Reizen Europa

Landeninfo Europa
Reizen
     

Fotoalbum Cyprus

Cyprus: Paphos

 

 

 

Zondag 12 juni 2011: Vertrek naar Paphos

We staan zondag al vroeg op zo rond een uur of acht, want er zit iemand op hete kolen. Het is voor Veerle acht jaar geleden dat ze nog eens gevlogen heeft en ze kan nu nog eens op vakantie. Joepie. Iedereen merkt dat ze echt op hete kolen zit, zenne, want ze loopt rond als een kipje (lief bedoeld, hoor) zonder kop. We hebben alles gisteren al klaar gelegd en pakken nu de laatste dingen in. Timo regelt de valies en wordt na diveplanman nu ook valiesinpakman. Handbagage is ook snel klaar en we ruimen het huis nog eens snel op en dan hebben we nog een hele dag. We vertrekken pas om half vier deze namiddag, dus doen het kalmpjes aan. We doen nog een korte wandeling met Cartouche en dan is het bijna half twaalf wanneer Patrik en Linda ons komen halen om naar De Kuiper in Vilvoorde iets te gaan eten en dan naar de luchthaven te gaan. OK. En wijle weg.

Op een klein half uurtje zijn we ter plaatse, moeten maar één keer rondrijden in Vilvoorde om een parkeerplaats te vinden en dan kunnen we een lekkere paardensteak eten, waar De Kuiper zo bekend voor is. Het is tamelijk druk, maar alles is daar zo goed georganiseerd dat we maar een twintig minuten op onze steak moeten wachten. We drinken er een Duvel, rode en witte wijn bij en het smaakt net als de vorige keer echt heel goed. Voor wie de Kuiper niet kent, het is in Vilvoorde, de Visserstraat en echt de moeite. We genieten van ons ontbijt-middagmaal en maken ons tegen kwart over één klaar om naar de luchthaven te vertrekken. Veerle gidst Patrik via de Woluwelaan binnendoor recht naar de luchthaven en een kwartiertje later zijn we er al. En dan kan de vakantie echt beginnen, yes! Patrik en Linda rijden terug naar huis om op Cartouche te passen deze week: Thanks mama en Patrik. Veerle en Timo nemen de bagage en gaan inchecken. Het lijkt wel of ze op ons aan het wachten zijn, want er staat gewoon niemand aan incheckbalie 12-B. We kunnen gewoon de valies op de band zetten en inchecken: alles dik OK.

Dan nog even een sigaretje roken buiten en we kunnen naar gate B-09. Door de paspoortcontrole, dan door de douanecontrole en hop naar de gate. We hebben nog meer dan twintig minuten, dus we willen eerst nog ene drinken: een blonde Leffe en een cola: er moet toch iemand zijn verstand bijhouden hé. Daar aan de bar is nog een kleine rokersruimte, die we natuurlijk benutten en dan wandelen we rustig naar de gate. De vlucht heeft nog geen vertraging en we kunnen tien minuten later boarden. We gaan het vliegtuig in en merken direct dat het niet volledig vol zit, de touroperators zullen blij zijn met onze investering. De vlucht duurt drie uur en veertig minuten en Timo heeft bij de boeking eten besteld. Dat komt na een klein uurtje al, niet veel soeps, maar wel voldoende dat we de rest van de avond niks meer nodig zullen hebben. We kijken wat TV, rusten een beetje uit, volgen de GPS waar we ons bevinden. We vliegen over Griekenland en de Cycladen en de Dodekanesos. Vandaar volgen we de kust van Turkije en vliegen dan richting Beiroet. We zijn toch wel verwonderd even dat Cyprus zich zo dicht bij het Midden Oosten bevindt, maar daarom is Cyprus ook Europa en Azië tegelijkertijd. Geografisch hoort het bij Azië, maar politiek bij Europa, want sinds enkele jaren hoort Cyprus bij de EU.

Het vliegtuig heeft niet veel vertraging dankzij de kunde van onze vrouwelijke piloot en we komen dus ook goed op tijd aan. Even snel de bus op naar de ingang van het luchthavengebouw, snel paspoortcontrole die eigenlijk niks voorstelt. Ah neen, we zitten nog steeds binnen de EU. De bagage komt snel op band één en we vinden makkelijk onze weg naar de touroperators. Die staan buiten op ons te wachten en we moeten naar bus A40. Daar staat een Cyprioot (Griek dacht ik bijna te schrijven) die alles in “goede” banen  probeert te leiden, met de nadruk op probeert, want het lukt hem niet goed. Na wat gedoe (chipotage op z’n Spruyts) raken we op de bus en vertrekken tamelijk snel. Geen mensen die hun bagage verloren zijn of hun kind ergens in de luchthaven verloren hebben. Dan duurt het nog maar twintig minuten tot we bij het hotel Paphos Gardens afgezet worden en het leuke is dat dit het eerste hotel in de rij is. Snel inchecken, naar de kamer met de belboy en een efcharisto poli. Valies uitpakken, dit wordt geregeld door de valiesuitpakvrouw, Veerle dus, ja een mens moet af en toe iets delegeren ook. We hebben geen mini-bar en de bar in het hotel zit goed vol dus we gaan op zoek naar een mini-market om nog iets te drinken en te knabbelen te kopen om deze avond af te sluiten op ons balkon. We kopen vooral drank: retsina, witte wijn, water, Keo (Cypriotisch bier) en een beetje chips, goed om de avond door te komen.

