. We beginnen de dag goed met een ontbijtje in de tuin van het hotel: het is best uitgebreid. We krijgen twee eitjes op de wijze gebakken zoals je zelf wil. We verkiezen een omelet deze ochtend, vragen er een beetje spek bij, drinken Balinese koffie en een mix fruit juice. We krijgen er brood bij: toast, gewoon brood en nog een beetje confituur en choco. Echt zalig ontbijtje hier in de rust van de hoteltuin. De tafel waar we zitten is slechts drie meter van onze kamer en we zitten tussen de palmen en de andere tropische planten die ze hier gezet hebben. De tuin is echt wel mooi aangelegd: midden in de stad, drukte langs alle kanten en je hoort het voorbijrazend verkeer bijna niet. Met andere woorden: we zitten hier weer goed. En goed is zelfs nog een understatement. Terwijl we iets eten, komen ze de offerings plaatsen aan het zwembad en op verschillende andere plaatsen in het hotel, vooral op de paden, dus je moet je voeten wel opheffen wanneer je daar wandelt. We zien nu hoe ze dit doen. Iemand maakt de pakketjes en iemand zet die met brandend wierookstokje op de grond terwijl ze die zegenen met een bruine vloeistof in een klein glas. Misschien moeten we eens vragen wat dit precies is. We genieten ten volle van het ontbijt en gaan dan even uitrusten aan het zwembad. Het zwembad hier is klein, maar met twaalf kamers in het hotel kunnen hier maximum vierentwintig gasten zitten en zelden zitten die tegelijkertijd aan of in het zwembad, dus meer hebben we niet nodig. Terwijl we een beetje rusten, schrijven we het verslagje van de vorige dag en ik zoek op de Wi-Fi een paar zaken op om wat extra info mee te geven over de tempels en de goden uit het Hindoeďsme en Boeddhisme. Leuk om dat allemaal op te zoeken. Na een uurtje doen we nog eens een duik in het zwembad en dan opdrogen en nog wat verder schrijven en lezen in The Chronicles of Narnia. Een mens kan erger gestraft worden. Zalig om de voormiddag door te brengen.

De eigenares van het hotel, Suzan, een Nederlandse, komt even dag zeggen en vraagt of alles in orde is. Yep, dat is het zeker. Alles naar wens. Zij heeft naar het schijnt het hotel een aantal jaar geleden overgenomen van een Balinees en toen was het niet OK, oud en vervallen en versleten. Ze heeft het hotel laten opknappen en nu ziet het er echt best leuk uit. Nog steeds in Balinese stijl, maar met veel meer luxe en comfort naar westerse maatstaven. Echt wel zalig. De kamers zijn echt super, ruim, proper, mooi verzorgd en zeker de badkamer is zalig: bijna dezelfde luxe als thuis. Een grote inloopdouche, een muurtje ernaast en daar een toilet. Twee grote wasbakken en alles echt heel proper, mooi afgewerkt en alles perfect in orde. En goed adresje en voor de prijs die we hier betalen, kan je niet sukkelen. Ook de tuin en het zwembad zijn perfect in orde: mooi aangelegd in het groen tussen palmbomen en andere exotische planten. Zoals gezegd: zalig hotel om een paar dagen te vertoeven. Ze hebben hier zelfs een spa en daarvan moeten we toch eens gebruik gemaakt hebben, maar dat zal voor morgen zijn. Elk van de twaalf kamers heeft een klein terrasje of een balkon en om ‘s avonds nog even te genieten is dat ook wel leuk. We duiken een paar keer in het water, laten ons opdrogen, lezen en schrijven verder en zo rond een uur of één in de namiddag is het tijd om eens het stadje in te trekken. We stappen de drukke weg op, slaan direct een kleine zijstraat in en wandelen zo richting strand. Gisteren hebben we dit ook al gedaan, maar nu zoeken we iets om te lunchen. We zoeken en vinden een leuke plaats bij Sea Breeze. Aan het strand even links en dan kom je er automatisch, daar drinken we een vers fruitsapje: papaya en sinaasappel. Soms worden de fruitsappen hier aangelengd met water, maar deze zijn zo dik en hebben zo een mooie kleur dat we bijna zeker weten dat ze het nu niet gedaan hebben. Ondertussen gaat het leven hier zijn gewone gang: een man in lange broek, met dikke trui en muts is het strand aan het proper maken, een andere kerel is het voetpad opnieuw aan het aanleggen en wij genieten van de koele bries hier op het terras: vandaar de naam van het restaurant waarschijnlijk.


We bestellen twee loempia’s en een hamburger: al direct een grote maaltijd voor een lunch en best zwaar, dus we houden het op iets lichter deze avond. Na de maaltijd voor nog geen 100.000 IDR stappen we even langs het padje verder in westelijke richting. Daar gaan we naar het strand en de branding om even met de voeten in het water te hangen. Het water is echt warm, we denken eind twintig graden. En daarmee overdrijven we niet echt. Een minpuntje aan het strand is het vele afval dat hier langs de kant ligt, maar dat zullen ze hier oplossen dit weekend. Een deel van het festival hier draait er ook om het strand volledig proper te maken en dat kunnen ze hier best eens gebruiken. Vele plastic flessen, T-shirts, maar ook veel natuurlijk afval: om de meter zien we overblijfselen van de offerings die op een of andere manier hier langs de kust terecht gekomen zijn. De hele kustlijn ligt vol met dood koraal en dat is ook iets minder, maar we weten dan al zeker dat de duiken hier OK zullen zijn tussen de koralen. Maar dat zien we in Amed dan wel weer. Eerst hier nog een paar dagen doorbrengen en genieten van elke moment die we hier hebben. We zijn het een en ander vergeten op hotel, dus snel even terug, alles meenemen, voeten afspoelen, want het zwarte vulkanische zand kruipt overal tussen je tenen en dat is wel leuk op het strand zelf, maar niet als je op restaurant moet gaan. Dan is het terug de weg naar het strand, nu langs de andere kant en passeren even langs Malibu Diving, waar Chox ons naartoe stuurde om een uitstap te doen. We komen er toe en het lijkt wel of die kerel van de dive shop Chox niet kent, hoewel hij zegt dat hij hem zal bellen en naar ons hotel sturen. Tja, hij zal er dan voor niks staan, want wij gaan een cocktail drinken.

In het restaurant waar we gisteren aten, drinken we een pina colada en een margarita en genieten van de zonsondergang. Het is al minder bewolkt dan gisteren, maar nog niet goed om echt van een hele mooie zonsondergang te spreken. We hebben nog een paar dagen, dus dat komt wel goed. We zitten hier zo een uurtje, praten nog wat over de vakantie, de voorbije dagen en over vanalles anders: ook de stressy weken voor de vakantie passeren de revue, maar die zijn we toch bjna vergeten. We zoeken nu iets om onze tijd nog wat te verdoen voor we een kleinigheid gaan eten en we willen al wel een paar dagen postkaarten sturen naar huis, maar dat is er nog niet van gekomen. Nu dan maar: OK! We keizen achttien kaartjes en zullen er ongeveer negen opsturen: wie weet wanneer we die kunnen invullen en wie weet wanneer komen ze toe, als ze dat al doen. Een postkaart kost 1500 IDR, dus iets van een 0.120094 Euro, de postzegels zelf zijn veel en veel duurder: 10.000 IDR, dus 0.800626 aan de koers van vandaag, dus eigenlijk van 20 oktober 2012. In totaal betalen we dus belachelijk veel geld voor de kaartjes or maybe not. We overleggen even of we in het hotel iets eten of we dan terug het dorp intrekken. Het hotel is iets duurder van eten en heeft het nadeel dat we vlakbij die drukke weg zitten, dus toch snel het dorp in. We passeren twee restaurants, bekijken de kaart, maar die is niet veel soeps. We willen iets klein en iets licht, dus stappen verder. Bij restaurant Papagallo, een pizza-tent, vinden we een iets uigebreidere kaart en ook met verschillende soorten pasta, dus keuze genoeg en we gaan hier dan ook binnen. Even twee trappen op om bij een schitterend zicht te dineren. We zien de lichtjes in de bergen, de neon verlichting van de cafés en restaurants en kunnen genieten van een lekker drankje en goede maaltijd. We drinken veel water en een cuba libre, die hier eerder een cubba libber lijkt te zijn, maar even lekker en net als de twee cocktails goed voorzien van alcohol. We zitten weer op een goed adresje. We eten spaghetti bolognese en napolitana en ook die is weer heel erg goed. Wanneer je op vakantie bent, smaakt alles veel en veel beter he. We betalen ook wederom niet erg veel: 138.000 IDR en keren dan terug naar de kamer, want al bij al is het best al laat.

Een kort oponthoud bij de winkel om nog water en frisdrank in te slaan voor vannacht en morgen en dan zetten we ons neer op ons terras waar we van de open sterrenhemel nog een beetje kunnen genieten. De maan komt door de palmbladeren en de sterren twinkelen aan het zwarte firmament. Een zalig zicht en een zalige afsluiter van een heel rustige dag. We hebben ook al een mogelijke planning gemaakt voor morgen en overmorgen en voor maandag weten we nog niet wat we moeten doen, maar dat zien we dan wel: ofwel vertrekken we hier een dagje vroeger, maar het kan ook zijn dat we maandag een dagje gaan snorkelen in het uiterste westen van Bali. Maar voor nu: oogjes dicht en slaap lekker.


Dag 08: Zaterdag 20 oktober 2012: Git Git waterfall en Lovina Festival

De titel zegt het allemaal, maar voor we überhaupt iets doen, doen we het de voormiddag rustigaan. We ontbijten in de tuin net als de andere dagen en genieten van een eitje (sunny side up), toast, lekker brood, koffie, fruit juice mix en het zonnetje dat door de palmen schijnt en een licht briesje dat voor een beetje verkoeling zorgt. We genieten dus volle bak, echt zalig op deze manier opstaan. Net als wij doen de Balinezen hier in het hotel hun ochtendritueel. De ene klimt een palmboom in en gooit kokosnoten naar een andere. Een dame maakt offerings en een andere legt ze met een bepaald ritueel op de grond en bij beelden van Boeddha. Een man volgt haar een tiental minuten later en legt op dezelfde plaats nog meer offerings. Je kan wel zien hier in Bali dat die kleine kunstwerkjes een belangrijke rol spelen in het religieuze leven van de mensen hier. Wij doen het eerst rustigaan, schrijven het verslagje, doen een plonsje in het zwembad en doen een beetje kleur op. Zoals reeds gezegd, echt zalig. We kunnen deze relax-momenten ook echt gebruiken en hopelijk meenemen volgende week naar huis. We hebben ondertussen ook bevestiging gekregen van ons volgende hotel in Amed dat we een dag vroeger kunnen komen, dus straks even horen hoe het hier kan geregeld worden. We’ll see. Zo tegen een uur of elf hebben we voldoende aan het zwembad gehangen en we vinden dat het tijd is voor een beetje actie: niet te veel natuurlijk, want hier in Lovina staat er eigenlijk niet echt veel op de planning.