We placeren ons dan op het terras, genieten van de aangename temperatuur, hoewel die nooit een rol speelt, zeker niet bij duiken, hé Roel. We kunnen het warme briesje wel appreciëren en drinken wat retsina en witte wijn. Roken op ons gemak nog een paar sigaretjes en denken dat alles wel dik OK is nu. De vakantie kan echt beginnen. We hebben er echt naar uit gekeken en we gaan er ongelooflijk van genieten. Iets voor middernacht vinden we dat het stilaan OK is en tijd wordt om te gaan pitten en dat doen we dan ook. Morgen ontdekken we de omgeving hier en we zien wel waar we dan terecht komen. Sweat dreams. Onera glyka.

 

Maandag 13 juni 2011: Verkenning van Paphos-stad

Gisteren hebben we al een vermoeiende dag gehad en vandaag wordt het waarschijnlijk nog iets erger: we gaan de stad Paphos verkennen te voet. Amai, een hele dag stappen. We beginnen de dag rustig met een ontbijt in het hotel. NOT! Gisteren hadden ze ons logies én ontbijt aangeboden, maar dat was niet geboekt. Deze ochtend ligt er een briefje onder de deur dat het een fout was aan de receptie. Snel dus even iets anders gaan zoeken, want we moeten toch iets qua ontbijt binnen hebben hé. We maken dan ook maar de rugzak klaar om de hele dag door te komen, dan hoeven we niet keer op keer terugkeren naar de kamer. Met de rugzak met water, handdoek en nog een paar handige zaken zoals GSM en geld J wandelen we naar beneden richting strand. Dat blijkt op nog geen vijftig meter afstand van de kamer te liggen. Gisteren hadden we nog even kunnen verder stappen en er even kunnen chillen, maar swat. Wij gaan vandaag eerst iets zoeken om te ontbijten, maar we passeren al snel een periptero en daar kopen we al kaartjes en postzegels voor het thuisfront.

We volgen de hele tijd de kustlijn en arriveren aan het drukste punt van de pier: daar staan een hoop kraampjes die een beetje doen denken aan een Vlaamse kermis, dit is dus de Cypriotische versie. We hebben al wat honger want het is al iets over negen, we zijn al een uur wakker en stoppen bij het eerste restaurant dat open is en ontbijt geeft. We nemen elk een nescafé en eten een English Breakfast en twee zacht gekookte eitjes. We delen een paar dingen en genieten van de klotsende zee, het eten, het gezelschap en het vakantiegevoel. Dat voelt lekker. Na het eten wandelen we de rest van de dijk af en stappen richting archeologisdhe site. We doen dit dan al maar direct met onze gevulde magen: inkom is 3,40 Euro en het is echt de moeite. Dat hopen we tenminste. Er zijn hier een paar overdekte stukken die mozaïeken bevatten uit een ver verleden, maar ze zijn echt prachtig. We bekijken eerst het huis van Aion en de villa van Theseus, dat zijn naar het schijnt de iets mindere van de hele opgraving. Een kleine reeks zuilen geeft de indruk van een tempel, maar veel kunnen we er ons niet meer bij voorstellen. Het gebeid waar de opgravingen zijn, is echt wel groot, want we wandelen hier in totaal al snel drie uur rond.

We zien een paar Cyprioten een beetje zot doen in de hitte en er stukken van de Grieken en Romeinen opgraven in deze hitte. Tja, want heet is het echt wel. De wind geeft een warme bries, maar die koelt de gevoelstemperatuur af van een graad of tachtig tot een aangenamen dertig graden. De wolken komen ook regelmatig voor de zon en dat maakt het draaglijk. We drinken af en toe water en dat doet goed. Nadat we de zotte opgravers bezig gezien hebben, wandelen we naar het einde van de site om daar een mooi zicht te hebben op de rest van de stad, een vuurtoren en de hele site. Dan passeren we het mooiste ‘house’ van de hele site, dat van Dionysos. Daar liggen echt nog veel mozaïeken in mooie kleuren en vormen. Het is echt verwonderlijk hoe ze in die tijd een geit, een konijn, een pauw en andere dieren in kleine steentjes van een mozaïek konden voorstellen. Echt toppie gedaan.

Het laatste gedeelte van de site is de agora en een klein theater, echt wel de moeite om eens te passeren, maar ook niet meer dan dat. Het theatertje ligt vlak voor de vuurtoren en dat biedt echt een mooi zicht. De agora is ondertussen een plein dat overwoekerd is door gras en onkruid, maar ja, je moet je dan maar inbeelden dat het in de oude tijden hier een drukte van jewelste was. De laatste bezienswaardigheid hier is een oud fort. Dat is eigenlijk vlak bij de ingang gelegen en het is prachtig hoe we nu een zicht hebben op de haven door de oude stenen bogen van dit fort. Qua mooie foto’s nemen kan dit wel tellen en we zijn nog maar de eerste paar uren van dag één van de vakantie. We hebben toch een kleine drie uur rondgelompeld op de site en nu is het tijd voor een drankje.

Op een terrasje op één van de drukste plaatsen van Paphos drinken we een frappé en een banana-milkshake. Lekker verfrissend in deze warmte, of beter hitte, want de wolkjes zijn ondertussen weg. Je hoort ons natuurlijk niet klagen, want we genieten van de warmte, de zon, de zee en ..... de drankjes. Na dit moment van rust stappen we verder naar het fort, dat vandaag gesloten is maar morgen misschien terug open en dan verkennen we de rest van de stad: vooral op zoek naar eten voor morgen vroeg. We moeten wat ontbijt-toestanden hebben en kopen die in een supermarkt die open is op deze feestdag, want het is wel Pinkstermaandag en dat is hier ook een dag om een feestje te bouwen. Het voornaamste dat we kopen is eten voor het ontbijt en een beetje drank en dan nu vooral water, cola en koffie. Ook wat beleg is goed voor op de boterham morgen, maar dat betekent dan wel dat we terug moeten gaan naar het hotel om alles in de ijskast te leggen. We stappen recht naar het hotel terug, leggen alles koud en gaan dan zelf wat afkoelen in het zwembad van het hotel. Het duurt welgeteld veertig minuten en dan hebben we het gezien aan het zwembad, dus terug naar de kamer, douchen en op stap voor het avondeten. Het is nog maar iets over vijf, maar we hebben deze middag niks gegeten en zoeken ergens iets lekkers.

Maar eerst wandelen we nog wat rond in de stad om toch ongeveer te weten waar we allemaal iets kunnen krijgen. De lange boulevard van het hotel naar het centrum biedt een aantal restaurants aan, maar we moeten eerst even kijken wat er voor de rest allemaal nog is. In het centrum is het door de feestdag echt wel heel erg druk, niet te schatten: je kan hier op de koppen lopen en dat is niet echt ons ding. We zoeken dus iets rustiger op. We wandelen gewoon langs de zee aan de rechterkant en de hotels links. Je kan je al inbeelden dat we meer naar rechts keken. En dat doen we tot het einde van het strand: the municipal beach. Daar weten we dat we terug iets omhoog moeten om naar het hotel terug te keren, maar dat doen we niet. Een paar honderd meter verder vinden we een aangenaam restaurant waar we iets kunnen eten. Timo spreekt de serveuse aan in het Grieks, maar die snapt er de ballen van. Het is een Roemeense. Tja, wat kom je dan hier doen als je geen Grieks kan. Maar OK, we hebben ons neergezet en bestellen dan maar: wijn, choriatiki, kalamaria en gemista.

De wijn is lekker, het eten ook, maar de gemista is niet zoals Timo het gewend is, wel erg lekker, maar ze geven één gevulde aubergine, één gevulde courgette en één gevulde paprika, anders dan in Griekenland. Hij wil er niet moeilijk over doen, want het is allemaal wel erg lekker. Ook de kalamaria smaken en zeker beter dan in België, maar wat zou je verwachten: hier worden ze tenminste vers ingevroren. Het is ondertussen iets voor acht en we keren naar ons hotel terug. We hebben wat moeten bekomen van de reis van gisteren, al veel gewandeld en voelen nu al dat we niet lang buiten zullen blijven zitten. Maar toch nog een wijntje en een retsina op ons balkon en genieten nog ten volle.

 

Dinsdag 14 juni 2011: Duikdag één en Tombs of the Kings

Opstaan rond half acht ’s morgens na een lange nachtrust, maar we hadden gisteren wel al het een en ander gedaan, dus we konden die perfect gebruiken. Vandaag komen ze ons om kwart voor negen halen voor onze eerste duikdag. Veerle gaat mee om te snorkelen en Timo duikt. Maar eerst de innerlijke mens versterken: een ontbijtje op ons balkon. We hebben banaan, kaas, kalkoenfilet en een beetje tomaat en sla en we hebben ook koffie gekocht. Het ontbijt smaakt ons erg goed. Het is al echt aangenaam hier te ontbijten met de zon op onze neus en daarna is het tijd om snel alles klaar te maken en naar de receptie te gaan. Daar komt Alex ons oppikken en rijdt naar het duikcentrum. Timo had op voorhand een mail of vijf gestuurd en maar van twee duikcentra hier antwoord gekregen. Hij heeft uit die twee antwoorden ABC Diving Cyprus gekozen omdat die volgens de mail de beste service leverden. Op een klein kwartiertje zijn we aan de duikbasis.

Eerst is het de normale business om papieren te tekenen, gerief te passen en alles in zakken te steken zodat we al snel kunnen vertrekken. Er is al een klein probleem want één van Timo’s buddies is een Rus die geen enkel woord Engels spreekt. Dat zal straks een leuke briefing worden. Not my problem. Veerle krijgt haar gerief ook om te snorkelen en dan kunnen we in een busje vertrekken naar de eerste duikplaats van de dag: Saint Georges Bay. De rit duurt ongeveer een klein half uurtje en we komen aan in een kleine baai met een mooie haven. Op de top van de heuvel daar staat een kerk, waarschijnlijk de Agios Georgios en we vertrekken met de duik in de haven. Veerle kan snorkelen aan het strand en die zal zich wel amuseren. We maken ons materiaal klaar en dan wordt het lachen: de Rus heeft zeven, jazeker ZEVEN duiken en het is twee jaar geleden dat hij nog gedoken heeft. Diene aap wist zelfs niet meer hoe hij zijn loodgordel moest aandoen. Hoe moeilijk kan het zijn? De instructeur heeft zoiets van: dit kan een korte speciale duik worden, maar dat zien we wel.

We vertrekken al snorkelend van de haven tot aan het einde van de pier en dan moeten we zakken en duiken we langs de buitenkant van de pier. Alles OK, dus de duik kan starten. Er staan veel golven en omdat dit een ondiepe site is voelen we dit wel. Truc is om niet constant te palmen, maar alleen als de golven ons in de duikrichting voeren. Anders sleur je er veel lucht voor niks door. Het is een duik van veertig minuten die ons eigenlijk niet veel speciaals biedt. Een kleine arch waar we onder zwemmen een grasveld waar we over duiken en genieten van het waaiende zeegras op de deining van de zee. En dan na nog maar twintig minuten heeft de Rus al honderd bar, weliswaar met een fles van tien liter, maar Timo had nog veertig bar meer. Tja dat kan je wel voorhebben natuurlijk, iedereen is moeten beginnen, maar dit was wel een beetje over the top. Er duikt nog een Duitser mee, maar daarover kan niks gezegd worden, ook weinig luchtverbruik, Rescue Diver en wel een goed gekwalificeerde duiker. Als je al verhalen gehoord hebt over Dahab in combinatie met Russen, dit was vergelijkbaar.