Ik ga even aan de receptie vragen wat het kost om naar GitGit te gaan: daar is een grote waterval en dat was één van de eerste dingen die we zeker wilden doen toen we ons ticket boekten naar Bali. Vandaag willen we daar dan eens naartoe en de kerel aan de receptie belt iemand die ons transport kan verzorgen. Aan de telefoon probeer ik een deftige prijs te bespreken. Aan de receptie startten ze aan 400.000 IDR, maar dat is veel te veel. We willen ook geen chauffeur voor een hele dag, het is al bijna middag, dus maximum 250.000. Ik slaag erin om het nog met 50.000 naar beneden te krijgen en dus betalen we voor het vervoer heen en terug 200.000 IDR. De chauffeur komt ons aan het hotel ophalen, zal ons naar daar brengen, op ons wachten en ook terug aan het hotel afzetten. Toch wel wat luxe: super zalig gewoon! De chauffeur stelt zich voor als Eka en hij noemt ons Stimo en Eva: tja, niet makkelijk die westerse namen voor een Balinees. Geestig! Door het drukke verkeer op de hoofdweg rijdt Eka richting Singaraja, neemt dan een zijwegje, slingert van links naar rechts op deze kleine baantjes en met prachtige vergezichten over rijstvelden en de bergen bereiken we op een twintig minuten de parking van de watervallen. Op het internet en in de Lonely Planet hebben ze ons al gewaarschuwd voor een moeilijke wandeling, dus we starten met toch een beetje schrik: onze spieren voelen toch nog een beetje de wandeling in Ubud, dus hopelijk valt het wel mee. We stappen de trappen naar beneden en het is maar vijfhonderd meter tot de watervallen. Echt wel OK dus, want er zijn gewoon trappen en niet een half modderig padje of zoiets. Druk is het hier ook niet, want we zijn nu in het laagseizoen. Onderweg komen we ongeveer een tiental mensen tegen en dat is weinig voor zo een top-toeristische attractie. Over het hele stuk langs de trappen staan dames hun sarongs, maskers, wierook en andere dingen te verkopen, maar wij gaan er niet op in. Het is allemaal wel mooi, maar die dingen moeten eigenlijk hier in Bali blijven en passen niet echt in een Belgisch interieur. We doen een paar foto-stops onderweg: riviertje met office om toegang te betalen (5.000 IDR per persoon), een schitterend zicht op een rijstveld en nog een paar keer om te genieten van het uitzicht over de bergen. De huisdieren lopen hier vrij rond: eenden, honden, kippen, maar niet de hanen. Die zitten veilig opgesloten in kooien en kunnen geen kwaad aanrichten. Als ze gewoon los zouden lopen, zou dit wel eens voor grote problemen kunnen zorgen, want deze hanen worden ook gebruikt voor de gevechten. Hmm, liever toch niet aan denken.

Met de tussenstops bereiken we de eigenlijke waterval na een wandeling van ongeveer een half uurtje. Eens daar is het echt rustig: we hadden een overrompeling verwacht, maar er zijn hier maar tien mensen of zo, dus valt best nog mee. Ik vraag snel aan een Franse dame of ze eens een foto van ons twee wil nemen en dat lukt best wel goed: not bad. De waterval is echt wel mooi: zo’n vijftig meter hoog en we hebben zin om even in het water te gaan, maar we zijn er niet op voorzien zo zonder badpak en zwemshort. Tja, dan maar gewoon genieten van het zicht van het water dat zich in de diepte stort en de flanken van het berglandschap errond. De zwaluwen vliegen hier over het water af en aan op zoek naar insecten, vlinders fladderen rond en sommige blijven even op het zwarte zand zitten om wat zouten op te doen. Links van de waterval staat een beeld wederom volledig versierd met sarongs en ook met veel offerings errond en erop. Prachtig. We blijven nog even nadat iedereen hier vertrokken is en we de plaats voor ons alleen hebben. Even genieten en dan op ons gemak terug. We hadden eerder gedacht om hier te lunchen, maar we hebben eigenlijk niks gezien dat OK is, dus terug naar de auto en chauffeur. Op de terugweg zien we nog een klein heiligdom wederom versierd met sarongs (zwart-witte en licht-oranje) en sommige van de beelden hebben een zwart hoedje op. Hopelijk kunnen ze goed tegen de hitte. Maar no worries, want het wegspattend water van de waterval zorgt wel voor voldoende afkoeling. Eigenlijk zouden we hier nog uren kunnen genieten van de rust en van het prachtige zicht over de vallei en de waterval. De toegang tot de eigenlijke waterval, en voor ons dus uitgang is via een poort net als een tempel. Het is maar een kleine van een meter of drie, maar zoals steeds mooi gebeeldhouwd en versierd. Je kan van hieruit de waterval nog zien en dat zorgt wel voor een leuk zicht. We passeren opnieuw alle winkeltjes langs het pad en ook het kleine ticket-checking-office. Nu ligt de man die de tickets nog eens moet nakijken hier zo goed als te slapen. Tja, dan vind je de job van je leven en dan ben je weg natuurlijk. Via de rijstvelden en een zicht over de bossen en in de verte Lovina keren we terug naar de parking. We hebben hier wel een twee uurtjes rondgelopen, maar het was wel zalig en zeker de moeite waard om eens langs te gaan. Een geestig zicht is wel hoe kip en kat hier in Bali goede vrienden kunnen zijn, leuk beeld. Nog op de terugweg zien we een groot hakenkruis in de gevel van een huis: gelukkig heeft dat hier een andere betekenis dan bij ons in Europa.

Eka, onze chauffeur staat ons nog op te wachten op de parking en brengt ons terug naar het hotel. Onderweg vragen we ook of hij vervoer doet naar Amed en onderhandelen even de prijs. Voor privé-transport begint hij bij 500.000 IDR en dat is veel te veel, want we zeggen hem dat we voor het transport Ubud – Lovina slechts 350 hebben betaald: kleine leugentje om bestwil. Uiteindelijk komen we dezelfde prijs overeen en we moeten hem enkel bellen vanuit de receptie wanneer we maandag of dinsdag willen vertrekken. Dat zal dan toch waarschijnlijk maandag worden. We douchen ons en maken ons klaar om het dorp in te trekken. Het Lovina-festival start vandaag rond vijf uur en we zijn er net op tijd om de hoogwaardigheidsbekleders te zien toekomen en zich vooraan een goede plaats te zien nemen. Wij staan achter de mooi versierde stoelen recht tussen de lokale bevolking en ook Eka is hier met zijn zoon. Nice! Iedereen kijkt toe wanneer de parade begint. Verschillende groepen uit de buurt zetten hun beste beentje voor om mooie dansen uit te voeren, van majoretten tot jonge kerels met drums en cimbalen. Ze hebben allemaal speciale kledij aan, hetgeen typisch is voor zo’n festiviteiten. Ze zijn echt allemaal om het mooiste gekleed: niet alleen rokken, maar ook de hoofddeksels zijn prachtig. Er komen een paar rijen vrouwen langs die op hun hoofd bloemen en fruit hebben op een schaal: in totaal meet dit bijna een meter hoog, echt een schitterend zicht. We kijken verwonderd toe hoe ze dit allemaal op hun hoofd kunnen meetornen. En dan merken we dat de zon stilaan begint onder te gaan, een beetje ten westen van ons over de bergen. We verplaatsen ons naar het grote monument op het centrale plein en kunnen daar genieten van een prachtige zonsondergang. Echt kei-romantisch en een hele mooie zon die heel traag achter de bergen verdwijnt en een zalig mooie rode gloed achterlaat op de wolken en de zee. De stoet van muzikanten en mandendraagsters komt hier ook langs, dus we hebben twee vliegen in één klap. Zalig toch!

Het is hier wel een drukte van jewelste, want heel het dorp en de omringende dorpen zijn naar hier gekomen om dit festival mee te vieren. Neem daar nog een horde toeristen bij en je kan je wel inbeelden dat het hier volle bak is. We nemen natuurlijk enkele mooie kiekjes van de ondergaande zon en dan hebben we het hier gehad. Deze namiddag hadden we een tocht naar de dolfijnen geboekt in het hotel en morgen moeten we op om vijf uur voor die boottocht. Dus we gaan iets vroeger eten dan de vorige dagen en gaan terug naar hetzelfde restaurant als gisteren. Een romantisch tafeltje voor twee in een hoek op de tweede verdieping en we genieten met volle teugen. We eten spaghetti carbonara en Thai chicken met rijst, maar we krijgen frietjes. Doet er niet toe. We drinken veel water, maar eerst een cocktail: tequila sunrise en een banana daiquiri, wederom alles heel erg lekker. Nog een nagerechtje: fruitsalade met een bolletje vanille-ijs en een banaanpannenkoek met chocolade-ijs. Echt zalig en dat is het op een na duurste avondmaal dat we op Bali al gegeten hebben: bijna 300.000 IDR, echt bijna schandalig duur J. Dan terug naar de kamer, nog even nagenieten van deze leuke dag en dan bedje in en op tijd gaan slapen. Morgen vroeg dag, dus we kunnen onze nachtrust goed gebruiken. En morgen zeggen we vroeg goeiedag tegen de dolfijntjes: jippie!


Dag 09: Zondag 21 oktober 2012: Dolphin watching

Vijf uur ‘s morgens: we horen kloppen op onze kamerdeur. Hello, good morning, I’m the captain of the dolphins. In half an hour I come again! Amai, toch een half uurtje vroeger dan verwacht. Suzan had gezegd dat we om zes uur zouden vertrekken, maar dat blijkt dan toch iets vroeger: half zes staat de kapitein er opnieuw en zegt dat we naar de receptie moeten komen. Geen probleem, want we zijn net klaar. Hij vertrekt naar het centrum en wij wandelen met twee andere koppels tot aan het grote standbeeld van de dolfijn aan het strand. De zon begint stilaan haar licht te schijnen op het beeld, op de bergen en op de zee. Die ligt er deze ochtend heel erg rustig bij, bijna een spiegel. Zalig! We wandelen nog even verder naar waar we zullen vertrekken met de boot en we stappen in: één kapitein per boot en maximum vier toeristen per boot. Het is verrassend rustig hier. Suzan had gezegd dat het best een drukke bedoening kon zijn, want iedereen vertrekt zo vroeg en er is een massa volk dat de dolfijnen eens van dichtbij wil zien. De kapitein legt de boot in het water met de hulp van een andere kapitein en dan kunnen we erin klauteren. Echt wel een geestig bootje. Het is een smalle boot: we zitten allemaal net achter elkaar en we passen er net in. Langs beide kanten zorgen vlotters dat het niet kantelt, want zonder die zou het snel omslaan en zinken. Hup en dan zijn we weg, samen met een paar andere bootjes van het strand hier. Terwijl de locals hier het strand proper maken na de festiviteiten van gisteren, zetten wij koers naar open zee. We zien in de verte al wel wat schaduwen van andere kleine sloepjes, want eigenlijk kan je dit geen boot noemen. We zien rechts van ons de zon stilaan opkomen en een mist vormt zich boven de palmbomen langs de kust. Alleen hiervoor is het al de moeite om eens vroeg op te staan. En dan gaan we nog dolfijntjes zien ook: super toch. Vanuit de verte zien we niet een paar bootjes liggen, maar een twintigtal. Hoe dichter we komen, hoe meer we er kunnen onderscheiden en ook de Lonely Planet had gezegd dat dit een schouwspel op zich was. Wanneer we dicht genoeg zijn, schatten we dat er ongeveer een zeventig bootjes op minder dan honderd vierkante meter liggen. Een kleine schatting, want we kunnen er ook naast zitten. Het komt er eigenlijk op neer dat er ongelooflijk veel boten zijn en allemaal met twee of vier personen per boot, dus hier zijn wel een paar honderd mensen die deze zoogdieren komen bekijken. Je vraagt je wel af of die dieren het nog zien zitten. We zien plots een paar vinnen boven het water verschijnen en ineens gaan er tien twintig boten ernaartoe. De dieren duiken terug onder, dus zo leuk zullen ze het niet vinden. Het is bijna een race om zoveel dolfijnen te zien en om zo snel mogelijk bij de dieren te komen.

Onze kapitein doet een paar keer mee met de race, maar blijft dan even achterop. En dat blijkt een goede tactiek. Terwijl hij de opspringende ansjovis in het oog houdt en ook de kleine tonijn die af en toe opspringt, hoopt hij dat de dolfijnen hetzelfde doen, want die vissen zijn voedsel. Eerst helpt het niet veel, maar dan verschijnen er een meter of tien van ons toch een vin of acht boven water. Hup, race ernaartoe en we zien van dichtbij de dolfijnen boven en onder water komen. De ene komt alleen met de vin boven, maar de andere komt helemaal uit het water. Een zalig zicht en de dag is al schitterend begonnen. Dit scenario herhaalt zich een paar keer en we zien ook een dolfijn die bokkensprongen uithaalt en echt met het lichaam recht omhoog volledig uit het water springt. Zalig zicht met de opkomende zon. Je zou even de bedenking kunnen maken dat dit niet echt OK is voor de dolfijnen zelf, maar het feit is dat ze hier wel elke dag terugkeren, dus echt heel erg zullen ze het niet vinden zeker. Anders waren ze hier al lang niet meer. Het is wel zo dat er precies meer toeristen en boten zijn dan dolfijnen. In totaal zien we toch een keer of tien dolfijnen aan de oppervlakte komen en telkens zijn het groepjes van toch een exemplaar of vijf. Een mooi beeld is wel dat we een stuk of acht dolfijnenvinnen en ruggen zien boven water komen, allemaal tegelijk en in dezelfde richting, op hetzelfde moment: echt zalig. We zijn ongeveer een uurtje bij de dolfijnen en dan keren we terug naar de kust. Op twintig minuutjes zijn we er en kunnen terug naar het hotel voor een ontbijtje. De dag is vroeg begonnen, maar wel een schitterende manier om je dag zo te kunnen beginnen. We genieten wederom van het ontbijt, laten de mensen van het hotel nu niet tot in de tuin komen, maar eten gewoon vlakbij de keuken. Makkelijker voor hen en we merken ook al bijna niet meer dat we hier vlakbij een drukke weg zitten. Het wordt een warme dag vandaag, dat merken we nu al. Na het ontbijt doen we het even rustigaan, even verslagje schrijven, even zwemmen, aan onze kleur werken, hoewel anderen in de vlakke zon liggen en die nog meer kleur krijgen: rood dan. Wij liggen op stoelen in de schaduw, dat vinden we het beste, want verbranden zullen we anders wel. Opdrogen en dan terug even het water in: zalig genieten gewoon. We maken er echt een luilekker vakantie van.

Zo rond de middag rusten we even in de kamer zelfs: daar is het een beetje frisser en koelen wat af van de hitte van de middagzon. Dan het dorpje even in, want we willen gaan lunchen. We eten bij Tropis Bar waar we al eerder iets gegeten en gedronken hebben of beter er vlak naast, maar het heet hetzelfde. Ik wil de gado gado eens proberen, maar de tofu is toch niks voor mij. De rest is allemaal wel lekker, zelfs de pindasaus is best OK. Een cordon blue met champignonroomsaus kan er ook wel in met een beetje rijst en frietjes en we kunnen er weer tegen. We wandelen het strand af en keren terug naar de kamer. Veel zullen we niet meer doen vandaag, want we zijn allebei best moe en hebben een iets mindere dag: dat heeft ook te maken met de hitte van vandaag, echt niet te schatten hoe heet het is. Zo ergens tussen drie en vier vinden we dat we genoeg geluierd hebben en gaan even wandelen door Lovina. We nemen de drukke baan naar het westen en volgen die even tot we allebei even van de drukte weg willen en een klein baantje inslaan. Hier komen we terecht in het echte Bali, waar de mensen zelf wonen, hun tuin hebben en voor de rest eigenlijk weinig toeristen komen. We kijken onze ogen wel uit, want echt proper is het hier niet. Kleine vervallen huisjes, allemaal wel met een boomgaardje van jack fruit en bananen, maar verder niet veel soeps. Je zou eigenlijk ook niet veel anders verwachten hier eens je van de platgetreden paden afwijkt. We wandelen een paar honderd meter het straatje in en dan wordt de weg echt slecht en keren we terug naar de hoofdbaan en zo via een zijwegje naar het strand. We wandelen het padje hier af en komen uit bij Bar Sea Breeze. Het lijkt ons een leuk ideetje om hier even iets te drinken en dat doen we dan ook: een fresh orange juice en een large Bintang. Dat smaakt natuurlijk weer. We zitten hier zalig goed, eten er een beetje gezouten nootjes bij (nootjes met zout) en garlic bread en dan begint de zon onder te gaan. Echt zalige zonsondergang weer. We zien de grote oranje-gele bol van de zon achter de bergen verdwijnen en een rood-oranje gloed werpen op de zee en de wolken. Gisteren een zalig mooie ondergang, deze ochtend een mooie opgang en nu weer een schitterende zonsondergang. Het is echt een zaligheid om hier te vertoeven.

Van hier stappen we verder het strand af, keren terug richting hotel en stoppen voor wat water en sprite om morgen mee te nemen. We zetten alles af in de koelkast van de kamer en gaan dan op zoek naar een leuk restaurantje. Vandaag gaan we naar Kakatua. We bestellen twee zalig lekkere dingen: fresh fish in lemonsauce en dices of fresh fish grilled in banana leaves. Het smaakt allebei echt ongelooflijk lekker. Het restaurant is iets duurder dan de anderen, maar zo lekker eten: we denken bijna dat dit het beste is dat we hier al gegeten hebben. Het ene vis met paprika, pepertjes, tomaten en ui, het andere lemonsauce met vis en ui, maar de lemon overheerst niet, is lichtjes aanwezig. Zalig lekker en dan nog een dessertje: chocolate cake, ook best te pruimen. Het is ongeveer tien uur wanneer we van hieruit terugkeren naar het hotel. We zijn al sinds deze ochtend vijf uur op, dus we beginnen een beetje moe te worden. We zitten nog even op het terras en dan gaan we ons bedje in. Dag negen zit er dan ook weer op, maar we hebben er nog een paar te gaan in Amed. Sweat dreams!



Dag 10: Maandag 22 oktober 2012: Verplaatsing naar Amed en verkenning

We zijn de laatste momenten in Lovina vandaag. Eerst hier alles nog in orde brengen in het hotel zodat we straks met Eka kunnen vertrekken naar Amed waar ik een paar dagen kan gaan duiken. Daar kijk ik echt wel naar uit. Maar eerst nog een lekker ontbijtje hier: twee keer sunny side up, chocolade pasta, aardbeien confituur en nog een beetje kaas. Daarbij koffie en een mixed fruit juice: de dag kan slechter beginnen dan op deze manier. Dan zetten we ons nog even op ons terras, pakken alles in en schrijven alle verslagjes van gisteren. De tijd vliegt hier, want dag tien is al gestart, dat is minder leuk nieuws, maar we genieten nog steeds van elke moment hier. Tegen iets voor tien zijn we klaar en gaan de handdoeken afgeven aan de receptie en dan checken we uit. De Mastercard terminal is down, dus dat is niet OK, behalve wanneer de manager even langskomt, dan werkt alles terug vlotjes, maar zoals bij elke transactie moeten we wel drie procent extra betalen om de kredietkaart te gebruiken. Alles dan toch snel geregeld en Eka staat al klaar om ons naar Amed te brengen. Schitterend toch. We hadden al een prijs bedongen, dus moeten nu niets meer regelen. Koffers in de auto en dan op weg voor een tripje naar Amed. Nice! Het eerste stuk is nog tamelijk druk van Lovina naar Singaraja en dan door het centrum van Singaraja zelf. Dit is de tweede grootste stad van Bali, na Denpasar denken we, dus het kan niet anders dan dat het hier druk is. Overal politieagenten om het verkeer te regelen en de brommers racen hier door en tussen de auto’s. We passeren hier zelfs een Carrefour, dus ze zijn hier echt wel mee in Bali. Alleen de parking is totaal anders dan in België. Thuis zouden we een parking vol auto’s verwachten met een paar fietsen en een enkele brommer, hier is het een parking vol brommers, maar echt vol he, en een enkele auto. Het is wel een geestig zicht.

Eens we buiten Singaraja zijn, is er veel minder verkeer en volgen we gewoon de kustweg helemaal tot in Amed. We doen geen enkele stop, maar kijken wel onze ogen uit naar het landschap. Het wordt hier veel droger, de rijstvelden verdwijnen en maken plaats voor bossen bananenbomen, prachtige heuvels, want dat is het hier wel. De weg langs de kust leidt ons naar boven en naar beneden. Eka heeft een heel andere rijstijl dan de vorige: hij gaat er als een speer vandoor, soms wordt hij even opgehouden door een trage vrachtwagen of een resem brommers die ineens voor zijn neus komen, maar alles gaat vlotjes. We passeren tegen het einde van de rit een paar vulkanen, echt machtige bergen, een zalig zicht langs onze rechterkant: logisch, want links ligt de zee. De rit naar Amed is dus een zaligheid, lekker relaxen achteraan in de auto en vlakbij het hotel Puri Wirata afgezet worden. We passeren eerst een ander hotel met dezelfde naam in Tulamben, rijden dan nog even door naar Amed en bereiken het dorpje zonder veel problemen. We rijden het dorp uit en van hier is het nog zes kilometer naar het hotel: op zo een kleine weg duurt het natuurlijk iets langer dan op een autostrade, maar dat kennen ze hier natuurlijk niet in Bali. We maken de bedenking al dat hier niets is: we zien slechts één eenzaam restaurant, een klein winkeltje hier en daar en voor de rest weinig of niets. Dan zien we tien minuten echt niks meer en Eka slaat af naar het hotel. Hmm, precies weinig te zien behalve duiken. Duikcentra zijn we wel tegengekomen: die staan hier met tientallen naast elkaar, maar dat is ook niet alles. We wilden nog op souvenierjacht gaan de laatste dagen en dat zal niet lukken.

Met een dubbel gevoel komen we dus aan in het hotel, zalige ligging langs de flank van de berg hier en we checken in. Ze brengen ons naar onze kamer, nummer 28 en de kamer op zich is echt zalig: een hemelbed, mooie badkamer met regendouche en een heel erg groot terras met zicht op zee. Ze hebben ons hier wel een zalige kamer gegeven. Maar we hebben direct een dubbel gevoel, want we kunnen hier buiten duiken niets doen, da’s wel veel minder. Met een beetje een wrang gevoel gaan we snel lunchen: we nemen een sandwich chicken. En duur is het hier ook. Hmm, toch niet ideaal om hier nog de rest van de vakantie te zitten. Ik vraag de ober wat meer informatie: de dichtstbijzijnde ATM is vijfenveertig minuten rijden, een supermarkt is er op veertig minuten, dus we zitten hier echt in the middle of nowhere. Na de lunch overleggen we even wat we gaan doen en beslissen al snel dat we hier geen vijf dagen gaan blijven. Ik ga snel regelen dat we terug naar Ubud kunnen, zelfde hotel is nog vrij, zelfde kamer ook en een driver wordt ook snel geregeld. Dan zijn we gerust en kunnen we even de buurt verkennen: er is niet veel te verkennen een paar meter verder is een klein winkeltje waar we met onze laatste cash nog wat kleine inkopen kunnen doen en dan gaan we de duiken regelen. Ik sta al op de planning voor morgen om drie duiken te doen, eventueel een nachtduik en we krijgen perfecte uitleg van Tom, een Vlaming, wel geestig om hier een Vlaming tegen te komen. Alles in orde dus, morgen en overmorgen duiken en om kwart over acht in het duikcentrum zijn. En dat is gewoon bovenaan de weg aan het hotel dus dik OK.

Om de rest van de namiddag door te komen, gaan we even een snorkel en masker lenen bij het duikcentrum en gaan hier vlak voor het hotel eens snorkelen. Voor mijn liefje is het haar eerste keer en we zijn allebei benieuwd hoe het zal meevallen. We zetten de rugzak op de stenen voor het hotel en gaan het water in. In het begin is alles zwart, de stenen en het zand, maar iets verderop zie ik al snel wat visjes zwemmen. Eerst had ik een kleine introductie gegeven hoe je het beste je masker opzet en even het hoofd onder water steken, zien hoe alles vlot om door zo’n pijpje te ademen en dan kunnen we starten. Alles gaat vlotjes en we zien keiveel visjes zwemmen. De traditionele koraalvlinders hangen hier boven het koraal of toch wat ervan overblijft en we genieten van het moment. Er staat hier best wat stroming, dus we passen wel een beetje op. De instructeur had al gezegd dat hier stroming zou staan, dus ca va nog wel. Een papegaaivis passeert ons en kleine fluo-blauwe visjes zoeken beschutting tussen de rotsen. Een kogelvis hangt hier ook een beetje en we vinden het allebei heel erg leuk. Voor mij is dat geen verrassing, maar voor mijn liefje is het echt wel super dat ze voor haar eerste keer zo kan genieten van het snorkelen. En dan op zo'n lokatie nog, schitterend. Op het einde zie ik nog een naaktslakje op een halve meter diep, dus dat is een mooie afsluiter: niet echt een heel kleurrijke, maar wel mooi met zwart en groen. Echt heel erg nice!

Dan gaan we terug naar de kamer, douchen ons en gaan iets eten in het restaurant. Ik bel snel Sarah eens om uit te leggen dat we hier geen vijf dagen gaan blijven en ze snapt het wel dat we dat niet doen. We hadden gepland om haar verjaardag hier te vieren, maar dat zal niet lukken, hopelijk kunnen we wel elkaar nog zien hier in Amed. Ze vindt het wel spijtig, maar wil onze vakantie niet hypothekeren en laat ons vrij om te doen en laten wat we willen. Dat hadden we wel verwacht, maar is OK dat ze het effectief ook zegt en meent. Dan iets eten: mie goreng ayam en seafood met een cola en een Bintang. We maken er dan nog een hele leuke avond van met het snorkelen en het eten. Tegen een uur of tien gaan we naar de kamer terug, nog even op terras genieten van het prachtige uitzicht en dan bedje in en slapen. Morgen duiken, dat moet echt wel zalig worden.