Het enige wat we noemenswaardig spotten is een kleine octopus, een paar damselfish, een paar kokerwormen die wel heel mooi waren en dat was het eigenlijk. Op de terugweg duikt de instructeur naar de oppervlakte met de Rus en wij twee blijven nog wat verder duiken op ons gemak. Al bij al wel leuk om hier nog eens onder water te hangen, maar er was relatief weinig te zien en de instructeur was serieus gas aan het geven. Zo erg zelfs dat halverwege de Rus al in de problemen zat met kramp en de intructeur de Rus Sergej, naam niet gestolen, moest helpen om de kramp te verwijderen. Timo gelukkig toch met de duik en Veerle heel blij met haar snorkelavontuur.

Alles terug in de aanhangwagen en hop naar de tweede duikplaats. Dat dachten we toch, want eens daar aangekomen blijkt de zee iets minder welwillend te zijn: iets te hoge golven, dus geen tweede duik vandaag, maar misschien nog twee zaterdag, want morgen gaan we niet. De instructeur Glenn dropt ons af aan het hotel Alexander The Great en wij wandelen nog vijf minuten naar ons eigen hotel. Daar even het zout van onze – ondertussen gebronseerde – lichamen spoelen en dan beslissen dat we nog een serieuze wandeling gaan doen. Het plan is om naar de graven van de koningen te gaan: een world heritage site van Unesco. Maar eerst even iets eten: een chef salad, een toast ham en cheese met een beetje tzatziki en ene pintje en cola. Hoewel we nog niet echt honger hadden komt dit wel goed aan en smaakt het enorm. We zitten hier ook heel erg goed met zicht op de baai.

Na het eten snel nog even het kasteel bezoeken en genieten van het mooie uitzicht over de haven. Het is eigenlijk een echte tourist trap, maar we trekken het ons niet aan en betalen de 1,70 Euro voor het echt wel bangelijke zicht op de haven van Paphos. Erg leuk. Veerle koopt haar een ijsje en smost dat onderweg op. We nemen de beach road, die eigenlijk alleen toegankelijk is voor voetgangers en fietsers en komen via Faros Beach aan het shit-hotel: Elysium Hotel. Die verboden aan mensen die er niet logeren om hun eigendom te komen, dus we moeten met het zicht op de graven nog even rond langs de KFC naar de hoofdweg en dan terug naar de ingang van Tombs of the King. We hebben nog een paar uur, tot 19:30 om dit te bezoeken en doen dat dan ook, want we zijn niet voor niks helemaal naar hier gekomen. Het was toch een wandeling op het heetst van de dag van een zes kilometer, lekker zweten, maar we hadden water mee, dus no worries.

We betalen de 1,70 Euro met plezier en lopen hier ook anderhalf uur rond. De graven zijn van de gegoede burgerij en niet zoals de naam laat raden van koningen. Bij elk van de acht graven is een steile trap naar beneden – voorzichtig zijn – en die geeft uit op de grafkamers. Het zijn uitsluitend kleine kamers uitgehakt uit de poreuze rots en voor de rest niet veel meer. De archeologische vondsten zijn al lang door grafrovers uit de graven verwijderd. Van de acht zijn er eigenlijk twee de moeite waard om te vermelden: één met een volledige zuilenrij rondomrond en dat geeft een speciaal effect wetende dat die een tiental meter onder de grond steken, echt mooi qua lichtinval en qua architectuur. Bij een andere is er in het midden een kubus gebouwd die dienst deed als centrale graftombe en daarmee is het belangrijkste gezegd. Niet dat het niet mooi is, want dat is het wel, maar als je er twee hebt gezien, heb je ze allemaal gezien. Twee speciale sightings zijn een valk en een grote hagedis. Die vinden goed hun weg hier tussen de brokken en de mooie architectuur. Het blijkt alweer dat de natuur perfect zijn weg vindt en zich kan aanpassen aan de invasie van de mens.

Na anderhalf uur hebben we het hier gezien en moeten wel iets fris drinken, dus dan stappen we naar de overkant van de straat en stoppen voor een cola op een terrasje. Even tot rust komen en een beetje suiker tot ons nemen, yes dit hadden we nodig. Een korte pauze en we vatten de terugweg aan naar de haven. Daar willen we iets eten. We babbelen over koetjes en kalfjes onderweg en komen dan aan bij estiatorio Pelikan. Daar beslist Veerle dat ze zin heeft in een lekkere vis en bestelt een vis van één kilo twee, een red snapper. Lekker, maar niet goedkoop. Een lekker kilo wijn erbij en we hebben ons weer goed. De obers zijn echt verwonderd dat Timo een mondje Grieks spreekt, maar dat kan ons alleen ten goede komen. De vis is echt magnifiek lekker, het gezelschap top en de dag eindigt even goed of zelfs beter dan hij begonnen is. Veerle geniet ten volle van de vis en Timo doet volop mee. Een red snapper is wel groot, maar het smaakt alsof engeltjes op je tong .....

Maar daarna wordt het iets minder, we krijgen  de rekening en komen net één luttele Euro te kort: dat heb je als je vrouwen laat betalen hé. Mij hoor je echter niet klagen, having a good time. Veerle wil dan even geld gaan afhalen, maar de ober valt voor haar charmes en doet ineens twee Euro van de rekening af en dan heeft hij nog een fooi van één Euro ook. Goed gezien. Een perfecte afsluiter van een heel erg goede dag. De wandeling naar het hotel gaat goed, we zijn er op iets minder dan een half uur, we genieten nog een beetje van een wijntje en sigaretje, bekijken de foto’s van de dag eens, we schrijven het verslag van de dag en gaan rond een uur of half elf slapen.