Dag 11: Dinsdag 23 oktober 2012: Duikdag 1: In de buurt van Amed

Al om iets voor zes worden we wakker in deze zalige kamer met schitterend zicht op de oceaan. Rechts van ons in het oosten zien we de zon opkomen tussen de palmbomen en we vinden dit super. Een opkomende zon hadden we eerder in Lovina ook al gezien, maar dit slaat wel alles, echt een prachtige opgang. We blijven hier even zitten op ons mega-terras en genieten van het uitzicht. Als je al een groot voordeel van dit hotel kan beschrijven dan is het wel het zicht, de kamer zelf en de douche, echt zalig. We vergeten bijna dat we in the middle of nowhere zitten. Terwijl ik het verslagje van gisteren maak, zit mijn liefje even rond te staren over de zee en vraagt: wat voor een beest is dat? Geen idee, want ik heb niks gezien. Iets later komen er twee donkerbruine vissenlichamen boven water en spuiten water uit hun ademgat. Dat kan bijna niet anders of dit zijn dolfijnen: straks eens een Tom vragen. Tegen half acht geven ze hier het ontbijt en we gaan dus even zien wat ze hier geven: koffie a volonté, eitjes op de gewenste wijze gebakken, dus we kiezen sunny side up en een mixed omelette. Daarbij een fruitsla en vers geperst watermeloensapje en we kunnen er weer tegen. Voor de walvissen even checken bij Tom van het duikcentrum en hij beweert dat het pilot whales zijn, uit de kluiten gewassen dolfijnen: het leek ons toch iets groter, maar soit, toch walvissen gezien vanop ons terras. Het is dan tijd om voor even afscheid te nemen, want om kwart over acht moet ik aan het duikcentrum zijn: allebei de camera’s mee, alle plichtplegingen even doen en materiaal passen. We zijn allemaal klaar om te vertrekken, nemen niks mee dat niet nat mag worden en we worden gedropt aan de volgende baai. Hier gaan we te water voor een driftdive en we zouden ter hoogte van het hotel moeten uitkomen. We maken ons klaar: de gids, twee Zwitserse dames en ikzelf. Bij de andere groep is er een andere gids en twee Amerikaansen. Op de plaats waar we te water gaan, zijn Balinese vrouwen vis aan  het kuisen: in een bak of tien liggen de snappers en andere vissoorten te wachten tot ze naar hotels en dergelijke vervoerd worden.

En dan kunnen we starten. Het eerste stuk is heel erg ondiep en er staat ook wat stroming tegen ons, maar echt heel weinig, dus da’s wel OK, hoewel we nooit onder water tot aan het hotel gaan geraken­ op deze manier, maar dat zal nog wel veranderen. Ik zie al direct een koraalduivel, echt zalig. De mooie kleine fluo-blauwe visjes die we tijdens het snorkelen al zagen zitten hier ook veel en we verlaten het koraal en komen aan in een eelgarden. En dit is echt een eelgarden hoor. Honderden grote buisalen steken hun lichaam boven het zand en verdwijnen er weer in wanneer we dichterbij komen. Een zalig zicht: zo veel alen heb ik nog nooit bij elkaar gezien. Ik slaag er zelfs in dicht genoeg bij zo’n aal te komen om een foto te nemen van een die net met zijn kop uit het zand steekt. En dan bereiken we het stuk waar het dieper wordt. Van hier gaat het enkele honderden meter naar beneden, dus opletten dat je niet te diep gaat. Wij halen toch bijna dertig meter in het begin. En het zicht is echt indrukwekkend. Hele grote sponzen: bijna zo groot als een mens groeien hier op de rand. De doktersvissen zwemmen in grote getalen rond ons en we duiken verder. Hier staat er al iets meer stroming en ineens trekt de stroming in de goede richting aan en worden we meegepakt door het water. We hebben relatief weinig controle over de snelheid waarmee we driften, dus toch een serieuze driftdive tot het hotel. De gids zal later zeggen dat er meer stroming staat dan normaal. Een kleine bloemlezing van wat er te zien is: moorish idol, emperor, een naaktslakje dat ik nog moet identificeren, veel koraalvlinders en ook veel verschillende soorten, echt een zaligheid. Anemoonvisjes zijn er ook en die zijn net als tijdens vorige duiken altijd wel schattig. Veersterren hebben zich verankerd op de sponsen en op het koraal, echt prachtig wat hier onder water allemaal te zien is. En dan doet de instructeur teken dat hij een haai heeft gezien. Een tiental meter van ons hangt een haai van anderhalve meter in de stroming en lijkt veel beter aangepast aan deze omstandigheden dan wij. Nice, a shark tijdens de eerste duik hier. Iets verder twee hele grote barracuda’s en we duiken rustig verder.

Door de stroming en een klein beetje vechten ertegen gebruik ik iets meer lucht dan gewoonlijk, ook is het de eerste duik sinds een maand of zo, dus iets meer lucht verbruiken. De gids toont twee grote stingrays, niet de blauwgespikkelde, maar met lichte puntjes achteraan de staart: ook een soort die ik nog niet gezien heb. We zijn al meer dan een half uur onderweg en het is gewoon een bangelijk schitterende duik al. Ik zie ineens een hele grote naaktslak, wel tien centimeter, probeer iemand te roepen, maar er is niemand dichtbij genoeg om te komen kijken. Zwarte strepen lopen over het lichaam van de slak en vormen eilandjes van witte en gele punten. Dit lijkt me een die ik eerder al gezien heb, maar niet die grootte. En dan ineens stokt de ademautomaat. Oei, niet zo goed, op zeventig bar al beginnen haperen. Hmm, snel even rondkijken: waar is de rest, want ik moet zo snel mogelijk iemand vinden om dichtbij te hangen. De twee Zwitserse dames zijn best ver en de gids is tien meter van me. Ik kan nog wel ademen, maar niet echt vlotjes, dus in vliegende vaart naar de gids, in drie slagen ben ik bij hem, geef hem teken dat ik zonder lucht zit en neem zijn andere automaat over. Straf, want ik zit nog op iets boven de vijftig bar. Even zwaar ademen door de inspanning en het beetje stress toch wel en verder met de instructeur naar boven. We doen onze safety stop en dan gaan we naar de oppervlakte. Totaal geen interesse meer in de vissen en andere wezens die hier zitten, the main focus is nu om veilig boven te geraken. Dat lukt allemaal vlotjes en boven kan ik mijn vest nog opblazen en kunnen we naar de kant en het hotel terugkeren. All right. Dit is wel een heel leuke, bangelijke duik om mee te beginnen, alleen spijtig van het probleempje met de automaat. Die moeten ze eens nakijken en me nu een andere geven.

Even afspoelen onder de douche en dan keiblij met deze duik een uurtje doorbrengen bij mijn liefje aan het zwembad. Zij was hier gebleven en heeft wat gezwommen en gelezen in een ligstoel. Wanneer zij leest, gaat de tijd snel, dus nu ook: de eerste duik is al gedaan. We zijn blij dat we terug een uurtje bij elkaar zitten, maar de tijd vliegt wanneer we samen zijn. Een uur is niks en ik maak me al klaar om naar het duikcentrum te gaan: we rijden nu naar het Japanese shipwreck een paar baaien verder door. Alles de bestelwagen in en dan op weg voor een twintig minuten naar die baai. Daar toegekomen laden Balinese vrouwen alles op hun hoofd en brengen voor ons alles naar het strand. Makkelijk en heel straf dat die zo veel gewicht op hun hoofd kunnen zetten. We zien een boei tien meter uit de kust liggen en de gidsen vertellen dat hier het wrak ligt. Amai da’s dichtbij. We maken ons dan klaar en kunnen direct het water in. Vanaf de kant zien we de wrakstukken al liggen. Die zijn prachtig begroeid met zacht koraal, maar dat is vaak ook beschadigd door duikers en snorkelaars. De vissen zoeken allemaal beschutting in en rond het wrak en omdat het zo ondiep ligt, is het een prachtig spel van zon, wrak, water en vissen: echt aan dikke aanrader. Het is geen groot wrak, want na vijftien meter verlaten we het al. Het wrak als wrak is niet veel soeps, want er blijft niet echt veel van over maar de rest van het rif is des te mooier. We zien schorpioenvissen liggen op de zandbodem, grote waaierkoralen die meewiegen in de stroming, hard koraal, zacht koraal: alles is hier voorhanden. Een paar papegaaivissen eten het koraal en de typische koraalvlinders zijn hier ook volle bak aanwezig. En dan het eerste naaktslakje van deze duik. En er komen er nog. Het eerste is wit en bruin met bruine ‘oortjes’ en echt een mooi. De volgende twee zijn volledig blauwe en dan een zwarte met een paar blauwe accenten. Dit is echt een zalige plaats om naaktslakken te spotten en ik ben volledig in mijn nopjes. Een grote anemoon verschaft beschutting aan een koppel anemoonvisjes en zo duiken we de kant verder af. Echt een prachtige duik met allemaal kleuren op de flank: blauwe zakpijpen, andere met geel en zwart. En dan nog de vissen die hier in vele verschillende vormen en kleuren tussen koraal en duikers zwemmen. Een kerstboomkokerworm is ook weer aanwezig en geeft me een gevoel van vertrouwdheid omdat die in tropische wateren toch steeds aanwezig is. Nog twee soorten naaktslak passeren de revue en dan een schitterend plaatje van een koppel anemoonvissen in een blauw-groene anemoon.

We zijn bijna in de helft dus keren stilaan terug: for the record, ik zit nog op honderdtwintig bar, dus nu gaat luchtverbruik iets beter: er staat ook weinig tot geen stroming. En dan nog maar eens een naaktslak: deze keer zwart met groene stippen.  En direct erna nog een volgende: paars met witte accenten  en gele oortjes: echt een pracht-exemplaar. De sponsen blijven opvallend voor me en vooral het feit dat ze zo groot zijn, echt immens. Iets minder diep op het koraal zitten drie bladvissen, ook weer eens leuk om die nog eens te zien. En dan gaat de gids naar een waaierkoraal en ik hoop, ik hoop. Yes, hij heeft er eentje gezien: een pygmy seahorse. Hij heeft het al gezien, maar ik daarmee nog niet. Even zoeken in de buurt van zijn vinger en dan ineens zie ik het perfect gecamoufleerde zeepaardje tussen de stukken koraal zitten. Slechts twee centimeter maar kei-cute. YES, YES, YES. Is het duidelijk dat ik dit super vind? Ja, zeker. Foto’s nemen en hopen dat er een paar goede tussen zitten. Dan keren we terug richting het wrak en daar hangen we nog even rond. We hebben bijna een uur in het water gehangen en het lijkt maar een half uurtje of zo. Echt zalig tevreden over deze duik, kunnen we ons materiaal en onszelf even onder de douche zetten en dan de bus terug in naar het hotel. Afspreken om nog een derde duik te doen, lukt niet meer vandaag. Dus dan maar naar het zwembad en daar even bij mijn liefje zitten en van de zon genieten, iets eten en dan terug aan het zwembad. Met dit zalige zicht is het wel leuk om hier in dit hotel te zitten. Spijtig van die derde duik, maar ja, morgen zeker drie dus dat is wel OK dan. We eten spaghetti en een chicken sandwich en rusten wat. Na een uurtje keren we even naar de kamer terug om alles weg te zetten en tegen een uur of vier gaan we nog eens snorkelen. We gebruiken het materiaal terug van het duikcentrum en gaan te water net vlak voor het hotel zoals gisteren. Vandaag staat er veel meer stroming en hoge golven dan gisteren, dus het is iets moeilijker, maar het lukt nog wel. We zien niks speciaals, niets anders dan gisteren, maar we amuseren ons wel een half uurtje met het snorkelen. We gaan ons douchen en maken ons dan klaar voor het avondeten. We eten pizza en een fish curry en het smaakt echt zalig. We zijn allebei moe en gaan vroeg slapen, eerst nog even internetten in het restaurant, mailtjes nakijken en dan bedje in. We slapen al tegen half elf ongeveer. Morgen duikdag twee, dan hopelijk wel drie duiken. We’ll see!

 

Dag 12: Woensdag 24 oktober 2012: Duikdag 2: Tulamben: USS Liberty, Coral Garden en  nachtduik

Same drill for waking up as before. Verslagje schrijven op een schitterend terras met zicht op zee en de zonsopgang. Hmm, zalig. Dan een lekker ontbijtje in het restaurant en twee uur nadat we zijn opgestaan, gaan onze wegen uit elkaar. We gaan eerst samen naar het duikcentrum, alles staat daar al klaar om te kunnen vertrekken naar Tulamben voor twee duiken daar. Ik stap in het busje en mijn liefje gaat nog snel naar de mini-supermarkt hier een paar honderd meter verder en gaat dan wat rusten aan het zwembad en wachten tot ik terug ben uit Tulamben. Op een klein half uurtje zijn we er en op de rit ernaartoe hebben we constant zicht op de vulkanen die hier langs de kust liggen. Die zagen we eerder al toen we hier in Amed toekwamen en nu zie ik ze nog eens. Het is echt prachtig om te zien dat die bergen zo dicht langs de kust zo hoog uit de grond rijzen. We komen in een klein hotelletje  met een ander filiaal van Bali Reef Divers toe. Het is hier zalig toeven, wel vlak naast een drukke weg, maar alle duikplaatsen zijn hier op wandelafstand, dus dik OK. Ook de Liberty? Yep, ook het wrak van de Liberty. Mijn gids Gede doet een korte briefing over het wrak dat we eerst gaan doen en dan zetten we alle spullen klaar. Die brengen ze dan met een brommertje naar het strand, daar optuigen en dan het water in. Onderweg doe ik een praatje met Gede over duiken, het wrak en wat er allemaal te zien is. Gisteren had de andere gids, Kadek, gezegd dat er hier ook een pygmy seahorse zit. Hopelijk krijgen we dit dan ook te zien vandaag. We’ll see.

We steken de straat over, wandelen over een drukke parking waar ze T-shirts verkopen van de Liberty – daar doe ik even niet aan mee – en op vijf minuutjes staan we aan het keienstrand waar de Liberty ligt. Het was een Amerikaans transportschip dat getorpedeerd werd door een Japanse onderzeeër in januari 1942. Het schip was gebouwd als een transportmiddel voor dieren en diende in de Tweede Wereldoorlog. In 1963 heeft een vulkaanuitbarsting van de Mount Agung het wrak verplaatst vanop het strand tot iets verder van de kust, zo’n dertig meter. Het vulkanisch gesteente en zand zorgt nu dat dit wrak een heel erg populaire duikplaats is hier in Tulamben met naar het schijnt zalig veel vis en koraal. In het water maken we de laatste voorbereidingen, vinnen aan, masker op en dan kan Gede mij naar het wrak loodsen. Hopelijk wordt het iets. We zakken tot een meter of twee op de zwarte vulkanische bodem en zorgen dan dat we heel erg langzaam richting wrak duiken. Hij toont al snel een paar kleine naaktslakjes, echt mini, maar ook een paar grotere. Hij had gevraagd wat ik wou zien en daar houdt hij echt rekening mee, net als de andere gidsen hier: echt super service. Ik koos dus voor alles, maar vooral macro en dan zit je hier op het wrak echt op een zalige locatie. Vijf soorten naaktslakken passeren de eerste tien minuten de revue en we zijn niet eens aan het wrak. Jeezes, wat wordt dat hier? Ik zal tijdens deze duik een aantal dingen zien die ik nog nooit eerder gezien heb en het eerste komt er al aan: een bidsprinkhaankreeft. Uit een holletje onder een rots zie je het beestje zitten: mooie ogen, en de twee voorpoten onder het kopje in elkaar gevouwen, echt een heel erg mooi zicht. En dan laat het beest zich in volle glorie zien: je ziet nu duidelijk dat het de vorm heeft van een kreeft en het meest opvallende is de groen-blauwe staart: echt prachtige kleuren, zalig. En dan zien we het wrak voor ons opdoemen, echt immens groot, maar in drie grote stukken gebroken. Het wemelt hier van de vis: baarzen, koraalvlinders, snappers en tientallen andere soorten, echt schitterend. Het wrak is weelderig begroeid met hard en zacht koraal. In het hard koraal verstoppen de kleine juffertjes zich. Net zoals ik in Egypte al gezien heb, verdwijnen ze wanneer je dichter komt en het is super om dit spektakel even te kunnen aanschouwen. Twee soorten zakpijpen groeien hier op het ijzeren geraamte van het wrak: een fluo-blauwe en geel groen bruine: het zijn kleine details, maar die zien er ook wel leuk uit. We duiken verder langs het wrak en komen al een paar soorten koraalvlinders tegen: een spitssnuit pincetvis, gehoornde wimpelvis en nog een paar andere.

We zijn stuk één van het wrak ondertussen voorbij en we duiken tussen de overblijfselen van wat vroeger een groot en majestueus schip is geweest. En dan toont Gede een klein wit visje tussen de begroeiing: een giant frogfish, de witte variant. Het is maar een klein visje om giant genoemd te worden, maar echt een zaligheid om naar te kijken. Het is wit met rode-paarse vlekjes en heeft echt iets clownesk. Op zijn neus heeft het een rood puntje en dat zorgt voor het clownachtige uitzicht. Hier kan je dus uren voor blijven hangen en naar het beestje kijken. Dan zetten we de tocht verder en zien we nog een soort naaktslak: een soort flabellina, mooi wit, paars en rood, echt schitterend en net ernaast zijn twee pyjamaslakken rond elkaar aan het draaien en het lijkt wel of ze elkaar graag zien: hier komen kleine slakjes van! En dan stopt Gede voor een stukje hard koraal en toont met een ijzeren pointer achteraan in het donker een mini-krabje aan. Echt maar een paar centimeter groot. Het is een bruine krab met behaarde poten: een oerangoetang-krab, genoemd naar de apensoort en je ziet duidelijk de gelijkenis. Dit is tot nu toe al echt een zalige duik. En dan komt er nóg een soort bij die ik nog nooit gespot heb. Nu, zelf spotten doe ik ze niet, maar de gids wel. Bij hard koraal waar ook twee veersterren op zitten, zwemmen twee harlekijn spookfluitvissen. Ik ben super blij dat ik die eens gezien heb en er ook een paar mooie foto’s van heb. Dan zitten we eigenlijk al op de terugweg van de duik en gaan iets minder diep. We zaten op het diepste punt toch weer bijna tegen de dertig meter. Zonder veel stroming en heel relaxed is het zalig duiken en dik OK voor mijn luchtverbruik. En dan komt het tweede pygmy seahorse van deze vakantie. Deze keer is het een bruine variant en zit echt zalig mooi op het koraal. Het is echt een schatje. Je kan de vorm veel beter herkennen dan bij de paarse variant gisteren. Verder duiken we zonder veel speciaals te zien. Ik bedoel natuurlijk geen nieuwe soorten, want het is echt bijna een aquarium waar je hier duikt. Gewone anemoonvisjes en Clarks anemoonvissen zitten hier ook nog wel, dus niet veel speciaals is een beetje een understatement. Tegen het einde van de duik, iets minder diep zien we nog een immense bultkoppapegaaivis, een pauwkeizersvis en een imperator keizersvis. Ik geniet tijdens de safety stop nog volle bak van de blauwe kleine visjes tegen het zwarte zand en dan stoppen we de duik na een klein uurtje.

Te voet zonder materiaal, want dat wordt voor ons gedaan, keren we terug naar het hotelletje en het duikcentrum. Even een uurtje oppervlakte-interval en een praatje doen met Tom en een Australisch koppel dat hier is met hun zoon en dan krijg ik al direct briefing voor de tweede duik. Dit wordt Coral Garden en hopelijk wordt het even leuk als de eerste duik van de dag. Via een klein padje met veel afval en dus ook veel geurhinder de eerste meters wandelen we naar de duikplaats. Je komt toe op een idyllisch keienstrand met palmbomen en een luie Balinees (misschien een pleonasme) en hier moeten we duiken? Je kan harder gestraft worden, denk ik dan. Het eerste dat we zien, is een kleine schorpioenvis, een grote geel-wit-zwarte naaktslak en een hele zwerm snappers en koraalvlinders. Een goed begin. We zien een anemoon met rugstreepanemoonvisjes, echt kei-cute die gasten. Gede toont een paar krabjes: hele kleine, maf dat hij die ziet: de ene is perfect aangepast om in rood zacht koraal te wonen en de andere verbergt zich in de putjes van een spons. Zalig hoe die mannen dat allemaal weten te vinden. Deze ochtend zat hier nog een haai, maar die zien we nu niet, niet echt erg, want er is voldoende te zien. Een paar naaktslakken verder zie ik nog iets speciaals: deze keer geen slak, maar een platworm met verschillende kleuren, echt heel erg mooi. Het is een heel ondiepe duik, want dieper dan veertien meter gaan we niet. Stroming staat er niet, dus alles gaat heel rustig zijn gangetje. Een gele driepuntskeizersvis, helemaal geel met zwarte ogen en een zwart puntje erboven en dan met een blauw snoetje, echt een schattig visje zwemt even met ons mee. En dan zie ik nog een soort die ik nog nooit eerder gezien heb. Een lichtblauw lichaam met gele kop steekt uit het zwarte zand. Het lichaam en de kop komen regelmatig boven het zand en je herkent hier al snel een spookmurene in. Ook dit stond op mijn lijstje om ooit eens te zien: bij deze, check! Ik geniet van elke seconde van deze duik net als die van eerder deze dag. Die was wel veel indrukwekkender door het wrak en de veelheid aan koraal en vis. Hier groeit minder koraal, maar zit wel evenveel vis, echt ook wel leuk. Ik let op alles en ook op de anemonen met dito visjes en de anemonen zijn af en toe gedeeltelijk gesloten. Dat geeft ook wel een leuk effect. We zien nog een paar koraalklimmers, twee verschillende soorten en dan wordt het hier te druk, dus we zoeken even andere oorden op. Ik hou even een symbiosegrondel in het oog met een gele garnaal en het is steeds leuk om te zien hoe die een samenwerkende vennootschap hebben opgericht. De garnaal is blind, maar houdt het hol van de grondel proper en de grondel houdt terwijl de wacht. Het is een zalige samenwerking. Vlakbij overblijfselen van een wrak of zoiets zit een massa aan vis: snappers, kleine juffertjes, glasvis en grootoogbaarzen. Super hoe het er hier allemaal uitziet en ik ben blij met deze twee duiken vandaag. Na een uurtje zit het er weer op, maar ik ga nog voor een nachtduik deze avond. Nog snel alles afspoelen, meenemen naar hotel Puri Wirata waar het een blij weerzien is met mijn liefje. We hadden tussen en na de duiken natuurlijk al ge-SMS’t en we hebben elkaar maar een paar uurtjes moeten missen.

Tegen half twee komt het busje terug aan bij het duikcentrum, even naar beneden naar het zwembad naar mijn liefje en dan samen iets eten. We nemen een chicken sandwich en een club sandwich. We drinken voldoende water en dan moeten we even rusten. Een duik in het zwembad om af te koelen en dan in de schaduw opdrogen. Ik doe mijn verhaal over de laatste twee duiken en we zijn allebei heel erg blij dat deze duiken zo goed zijn meegevallen. We luieren wat, werken wat aan onze kleur en genieten vooral van de rust en elkaar. Het is ondertussen een uur of drie, dus we hebben nog tot zes uur samen voor ik naar de nachtduik vertrek. We praten wat over ons en onze toekomst en over hoe jaloers we iedereen gaan maken eens we terug zijn, want nu is het best al aan het korten. Niet zo leuk, maar we hebben het hier wel al schitterend gehad en we gaan nog twee leuke dagen tegemoet. We wisselen onze gesprekjes af met wat rust, genieten van het uitzicht hier over de zee en met een duik in het zwembad. Zoals steeds wanneer we samen zijn, vliegt de tijd en dat is nu ook het geval. Het wordt al snel vijf uur en dus tijd om terug naar de kamer te gaan, camera’s klaar te maken voor de duik en nog even genieten van elkaars gezelschap. We bekijken ook de foto’s al van de eerste duiken en we zijn allebei serieus onder de indruk van wat er op foto staat. Er zitten een paar zalig mooie kiekjes tussen. Vijf voor zes, nog net kunnen zien dat mama Linda een mailtje heeft gestuurd en dan klaar om te duiken. Alles staat al klaar of toch bijna en we zijn weg naar Jemeluk voor de nachtduik.