 

Woensdag 15 juni 2011: Troodos, Kykkos en andere kloosters

Net voor de wekker afgaat om half acht zijn we al wakker. Timo als eerste, maar direct daarna staat Veerle ook al op. We worden wakker met een staalblauwe hemel bijna zonder wolkjes en geen zuchtje wind. Dit zal een hete dag worden zo zonder schaduw en wolk, maar dat zien we straks dan wel verder. We ontbijten eerst rustig op ons terras met het brood, de kaas, de kalkoenfilet en salami die we eerder kochten. Veerle heeft zin in een andere smaak, dus gaat eerst nog wat confituur en choco halen. Dat is niet aan Timo besteed, dus zij geniet er zelf van. We maken een snelle hap voor straks ergens in de bergen te lunchen en kunnen tegen een uur of half tien stilaan vertrekken. Maar eerst nog een auto huren, want anders zal het veel te ver zijn te voet.

We stappen de straat uit en op de hoek is Sofocleous car rentals: een oudere dame vraagt of we geïnteresseerd zijn in een auto en ja, dat is de bedoeling, anders stappen mensen geen car rental bureau binnen, zelfs niet in Cyprus. Ze bieden een auto aan voor 22 Euro per dag, maar eens we binnen zijn wordt dit 100 Euro voor drie dagen. Tja in die 22 zat de verzekering en eilandbelasting nog niet in. Tja dat was te verwachten hé. We regelen direct de auto en dan komt er nog een aap uit de mouw. De benzinetank is halfleeg en daarvoor moeten we nog eens 25 Euro betalen, tja ze zetten hier zoals overal mensen in ’t zak, maar onze tijd komt nog. Veerle kan dan de auto kiezen en het wordt een blauwe Suzuki Jimny met een achterste flap van de jeep die open kan. Dat wordt lekker racen, maar we mogen niet off-road, spijtig.

Het is nog maar net tien uur en we kunnen vertrekken, niet slecht. Direct links langs de weg rijden, want dit is nog een Engelse kolonie geweest en er zitten veel Britten, maar het lukt vlot. We vinden al snel onze weg richting Lemessos (Limasol) via de B6. We nemen niet de autostrade, want we willen op ons gemak al genieten van het zicht en de omgeving. Ter hoogte van Mandria nemen we de weg naar het noorden, naar Troodos, dat is een mooie omgeving om daar een wandeling te doen. We zijn nog maar twintig minuten onderweg en stoppen aan een stuwmeer, een mooi zicht met het water tegen de flanken van de bergen, maar lang blijven we hier niet hangen. De weg leidt ons dan door de bergen richting Pano Platres. Af en toe stoppen we een langs de kant van de weg om te genieten van het landschap. Hier is dat nog allemaal dor en kleine struikjes en bloemen groeien langs de bergwanden, maar het is wel heel erg mooi. De grijze tinten van de bergen, het lichtgroene en grijze van de struiken en dan een geel accent van de bloemen, echt toppie.

In Pano Platres stoppen we even om geld af te halen en kijken snel rond om een wandeling te doen, maar de parking is hier door de toeristische drukte niet gratis en dat staat Timo niet aan. Dus we rijden even verder de steile bergen in naar Troodos zelf. Daar is een grote gratis parking en een visitor centre. Voor we hier een wandeling doen, drinken we eerst een suikerhoudend drankje (cola en sprite) en dan wandelen we het korte padje af van de botanische route. Een route kan je het bezwaarlijk noemen, want het is een klein padje van amper driehonderd meter, maar wel leuk: ze duiden aan welke soorten steen, boom en planten er hier groeien, maar veel heeft het niet te betekenen. Dan gaan we op zoek naar de startplaats van route drie: Persephone trail. Die moet ons langs een pad van drie kilometer naar de top van de berg Makria Kontarka leiden. We stappen de weg even af tot waar we denken dat het pad moet starten, maar moeten onverrichterzake terugkeren. Geen pijlen, geen aanduiding, niks. Dan maar andere oorden opzoeken. Het is al twaalf uur, dus om nu nog een wandeling te starten van twaalf kilometer zien we niet zitten, dan zijn we veel te laat terug.

We rijden even terug richting Pano Platres en daar is een kleine weg naar het Trooditissa klooster en die nemen we want er zijn hier wel wat kloosters en kerken waarvan we er toch een paar willen gezien hebben. We vinden de weg makkelijk en snel, maar wanneer we er toekomen staat er aangeduid dat het een ‘place van worship’ is en dat ze geen toeristen kunnen ontvangen. Bommer, weer niks. We zijn al de hele dag onderweg en hebben eigenlijk nog niks kunnen doen, dus het wordt stilaan tijd om iets te bezoeken. We vinden een mooie Byznatijnse kerk, de Agios Nikolaos Tis Stegis “Of the roof”. We hadden de weg naar Pedoulas gekozen om daar de kerk Archangellos te bekijken, niet gevonden, dus dan maar verder naar de Agios Nikolaos. Het is helemaal iets anders dan de traditionele Grieks-Orthodoxe kerken; het is dan ook een Byzantijnse kerk: het gebouw past perfect in de omgeving en het lijkt wel een gewoon gebouw, behalve als we de binnenkant bekijken. Geen foto’s binnen, maar we kunnen er wel in. Prachtige muur- en plafondschilderingen met erg veel ikonen en zoals typisch heel erg veel goud. Het gebouw zelf is opgericht met stenen uit de bergen en heeft een dubbel dak. Zowel Veerle als Timo zien er onmiddellijk het peperkoekenhuisje in uit Hans en Grietje. En dat in Cyprus. Bekijk de foto’s om ons gelijk of ongelijk te geven.