Een kleine tien minuten het busje in en we komen aan in een leuke baai, echt zalig met nog een klein beetje de gloed van de ondergaande zon. Hier wordt er dus deze avond gedoken. Ik krijg van Kadek, dezelfde gids als gisteren, een lamp en we gaan het water in. Eens de zon gezakt is achter de bergen, gaat het erg snel en treedt de duisternis in tegen een hoge snelheid. Start! Het eerste dat we zien is een sepia, zalig. Het tweede dat we zien is een mimic octopus, al even zalig. Ook wederom goed gestart met deze duik. We duiken over zand en hier staan veel soorten veren uit het zand. Het lijken lange rechte stokken die uit de grond steken met langs alle kanten kleine pluisjes die het water filteren. Er zijn er een paar bij die eigenlijk echt op boompjes lijken. En dan zien we een grote soort anemoon-achtig iets dat ineens keigroot uit het niets komt. En dan toont Kadek onder een rots een grote naaktslak: eerst denken we dat het een Spaanse danseres is, maar dat is het niet, een donkerbruine soort, bijna aubergine van kleur: ik denk een soort pleurobranchus net als de laatste nachtduik in Egypte. Even zalig, alleen zit zij een beetje verscholen tussen de rotsen. Er zijn veel poetsgarnalen op stap deze avond en ook een kappersgarnaal. Op een bepaald moment zit de kappersgarnaal met de rug naar een krab, echt een leuk zicht. Het is nacht, dus dan komen ook de koraalduivels uit hun holen en schuilplaatsen. Verschillende soorten zien we, de ene al mooier dan de andere. Een kleine witkop murene houdt zich schuil onder dezelfde rotsen als de koraalduivels en de garnalen. De ogen van de dansgarnalen zijn lichtgevende puntjes op het rif. Het rif is precies al serieus aangetast, want er zit ook een doornenkroon en er ligt veel kapot koraal langs de wand. Of komt dit door te veel duikers? Geen idee eigenlijk.

Eerst was de lamp die Kadek me gegeven had kapot, maar na een kleine aanpassing werkte die terug, dan werkt even de andere niet meer, maar hij krijgt allebei de problemen opgelost, dus buiten een paar minuten donkerte is alles OK. Uit de duisternis komt een kogelvis even dag zeggen: geel onderaan en grijs bovenaan, een schattig beestje. Hij komt zelfs even met zijn zijkant tegen mijn hand aaien: goede avond kogelvisje. De kant van de vis was echt keizacht, wel geestig. Tijdens een nachtduik zien we normaal veel zee-egels en dat is vandaag niet anders: leder, zwarte diadeem en de giftangen zee-egel. We beginnen stilaan aan de terugweg, want we zijn al veertig minuten onderweg. We zien nog een paar zeenaaktslakken en een lange smalle soort platworm. Donkerblauw met een wit randje errond en twee voelsprietjes vooraan; anders zou je voor- en achterkant niet uit elkaar kunnen houden. Op kapotte schelpen leeft een speciaal soort anemoon, denk ik dat het is: een korte basis als de stam van een boom en aan het uiteinde hangen geleiachtige tentakels: echt speciaal. Ze hebben wel weinig zin in licht, want ze trekken samen wanneer een lamp te dichtbij komt. Iets voor we terug het zand bereiken, ligt een schorpioenvis op de grond te rusten, ook weer een zalig beest. En dan zie ik iets heel raars: de basis van een soort veerster met lange, smalle takken, heel erg fijn vertakt tot in de kleinste puntjes. Wanneer de uiteinden iets uit het water gefilterd hebben, brengen ze dat naar beneden en het voedsel wordt ingeslikt. Ook dit dier reageert weer op licht. Uit de gids van de Indische Oceaan van Debelius blijkt dat dit een Medusahoofd is. Nog nooit gezien, maar nu dus wel. Ze zijn ook alleen tijdens nachtduiken te zien. En dan wijst Kadek een steenvis aan: yes, zalig: nog steeds een van de giftigste vissen ter wereld, echt voorzichtig zijn, maar geen nood, als je er maar afblijft. Dat doen we normaal bij alles, behalve als een kogelvisje tegen je aan komt zwemmen. Als laatste zien we een soort anemoon die huis speelt voor een grote volwassen en een kleinere krab. Eerst dacht ik dat het kleine krabje werd opgegeten, maar toen ik de grotere zag, dacht ik wel dat er een soort symbiose is tussen de twee. Dat was natuurlijk niet het laatste, want een soort sterrenkijker ligt vlak ernaast en de kleine vissen die licht lijken te geven, zien we ook nog de hele tijd. Maar dan is de duik toch ten einde en komen we na een uur uit het water. Snel afdrogen en dan terug naar het hotel.

In het hotel zit mijn liefje te wachten en we moeten nog even overleggen of we nog naar Sarah gaan of niet. Die zitten niet vlakbij dus het is lastig om transport te vinden ernaartoe. Daar komt ook nog bij dat we allebei heel erg moe zijn, dus we sturen een SMS en zeggen sorry dat we niet meer langskomen. We zien elkaar terug in België. We gaan dan maar iets eten: nasi goreng en squids in lemonsauce. Je mag zeggen wat je wil van dit hotel, maar het eten is er echt zalig. Tegen een uur of elf krijgen we het allebei iets te lastig en gaan we slapen. Morgen verplaatsen we ons terug naar Ubud om daar nog twee dagjes in alle rust in het hotel en het dorp door te brengen. We zullen een paar keer stoppen onderweg, maar dat lees je dan wel.






Dag 13: Donderdag 25 oktober 2012: Vertrek uit Amed, terug naar Ubud: Water Palace en Monkey Forest

Vandaag vertrekken we uit Amed richting Ubud terug. We hadden dit beslist omdat we hier een beetje te ver van alles verwijderd zitten, we kunnen geen souveniertjes kopen en we moeten bijna in het hotel blijven. Dat vonden we niet zo leuk, dus hebben een paar dagen geleden al transport naar en hotel in Ubud geregeld. Spijtig dat we de verjaardag van Sarah dan missen, maar we hebben haar gesproken en ze vond het wel spijtig, maar snapt het wel. De reden om naar Amed te komen, waren de duiken en die waren echt super schitterend, een beetje spijtig dat ik er maar vijf gedaan heb, maar de vijf die ik wel gedaan heb met Bali Reef Divers zijn echt wel dik OK. Ze hebben het hier goed voor elkaar. Tom en Birger hebben een duikcentrum uit de grond gestampt of beter gezegd in orde gezet en hebben nu drie centra: eentje bij hotel Puri Wirata in Amed, het tweede bij hetzelfde hotel in Tulamben en dan nog een derde, hoofdzetel in Tulamben aan een budget hotel. Daar zat ik gisteren. De service is super goed: je hebt zelfs keiveel inspraak in welke sites je wil doen, de gidsen zoeken de dingen waarin je geďnteresseerd bent. Zeker voor mij als naaktslakkenliefhebber is dat interessant. Macro photography rules hier in het oosten van Bali! De begeleiding is zo goed als privé, want ik heb één duik gedaan met twee Zwitserse dames en de rest was alleen de gids en ik. Zalig! Ook de nachtduik was privé: in veel duikcentra zouden ze een nachtduik afgelasten, wanneer er maar een duiker is, maar niet hier, hier doen ze gewoon de duik en hebben een grote focus op klanttevredenheid. Echt super meegevallen. Het materiaal is ook OK; er was dat ene probleempje met de automaat de eerste duik, maar voor de rest alles dik OK, BCD goed onderhouden, pakken zijn goed en bedrukt met Bali Reef Divers of met Puri Wirata, dus echt wel aan veel gedacht. Tom en Birger: jullie zijn keigoed bezig. Keep up the good work!

We eten ontbijt in het restaurant, gaan nog even online, want er is hier ook gratis Wi-Fi, bellen even naar Maleisië om de vluchten van Malaysian Airlines te bevestigen, alles OK, dus we zijn gerust dat we kunnen vertrekken. We genieten nog van het ontbijt en laten even een paar foto’s zien van de nachtduik. Een Amerikaanse was eerder ook mee met een paar duiken en was benieuwd wat er ‘s nachts te zien is. We checken uit en betalen iets meer dan 300 Euro. Voor vijf duiken, drie overnachtingen en alle eten voor deze drie dagen valt dat nog wel mee, denken we dan. Budgettair is Bali echt wel OK, zelfs al ga je voor het iets luxueuzere zoals dit hotel. We nemen nog wat foto’s zodat we iedereen jaloers kunnen maken met het uitzicht dat we hier hebben en dan zien we dat onze driver naar Ubud er al is. Hij neemt de auto naar iets hogerop, zodat we de bagage niet te ver moeten meesleuren, hoewel dat voor ons gedaan wordt, maar toch. Snel nog even een paar dingen schikken in de valiezen en dan de auto in en naar Ubud. We kijken even rond wanneer we Amed passeren of we Sarah of de bende niet zien, maar dat gebeurt niet meer vandaag. We stoppen even voor een mooi zicht op de baai van Jemeluk met de speciale bootjes, echt wel prachtig. We rijden door de smalle straatjes van Amed, moeten een paar keer wachten omdat er tegenliggers komen en de weg volledig versperd wordt daardoor. Brommers trekken er zich niks van aan, die vlammen gewoon verder, maar auto’s moeten even aan de kant voor de vuilniswagen. We nemen dan de weg langs de kust, maar moeten al snel even de bergen in. Het zicht is wederom adembenemend: rijstvelden tegen de flanken van de bergen, echt zalig mooi groen en een vergezicht tot aan de zee: prachtig. We hadden gevraagd om één stop te doen en we hebben er al twee, maar de belangrijkste stop moet nog komen. Op een drie kwartier door de bergen zijn we bij Taman Tirta Gangga: het waterpaleis. De rajah van Amlapura, een dorp hier vlakbij, was echt een grote liefhebber van water en liet een droomwaterpaleis bouwen en dit is dan Tirta Gangga geworden. Toegang is 10.000 IDR per persoon, maar werkelijk de moeite om eens te bezoeken.

We hebben afgesproken dat we hier een uur blijven, maar het zal slechts een drie kwartier zijn, maar echt wel de moeite. Tussen twee hoge versierde rotsen komen we binnen in een idyllisch waterlandschap. Links en rechts van ons zien we vijvers met ongelooflijk grote koi-karpers. De kleuren van de vissen zijn echt schitterend: grote oranje, gele, witte en zwarte. Het zijn gigantische beesten, heel erg mooi. In de vijver rechts liggen grote stenen waar je op kan wandelen en je tussen de beelden begeven die in het water staan. Overal komen kleine fonteintjes uit de muilen van dieren gestroomd. Er staan stieren, varkens en ook beelden van mythologische dieren waarvan we de origine niet kennen. Centraal tussen twee vijvers rechts staat een grote toren waar water naar beneden komt over de verschillende niveaus. Op deze kleine plateaus komen we de mussen en andere vogels hun douche nemen: die hebben serieuze luxe hier. Rechts van het centrale pad liggen ook nog twee vijvers, alles staat met elkaar in verbinding en twee bruggen zorgen voor wat afwisseling in de tuin. Ook deze bruggen zijn weer mooi versierd met slangenlichamen en drakenkoppen. Zalig. Even opmerken dat elke brug hier in Bali een beeld heeft dat op elke kant van de brug staat. We hebben eigenlijk langs de weg geen enkele gezien zonder zo’n beeld. We wandelen helemaal tot het einde en daar staan twee grote beelden die de barong voorstellen, net als die we gezien hebben tijdens de opvoering van het toneel in Ubud. Prachtig gewoon. Je kan elk detail herkennen en je ziet gewoon dat er veel werk en geld is ingestoken. Achter de vijver rechts op een niveau hoger liggen nog twee kleinere vijvers: daar groeien de lotusbloemen waarvoor Azië zo bekend is. We vinden het wederom prachtig, maar de lotustuin in Ubud was toch iets mooier. Na drie kwartier hebben we alles gezien en gaan naar de uitgang. Daar staat onze chauffeur te wachten en kunnen we verder naar Ubud.

De rit gaat verder vlotjes en weer valt het ons op dat Balinezen gewoon alles doen op de brommer. Op een bepaald moment zien we zelfs dat een vrouw stopt met borstvoeding te geven aan haar kind achteraan op de brommer, terwijl papa door het verkeer slingert en doet. Is dit niet een beetje maf? De weg volgt bijna de hele tijd de kust en we stoppen nog eens aan een andere vijver met grote lotusbloemen, palmbomen en zicht op het strand en de zee erachter. Een zalig uitzicht, echt super allemaal. Van hier gaat de reis over een twintig kilometer ongeveer iets vlotter. De chauffeur heeft twee rijvakken en kan makkelijk negentig per uur halen. Hoewel makkelijk. De vrachtwagens en brommers schieten zich hier nog steeds tegen deze snelheid overal over en tussen, dus nog steeds best gevaarlijk. Dan nemen we de afslag richting Gianyar en is het terug tuffen over kleine wegen. Maar we zijn er bijna, nog een half uurtje rijden we we zijn al in Ubud. Even stoppen bij een ATM, anders kunnen we de chauffeur niet betalen en dan zet hij ons af aan het voetbalveld. Het is hier zoals steeds een drukte van jewelste en hij heeft last om de auto te parkeren. Rugzakken mee, koffers mee en het kleine steegje in naar Oka Wati’s Hotel. We weten dat we hier goed zitten, dus daarom hebben we hetzelfde hotel gekozen. We pakken de eerste keer alles uit en leggen alles in de kast en zijn dan even weg naar het Monkey Forest. We waren hier eerder al, maar vonden het zo leuk dat we hier nog eens naartoe willen. We kennen de weg, worden weer om de paar meter aangesproken of we een taxi nodig hebben en zijn er op een kwartiertje. Nog eens inkomgeld betalen en dan het bos in. Het is veel drukker dan de vorige keer, maar er zijn ook meer aapjes. Meer toeristen, meer bananen, dus meer apen. Er is er eentje op het centrale plein een beetje zot aan het doen in de takken boven het vijvertje. Hij wandelt het water in, neemt er voedsel uit, kruipt de tak op en laat het terug vallen. En dat twee keer: lomperik! We gaan ook nog eens kijken naar de tempel, same as before, nog eens naar de andere en passeren terug het kerkhof. Dat is het speelterrein voor de apen en er zitten nu veel meer moeders met hun kleintjes. Die zijn en blijven echt kei-cute. We gaan ook nog eens naar het derde heligdom hier kijken met die prachtige brug en genieten van het zicht van de architectuur en de apen errond. Op een liaan die beide oevers verbindt van het riviertje dat hieronder loopt, zitten drie apen: mama, papa en baby. Dan komen er nog twee bij en ze zitten daar gezellig met hun vijf op een liaan. Zalig schattig zicht. We lopen hier weer bijna een uur rond en keren dan terug richting hotel. We hadden deze middag al lunch genomen in het hotel: twee maal spaghetti, dus we hebben geen honger. Maar door de drukte hier willen we toch even tot rust komen en nemen een duik in het zwembad.

Daarna gaan we de stad in om iets te gaan eten, want het is al iets over zeven. We stappen naar Bollero waar we eerder ook al gegeten hebben en nemen twee maal ayam nog iets. Het ene is dezelfde chicken curry als de eerste keer en het ander is gebraden kip met een soort pikante barbecue-saus en nog een pikanter sausje erbij met verse groenten. We drinken een lychee collada en een caipirinha. Na het hoofdgerecht nog een kokos crčme brűlée en een bananendessert met ijs. Het is allebei zalig lekker, maar vooral het laatste is heel erg zwaar. Ik moet mijn liefje helpen dit allemaal op te krijgen. Tegen een uur of tien gaan we terug naar het hotel, zitten nog even op het terras en gaan rond elf uur slapen. Morgen de laatste dag en dan terug naar huis. Minder leuk maar we hebben het wel zalig gehad.


Dag 14: Vrijdag 26 oktober 2012: Last day in paradise en shopping in Ubud

Onze laatste dag is aangebroken en we willen er nog ten volle van genieten zodat we heel erg relaxed naar huis kunnen gaan. We zijn al heel erg op ons gemak, maar het kan altijd beter he. We beginnen de dag wel vroeg, want we willen echt het onderste uit de kan halen. We worden wakker zonder wekker deze keer rond half zeven, zitten even op het terras, overleggen nog even wat de plannen zijn voor de rest van de dag en dat kan makkelijk samengevat worden: zwemmen, zonnen, lunchen, winkelen, ‘s avonds eten en slapen. Maar we beginnen eerst met een ontbijt. We vonden de vorige keren het ontbijt hier al echt zalig en dat is nu ook het geval. We hebben twee toasts met ei ertussen, een beetje aardbeienconfituur, een bordje vers fruit, yoghurt met citroen en nog een verse fruitcocktail erbij. We hadden gezegd dat we het ontbijt op ons terras zouden nemen en om half negen komen ze het ook op ons terras brengen. Zoals steeds zijn ze hier heel erg vriendelijk en ook Oka Wati, de eigenares, komt even dag zeggen. Ze had al gedacht dat ze ons kende toen we hier de tweede keer toekwamen, checkt dat even met ons, komt nog goede morgen zeggen en bedankt ons om terug te komen. Graag gedaan, antwoorden we. Het was hier ook een zalig adresje.

Na het ontbijt leggen we ons even aan het zwembad en proberen nog wat warmte op te doen zodat we tegen de winter kunnen, eens we terug zijn in België. De zon doet ons goed, maar vlak in de zon is het echt veel en veel te heet. Zelfs ik kan er niet zo goed tegen, want het zweet parelt van heel mijn lichaam. Dus even afkoelen in het water van het zwembad. Dat doet weer erg goed en we genieten van de zon, de warmte en het frisse water, hoewel het eigenlijk warm water is opgewarmd door de zon, maar in vergelijking met de hitte in de zon is dit best fris. We praten nog wat over de schitterende vakantie en wat we voor wie we gaan meenemen vanuit Bali en dan gaan we nog een tweede keer het water in. De zon heeft ons voldoende opgewarmd nu, dus nog even zwemmen. Om half twaalf gaan we ons klaarmaken om iets lichts te gaan eten. We denken eraan om naar Lotus Café te gaan, niet ver van Ubud Palace. Is een goed idee om daar de lunchen, want dan zit je vlakbij de vijver met de lotusbloemen. Zalige plaats voor een laatste lunch, niet? We wandelen dus het steegje uit van Oka Wati Hotel en stappen richting Monkey Forest Road en slaan daar rechtsaf richthing Ubud Palace. Maar eerst wil ik even mijn afbied-skills nog even testen. Langs de kant zijn een paar winkeltjes waar we al vanalles hebben zien staan dat ons interesseert, maar vooral de wierookstokjes hebben onze aandacht getrokken. We vragen even hoeveel een verpakking kost met vijf verschillende geuren. Het kost 100.000 rond. Tja dat is natuurlijk veel en veel te veel: niet als je het in Euro bekijkt op zich, maar gewoon de prijs voor die dingen hier is veel te hoog. Ik krijg het met tegenzin van de verkoopster naar beneden tot 65.000 en dan helemaal tot 60.000, wanneer ik zeg dat we er zo’n twee willen. Dat zijn dus tien doosjes wierook met bijna allemaal verschillende geuren. Voor ons hebben we dus al iets om mee naar huis te nemen vanuit Bali. Alles dus al dik OK. Als we niks vinden voor familie en vrienden, hebben we dit toch al (grapje, hoor). Ik ben er dan ook al wel van overtuigd dat we hier goede koopjes kunnen doen. Even voor de duidelijkheid: die 100.000 is slechts 8 Euro, dus ik ben hier aan het pingelen voor een paar Euro. Als je het niet doet, bekijken ze je raar, dus het wordt nog een leuke dag vandaag.

Wij gaan eerst lunchen in Café Lotus, we bestellen een fris pintje en een vers fruitsap. We eten er een fish burger bij en een Lotus Club sandwich (met spek en kip). Het is allemaal mooi geserveerd en we kunnen van elkaar eens proeven: het smaakt allebei weer heel erg lekker. We zitten hier echt zalig aan de lotusvijver en ze maken er wel een beetje misbruik van, want voor de lunch betalen we evenveel als we eerder voor een volledig avondmaal hebben gedaan. Maakt niet uit, want we hebben nog anderhalf miljoen afgehaald en dat moet nog op samen met de andere paar honderd die we nog hadden. En dan beginnen we aan een namiddagje shoppen. We beginnen bovenaan bij Ubud Palace, gaan dan naar beneden tot aan de ingang van het Monkey Forest en keren dan helemaal terug naar het begin. Het duurt even voor we iets gevonden hebben en we zijn dan al bijna halverwege aan deze kant. De prijzen zijn aangegeven en er kan, denken we, niet afgeboden worden; dat zien we straks dan nog wel, want we zullen eerst de rest van de straat doen eer we hier binnenvallen en een half Balinees maandloon spenderen aan geschenkjes voor thuis. Geen idee wat de gemiddelde Balinees eigenlijk verdient, maar het zal niet zoals in België zijn. We kopen drie asbakken. De ene beginnen ze bij 150.000 en krijg ik naar beneden tot 70, de andere tot 75 en de derde kan ik afbieden van 90 naar 40. Ik begin er stilaan in te komen, want ik krijg er vaak al meer dan de helft af. Zalig om zo af te pingelen, maar zoals gezegd, dat is de cultuur. Op een bepaald moment ben ik aan het afbieden van 80 tot 45, maar de verkoopster wou niet lager dan 50 en ik wou niet hoger dan 45. Tja dan ben ik aan het afbieden voor 0.4032 Euro en dat vind ik misschien toch een beetje overdreven, hoewel ik wel in mijn nopjes ben. Eens terug in België probeer ik net hetzelfde eens in de Colruyt, maar ik vrees ervoor dat dat zal lukken. Of misschien bij Sinte Vadde afpingelen voor een Duveltje: misschien eens proberen. We hebben al wel een paar zaken, dus we zijn al best tevreden. Dat vraagt om een cocktail: een Gecko Flower (bacardi met limoen en fresh mixed fruit) en een Strawberry Fluss (mix van verse vruchten met melk). We drinken dit langs de straat bij Gecko Restaurant en genieten even van de rust. Zalig gewoon. We hebben al wel wat en denken dat we alles voor de rest wel in die ene winkel kunnen vinden. In elke winkel konden we al afbieden, zelfs al stond alles geprijsd, dus we doen daar nog een mega-zaak als we veel kopen in die ene winkel. We hadden kruiden in onze gedachten, zeepjes, oliebranders met olie en nog wat andere dingen die ze hier nog hebben. Na de cocktail wandelen we naar het voetbalveld, want daar was de winkel. Ik probeer even, maar afbieden zal hier niet lukken. Met een vriendelijk gezicht vraagt een verkoopster of we een mandje moeten hebben, dan vraag ik of ze een speciale prijs kan maken, wanneer we hier veel kopen. Ze zegt met een boos gezicht: No, no bargaining en met een misschien nog bozer gezicht vraagt ze dan nog eens of we een mandje moeten hebben. Tja, willen we hier wel iets kopen? Ja dan maar zeker, want ergens anders hebben we deze dingen niet gevonden.

We spreken hier nog steeds niet over hoge prijzen hoor, hoewel het totaal wel schandalig hoog zal worden – naar Balinese normen. We kopen alles, voor onszelf ook nog een beetje geurolie voor in de brander thuis en nog een beetje wierookstokjes met de geur van lotus. We waren niet zeker dat die geur bij de andere aankoop zat, dus toch even zeker zijn dat we die meehebben. Ondertussen hadden we ook nog een houder gekocht voor die stokjes en die ook kunnen afbieden van 120 tot 50, echt weer minder dan de helft hier. In deze laatste winkel, waar we het meeste kunnen kopen, probeer ik aan de kassa nog eens of ze geen speciale prijs kunnen geven omdat we zo veel hebben gekocht. Niet, want ze mogen niet van hun chef. Tja wat voor een zeveraar is dat. Ik had me zo verheugd om hier nog het een en ander te onderhandelen. Om een of andere reden hadden we dit ook wel verwacht door de layout van de winkel en het feit dat ze hier met bijna tien verkoopsters staan, toch echt een heel andere sfeer en uitstraling dan de andere winkels. We krijgen er echt niks af dus, maar ja, alles kunnen we toch nog kopen voor een vijfitg Euro. We denken allebei dat we dit allemaal in België niet voor minder dan 150 Euro kunnen krijgen. Doet er allemaal niet toe, want tijdens een vakantie is het motto toch: money is not an issue. En zeker de laatste dag niet meer. We zijn best moe van het shoppen en keren terug naar het hotel. Daar willen we nog even in het zwembad. Zonnen zal niet meer lukken, want de zon is stilaan aan het ondergaan. Het is zelfs een beetje fris wanneer we uit het water komen. Snel even douchen dan en dan gaan we iets zoeken om te eten deze avond.