Vandaar gaat de weg helemaal terug voor een kleine tien kilometer naar Pedoulas. Daar nog even stoppen voor de Timios Stavros, maar eerst nog even wat KMI-info: het is stilletjes beginnen druppelen en de weg naar Pedoulas brengt ons door de wolken die hier over de bergen glijden. Soms is het zicht maar een tien meter en op andere momenten zou je zeggen dat het weer nog niks veranderd is. Fris wordt het hier wel, maar we hebben vooral schaduw en zitten boven de 1500 meter, dus dat is niet verwonderlijk. Op het hoogste punt was het wel nog 17°, dus daarvoor zouden we in België tekenen. Voor Cyprus echter is dat gewoon KOUD. Nadat we de kerk in Pedoulas bekeken hebben; een wit gebouw met rode bogen, rode daken en een prachtig interieur, zijn we weg. Timo heeft zijn short nog aan, dus die gaat er niet binnen, maar Veerle neemt een kijkje hoe prachtig de kerk is ingericht: pracht en praal zoals elke kerk, hoewel deze er toch wat uitspringt.

We volgen door het dorpje Pedoulas even richting Lefkosia (Nicossia), Timo maakt vrienden met de lokale bevolking. Een Cyprioot loopt voor hem de weg over, Timo claxoneert even en die gast springt wel een meter hoog van het schrikken. Zijn compagnon langs de kant van de weg bekomt niet meer van het lachen, echt niet te doen. Wij lachen er daarna nog een paar keer mee, echt een grappig gezicht. Dus dan maar verder langs de E908 en rijden net voorbij Gerakies richting Kykkos. Daar is een klooster dat ook de moeite waard moet zijn. De bergwegjes brengen ons zonder problemen naar daar en we kunnen het direct bezoeken. Het gebouw is recent gerestaureerd, maar het is vooral de binnenkant die de moeite waard is. Dit is een schitterende afsluiter van de dag. De ingang van het klooster is al quite impressive: langs elke kant van de inkompoort staan levensgrote mozaïeken van heiligen en apostelen en dergelijke. Dan komen we binnen in een grote binnenplaats en zo zijn er twee. Langs beide kanten van de plaats is een gang en die is heel erg mooi versierd. Ook hier levensgrote mozaïeken van taferelen uit de bijbel. We herkennen onder andere de brandende struik, de kruisiging van Christus en nog veel meer. Ook de boogplafonds zijn versierd, maar nu met schilderingen, die ook echt prachtig zijn.

We stappen de gangen door, nemen een trap naar boven en komen op nog een tweede binnenplaats terecht. Ook hier gaanderijen met prachtig versierde muren en plafonds. Je kan het bijna niet beschrijven. We denken dat we onze weg hier nog zouden kunnen verliezen, maar dat doen we gelukkig niet, zo vroom zijn we niet. De kerk zelf is ook ongelooflijk machtig: allemaal goud met luchters en kandelaars, heel erg veel ikonen en een grote ikonostase achter slot en grendel. Wow! Een klein detail valt Timo op in één van de mozaïeken: een kop van een arend met een slang in de bek. Voor zo’n klein stukje mozaïek hebben ze echt wel vijftien verschillende kleuren gebruikt, niet te schatten. We blijven hier toch een dik uur en keren dan stilaan terug richting Paphos. We volgen eerst de pijlen naar Panagia door de Cedar Valley: ook een mooi stukje natuur, maar hier rijden we gewoon door zonder te stoppen en we genieten enkel van de natuur en de rust en stilte: behalve dat de jeep voor ons met piepende remmen constant vertraagt in elke bocht. In Panagia hebben we de keuze ofwel naar rechts Paphos 33 kilometer of naar links 37. We nemen dan maar de langere weg naar Paphos, want de jeep slaat rechtsaf. Net een twintig kilometer eerder kwamen we een bord tegen Paphos vijftig kilometer en een tiental kilometer verder nog negenveertig. Straf, maar niet onverwacht.

De laatste trip naar Paphos zelf gaat heel erg vlotjes, want het is een goed brede weg met af en toe wel “stage deilingen” van twaalf of tien procent, maar Timo heeft het stuur goed in handen en op een half uurtje komen we aan in Kato Paphos. We vinden zonder enig probleem de weg naar Paphos Gardens. Daar de jeep parkeren, nog snel een plonsje in het zwembad om te bekomen en dan iets gaan eten. We wandelen terug naar Restaurant Pelikan en eten daar kalamaria psito, chtapodi psito en een red snapper. Volgens de ober was het gisteren grouper en vandaag red snapper, maar we twijfelen wel aan hem, want het smaakt hetzelfde en ook de tanden van de vissekop zien er hetzelfde uit. Wie weet wat we in ons gilet hebben geslagen. We drinken er een ‘kilo’ witte wijn bij en stappen dan terug naar het hotel. Nog even bekomen op ons balkon, want er was er een die wat te veel op had. Dan maar bedje in en lekker dromen. Het is ondertussen ook al elf uur gepasseerd, dus het is al even bedtijd. Al bij al was het een lange dag.

 

Donderdag 16 juni 2011: Thema van de dag: Aphrodite

De dag begint weer goed en vroeg. Om zeven uur is er nog geen wolkje aan de lucht, de wind is volledig weggevallen en de zon schijnt al heel erg goed. Ideaal om een dagje rond te racen op Cyprus. We vertrekken na het ontbijt rond negen uur en rijden direct richting Polis. Dat ligt aan de noordwestkust iets meer dan zestig kilometer van Paphos, niet echt een lange rit, maar we doen er toch bijna een uurtje over. We passeren veel bananen- en wijngaarden en rijden dan ter hoogte van Pegeia de bergen terug in. Timo heeft het makkelijk om goed door te rijden, want er zijn er twee voor hem die precies de weg kennen. Met een paar tussenstops om van het mooie uitzicht te genieten en om even te rusten doen we zoals gezegd er een uurtje over. We rijden niet naar Polis zelf, maar eerst naar de ‘Baths of Aphrodite’. Eigenlijk is daar geen botten te zien, hoewel het kleine poeltje water en de streepjes water die er naar beneden komen mooi zijn, maar ook niet meer dan dat. We vertoeven dus niet lang bij het bad van de godin van de liefde.

We zien een pijl staan ‘Adonis Natural Trail’. Adonis was de geliefde van Aphrodite. Artemis was verliefd op Adonis en heeft hem proberen te vermoorden. Dat is na een paar pogingen dan ook gelukt en Adonis is gestorven in de armen van Aphrodite: hoe romantisch kan het zijn. Hij is gestorven in de ‘Baths of Adonis’, nu nog steeds een trekpleister voor vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen. Naar het schijnt zou je er mooier en jonger uitzien na een bezoek daar en zelfs kinderen kunnen krijgen als je niet vruchtbaar zou zijn. Tja, voor die kinderen moeten we daar dus al niet zijn. We kiezen het pad van Adonis, maar hebben totaal geen idee hoe ver dit is of hoe lang het ons zal nemen om dit af te stappen. We hebben een grote fles water bij en dat moet dan maar voldoende zijn. We beginnen langs de kust en moeten direct serieus klimmen, maar dat zorgt wel voor enkele prachtige vergezichten op de kust en de kleine eilandjes er vlak voor.  We moeten regelmatig een stop inlassen en iets drinken want het is een serieuze klimpartij. Soms gaat het echt heel erg steil naar boven.

We komen na een kleine twintig minuten aan de top, dat denken we tenmiste, want er loopt een pad nog verder en nog steiler omhoog dan het eerste. De aarde ziet er rood en achter ons zien we de vlakte. We zitten nu op het schiereiland Akamas en het is hier echt prachtig. De kleine dennen en sparren zorgen voor wat schaduw en de wind kan hier ook goed waaien, dus beide samen brengen ze wat verkoeling. We komen op de hele route eigenlijk maar drie mensen tegen en dat is echt wel cool. Cool niet qua weer, want het is best heet. Veel drinken en af en toe rusten is de boodschap. Het rode padje leidt ons terug verder bergop naar de eigenlijke top van de wandeling, ongeveer 370 meter hoogte vanop zeeniveau, dus niet echt slecht. Eens de top bereikt gaat het alleen nog lichtjes naar boven of via een aangename weg naar beneden. De eerste twee beklimmingen waren eigenlijk geen paden, maar eerder rotsen die met rode en groene pijlen bezaaid waren om ons in de goede richting te wijzen.

Op iets meer dan een half uur komen we aan een bordje van twee en een halve kilometer en daar is de splitsing tussen het pad van Aphrodite en dat van Adonis. Wij blijven Adonis volgen. Beter, Veerle blijft haar Adonis volgen. Op dit punt staat een grote cyprus-eik en dat is een joekel van een boom. We zien nu ook dat de lage bomen de weg geruimd hebben voor hoge sparren en dennen. De geur hier in het naaldwoud is gewoon fantastisch, veel beter dan eender welke kamerverfrisser, want dit is puur natuur. We horen in de verte het klingelen van geitenbellen. We hadden al één grote bok gezien tijdens onze tweede beklimming, maar dit was meer dan één geitje: er liepen er wel vijftig rond. Van hier gaat het de hele tijd terug naar beneden en we zijn al iets meer dan vier kilometer ver. Dat staat aangeduid, want anders zouden we het niet weten. Daar rusten we ook even uit en Timo neemt een gidsje boven dat we bij de car rental gekregen hadden. Blijkt dat deze twee paden in dat brochureke staan: eigenlijk wel lachen: we hadden geen idee over de lengte van de paden, maar hebben zowaar een brochure mee. We weten dan nu ook dat het nog drie en een halve kilometer is en de weg gaat alleen nog naar beneden. Af en toe een klein bergopje, maar niet het vermelden waard, dus dat vermelden we dan ook niet. Hier rusten we even uit en net voorbij het bankje waar we iets dronken start een klein beekje. Tot nu toe zagen we nog niks water, maar hier stroomt het dan weer vlotjes. In een klein poeltje zitten er zelfs dikkopjes, da’s wel straf eigenlijk.

Vanaf nu gaat het stukken vlotter, goed bewandelbare wegen, hoewel er een stukje van één kilometer bij is dat echt steil naar beneden gaat, maar dat overwinnen we snel. Wanneer we het bordje van zes kilometer zien naderen we ook terug de zee, dus we weten dat het niet ver meer is: ah neen, anderhalve kilometer. We zien terug iets meer vogels en andere dieren (zwaluw, gekko, hagedis, ...) en komen beneden aan de weg die we ook bij het begin met de auto genomen hadden naar de parking. Nog een klein kwartiertje en dan zijn we er. De Suzuki Jimny staat er nog en we genieten op het terras van het restaurantje hier van twee cola de man (een beetje suikers opdoen) en een Cyprus salad, wat eigenlijk hetzelfde is als een Greek salad en een toast ham and cheese. Dit konden we gebruiken: de innerlijke mens kan er weer tegen. Uiteindelijk niet slecht gewandeld op twee uur en een half toch de 7,5 kilometer afgelegd. Onze BMI zal dik OK zijn wanneer we terug thuis komen.