We weten eigenlijk wel waar we iets willen eten, want dat hadden we eerder al afgesproken op weg naar hier. Er zijn op Monkey Forest Road drie restaurants vlak aan het rijstveld. We hebben het eerste en tweede (middelste) al gehad vorige keer, dus doen nu het derde en verste in de rij. Dit restaurant heet Pissari Bali Café. We zitten aan een tafel vlakbij het rijstveld met naast ons een groot beeld van Boeddha. We drinken eerst een mojito, want dat zijn er nu twee voor de prijs van één. Dan bestellen we verse loempia met verse groenten, maar vragen het om te delen. Dat kan: ze snijden de twee grote loempia’s in twee en leggen op elk bordje twee stukken met een beetje sla. Het is best lekker en verfrissend. Als hoofdgerecht nemen we het er ook van: smoked duck en fried chicken met een hele pikante saus, allebei met rijst. We denken niet dat we de komende weken vaak rijst zullen eten. En natuurlijk komt er nog een dessertje: pineapple boat en een chocolate mousse. Het ene is geflambeerd fruit met een bolletje ijs, geserveerd in een baby-ananas en het andere is niet echt een mousse, maar veel chocola en ook fris met wat ijs erbij. Het smaakt erg lekker wederom en we hebben het er vandaag nog echt van genomen. Tegen negen uur zijn we hier weg – het eten heeft toch twee uur geduurd – en keren terug naar de kamer. Nog even nagenieten van het lekkere eten, de zwoele avond, de rust van het hotel en van elkaar. We gaan met zalige herinneringen slapen en kunnen terugkijken op een leuke vakantie, hoewel spannende avonturen morgen nog kunnen volgen op onze terugreis naar huis via Denpasar, Kuala Lumpur en Amsterdam.


Dag 15 en 16: Zaterdag 27 en zondag 28 oktober 2012: Bye bye Bali: Paradise Island in the Indian Ocean

We hebben gisteren de wekker gezet om zes uur zodat we voor het ontbijt de koffers nog kunnen pakken en de handbagage in orde kunnen zetten. Het ontbijt wordt vandaag ook weer op ons terras geserveerd om half acht, want half negen moeten we hier vertrekken. Het inpakken gaat vlot, slechts drie kwartier hebben we nodig om alles uit de kast te halen en in de koffers te gooien. Het moeilijkste is nog alle geschenkjes veilig opbergen in een van de koffers en dan wachten we op ons terras om te ontbijten. Toast met omelet en scrambled eggs, koffie, bananen fruit cocktail, een bordje vers fruit en yoghurt met citroen. Het smaakt ons weer erg goed en we genieten op het terras van dit laatste ontbijt met zicht op de tuin en het zwembad. Dit tweede bezoek aan Oka Wati hebben ze ons niet dezelfde kamer gegeven op het eerste, maar de middelste kamer op het gelijkvloers: naast ons slaapt een Brits koppel en aan de andere kant is de trap naar de twee andere kamers, want de eerste keer hadden wij een aparte trap voor onze kamer alleen. Het is hier echt een zalig hotel en we hebben hier de eerste keer en nu de tweede keer graag gezeten. Maar nu is het ten einde en de emo-ik krijgt het even moeilijk om afscheid te nemen van zo’n zalig eiland en zalig hotel. Maar ja, het kan niet blijven duren he. We checken uit, laten de bagage uit de kamer halen, laten een tip achter en kunnen dan vertrekken. Onze chauffeur is dezelfde als die ons naar Lovina heeft gebracht, dus is wel even verwonderd dat we nu hier terug staan. Hij brengt samen met iemand van het hotel de koffers naar de auto en dan kunnen we vertrekken naar de luchthaven iets ten zuiden van Denpasar.

De rit door het ongelooflijke verkeer duurt iets langer dan een uur en dan komen we aan op de luchthaven. We bekijken nog even de rijstvelden in het begin en komen dan in het drukkere gedeelte. We herinneren ons nog dat we toch een beetje een cultuurschok hadden bij aankomst. Nu zijn we het allemaal al gewoon, dus geen probleem meer. Zoals gezegd duurt de rit langs drukke wegen met veel verkeerslichten een uurtje en dan zet de chauffeur ons af aan de luchthaven. We kunnen al dadelijk naar binnen, staan al dadelijk in de rij bij Malaysia Airlines, maar ze nemen hier hun tijd en beginnen maar in te checken na een half uur, twee en een half uur voor vertrektijd. Het gaat erg traag, want ook bij het inchecken zelf nemen ze hun tijd en dan is er een probleem. We zitten niet samen en de kerel achter de balie kan ons niet samenzetten, omdat we niet samen gereserveerd hebben. Tja, zorg maar dat je dit dan opgelost krijgt he. OK, da’s dan geregeld voor beide vluchten. En dan komt probleem twee: we hebben te veel gewicht. We mogen samen veertig kilo meenemen, maar hebben zevenenveertig bij ons. Hmm, da’s minder, want het kost 67 USD per kilo overgewicht, dus 469 USD in totaal. Wat? Ben je nu helemaal? Op het papiertje staat echter maar vijf kilo, dus dat is dan toch al maar (?) 335 USD. Maar is hier wel degelijk een understatement, want dit vinden we belachelijk veel geld. We kunnen nog wat uit de valiezen halen en in de handbagage steken, maar daar is bijna geen plaats meer dus dat is geen optie. Dus betalen maar en iemand van Malaysia neemt ons meer naar een bureau waar we de betaling moeten regelen. Ik maak een beetje van mijn oren en zij ook. Ik zeg dat dit echt ‘outrageous’ is, maar daar trekken ze zich niks van aan. Ze doen zelfs even moeilijk over de drie stukken handbagage, maar dat is snel opgelost door het doktersvoorschrift van het slaapmasker. Ik geef het nog niet op, want vind 335 USD echt schandalig veel en doe dan de statement dat ik nooit meer met Malaysia Airlines vlieg. De man achter zijn desk zegt dat ze nog maar één ding kunnen doen en de aantal kilo’s naar beneden doen en dat gebeurt dan ook: van zeven, gaan we naar vijf en zo naar drie, dus in totaal betalen we 201 USD overgewicht. Zalig dat je in Bali zelfs kan afbieden op overgewicht van bagage. Dit is toch te schitterend en te gek voor woorden, maar het is echt gebeurd: super!

Ik ga nog even de bagagelabels in orde brengen: de aanschuivende mensen bekijken me niet zo vriendelijk, wanneer ik niet in de rij ga staan, maar op een minuut is het geregeld. Dan even bekomen en even zitten en dan naar boven naar de departure gates. Eerst moeten we nog vertrekbelasting betalen: 150.000 per persoon. Tja da’s ook waar, moest ook nog gebeuren. We hebben maar 100 meer, dus ik ga snel even geld afhalen helemaal buiten de terminal en dan terug door de check en zo naar de loketjes waar je moet betalen. OK, da’s dan ook weer geregeld. Pfff, moeilijk gaat het hier precies vandaag, hopelijk hebben we het gehad en niet te veel vertraging of zo. Dan moeten we door immigratie en daar gaat het wel vlot. Nog even het vignetje laten afscheuren, kwestie van de mensen hier ook iets te doen te geven. Dan door de controle van de handbagage: hier zien ze de schroevendraaier zitten die ik meeheb (liever had na deze controle) om het onderwaterhuis te bevestigen. Raar dat ze dit bij het vertrek in Amsterdam niet gezien hebben, want toen zat die er ook al in. Balinezen zijn misschien iets grondiger dan Nederlanders J. Pjew, echt niet makkelijk vandaag, hoewel dit laatste eigenlijk mijn eigen fout is. We gaan nog door een andere controle die de departure cards nakijkt en afneemt en dan pas kunnen we aan gate 4 wachten tot we kunnen boarden. Dat duurt maar een twintig minuutjes en dan kunnen we aan boord. We hebben stoel 33 F en G, dus effectief naast elkaar, super! Alles opbergen en we kunnen voor iets meer dan drie uur gaan zitten om van Denpasar naar Kuala Lumpur te vliegen. De vlucht gaat heel vlot en we krijgen iets te eten, want dat konden we al gebruiken. We eten chicken spisy en with rise – met S’en want onze steward had een bepaald trekje. Een vlucht van een paar uurtjes vliegt voorbij en we beginnen een dikke twintig minuten voor aankomst te dalen naar Kuala Lumpur. Het gaat vlot en we komen iets voor originele tijd aan, want we waren ook een kwartier vroeger vertrokken.

Om drie uur vijfenveertig zijn we in het luchthaven van Kuala Lumpur en hier zitten we dus vast voor acht uur, want de vlucht vertrekt pas om iets voor twaalf. We lezen een beetje en schrijven de verslagjes. Na twee uur – op het moment dat dit geschreven wordt – is het al twee uur minder. Ha, daar krijg je geen speld tussen hé. We hangen wat in de zetels bij de schermen waar sport wordt uitgezonden en volgen voetbal van de Britse competitie. Twee uur gaan snel voorbij, de volgende twee uur ook nog en dan het derde blok van 2 uur ook, maar de laatste 2 niet zo. Rond een uur of negen denken we dat we het beste iets gaan eten en nemen bij Délifrance twee spaghetti’s, twee cola’s en water. Kwestie van toch genoeg gedronken te hebben. En dan is het stilaan tijd om naar de gate te gaan. De gate is al een uur voor vertrek open en we kunnen al door de controle, alles vlot, maar dan nog even wachten eer we op het vliegtuig kunnen. Uiteindelijk zit iedereeen op tijd op het vliegtuig, maar omdat het Indische luchtruim te druk is op dit moment moeten we nog een half uurtje wachten. Met een half uur vertraging vertrekken we naar Amsterdam. Al het eerste uur van de vlucht krijgen we iets te eten en daarna is het tijd om een poging te doen om wat te slapen. Bij mij lukt dat voor een uur of drie vier, maar mijn liefje kan de slaap maar even vatten. Tussen de laatste zes en vier uur krijg ik het een beetje lastig, maar daarna gaat de tijd toch wel wat vlotter. De hele vlucht duurt twaalf uur en een half en twee uur voor we landen, krijgen we nog ontbijt. Daartussen hadden ze ons een pakketje gegeven voor een tussendoortje dat we konden opeten wanneer we wouden. Precies volgens schema komen we toe in Schiphol om iets over zes ‘s morgens. Het is net winteruur geworden vandaag, dus het was eigenlijk zeven uur en dus nu ook zeven uur verschil met Bali in plaats van de zes daarvoor. We moeten even wachten op de bagage, maar die komt na een klein half uurtje er toch door en dan stappen we naar buiten en bellen de personen van All-in Parking Zuid. Die staat beneden in Schiphol al en binnen de vijf minuten komt hij ons halen en brengt ons naar de parking zelf. Daar nog snel de auto even oppikken en de sleutel halen en dan zitten we nog een kleine twee uur in de wagen. En dan na toch een lange terugkeer zijn we om negen uur ongeveer terug thuis. Een zalige thuiskomst, alles direct uitpakken en straks komen mama en Patrik Cartouche terug thuisbrengen. Alles dik OK en we zijn blij dat we onze eerste verhalen al kunnen doen. Zalig om terug thuis te zijn, hoewel we het paradijs toch al een beetje missen. We eten ‘s middags iets en genieten ‘s avonds van een frietje van de frituur en gaan op tijd slapen, want we zijn best moe. We kijken terug op een schitterende twee weken op Bali en kunnen misschien al beginnen plannen naar de volgende vakantie.