Na het eten stoppen we even aan het mooie baaitje beneden aan het restaurant en koelen een beetje af in het zoute zeewater. Veerle doet eens zot en zwemt naar de rots iets verder, maar Timo heeft genoeg inspanning gedaan voorlopig, dus rust na een korte zwempartij uit in de zon. Niet meer dan een half uurtje blijven we hier nog en dan is het terug richting Paphos. Nu nemen we de andere weg en rijden door tot Polis om daar de B7 te nemen naar Paphos. Het is ongeveer vier uur wanneer we daar toekomen en beslissen dan om nog iets door te rijden om nog wat van Aphrodite te zien.

De eerste stop is Petra Tou Romiou, Aphrodite’s birthplace. Een schitterende lokatie vervuild met een troep Russen, die hier komen zwemmen en totaal de sfeer van deze mooie plaats verpesten. We beslissen dan maar om die mee te verpesten en ook een duikje te doen. Het water is stukken kouder dan bij de ‘Baths of Aphrodite’, maar het verkoelt een mens toch. De rotsformaties zijn echt wel prachtig ondanks de meute Russen en andere terror-isten. Een grote rots ligt op het keienstrand en vlak ervoor is een iets kleinere, en met het prachtig azurblauwe water is dit een schitterend zicht. We waren net droog van het zwemmen, maar nu dus niet meer. Ons laatste bezoek is de tempel van Aphrodite, maar wanneer we even de twee kilometer langs de hoofdweg ernaartoe nemen, blijkt dat dit al een half uurtje gesloten is: misschien voor morgen dan. We’ll see.

De auto terug in en nu in één enkele rit naar het hotel en daar nog een kort plonsje in het zwembad. Daar merken we dat we allebei veel kleur hebben opgedaan vandaag, we zijn bijna geen toeristen meer maar eerder al Cyprioten. Zeker hoe Timo in de namiddag met de auto gereden heeft: links van de baan en goed doorracen: echt op z’n Cypriotisch. We douchen ons, schrijven het verslagje van de dag, drinken er een lekker wit wijntje en gaan dan nog iets eten. De wijn is OK, hoewel die uit een bric-verpakking komt, maar dat smaak je niet. Een lekkere droge Cypriotische wijn kan er altijd in. We stappen naar het dichtstbijzijnde Stella-café, ja zelfs dat is er hier. Maar we hebben geen zin in een pintje, eerder een cocktail, dus we drinken elk een lekkere cocktail in de Evis Bar. De muziek is er niet slecht, een mengeling van vanalles en nog wat, maar best wel OK. Daarna beslissen we om toch niet te ver meer te stappen voor het avondeten en gaan naar Za Za Restaurant. Dat ligt eigenlijk vlak op de hoek bij het hotel en ziet er wel gezellig uit. We kiezen een lekker flesje witte wijn en eten een souvlaki en lamb kleftiko. Dat smaakt weer heel erg goed, niet te doen. We drinken nog een koffie en Timo neemt er een VSOP Keo bij. Die wordt lekker geserveerd in een hangend ijzer waaronder een kaarsje brandt. Het is hier een iets chiquer restaurant, maar de prijs valt al bij al nog goed mee.

 

Vrijdag 17 juni 2011: De zuidkust van Cyprus: van Paphos naar Lemessos

Ons brood is op, het beleg ook bijna, koffie is er nog wel: voor we op weg gaan naar Lemessos drinken we eerst een kopje koffie op ons balkon en rond een uur of acht zijn we al op weg naar Kouklia. Dat is het dorpje waar ook de ‘Sanctuary of Aphrodite’ is en waar we gisteren voor een gesloten deur stonden. Maar het is een echt authentiek Cypriotisch dorpje, klein en met weinig touristas. We parkeren de auto bij het heiligdom en stappen het dorpje in. Er is daar een klein pleintje waar vijf wegen bij elkaar samenkomen en daar op de hoeken zijn twee kafeneio. Bij de ene zitten enkel oude Grieken en bij het andere kunnen we iets te eten krijgen. Niet echt ontbijt, maar wel vanalles anders zoals een sandwich. Een Griekse taxi-chauffeur raadt ons dit aan en we hebben al wat honger dus dit zal het zijn. Bij het ontbijt een Nescafé en we eten een broodje getoast met spek en haloumi. Dit is een kaas typisch voor Cyprus gemaakt van geiten- of schapenmelk, en echt wel erg lekker. We zitten hier goed en voelen ons perfect thuis tussen de Cyprioten. Het is wel een drukte zoals ze steeds lawaai kunnen maken, maar dat maakt het nog beter: we kunnen nu de couleur local een beetje opsnuiven: leuk. De oudere mannen lopen af en aan, drinken hun koffietje met een beetje water en vertrekken dan weer. Anderen blijven gewoon zitten en maken na een uurtje al deel uit van het decor, ook weer tof.

Na het ontbijt bekijken we het kerkje van iets dichter en dit is best leuk. En dan bezoeken we het heiligdom van Aphrodite. De inkom is tamelijk duur (3,40 Euro) en er is eigenlijk niet veel te zien. We weten wel al dat er vanavond een concert is van de beroemde Griekse zanger Dalaras. Spijtig dat mama Linda hier niet bij is, want die zou zeker gaan kijken: op het heiligdom met een orkest, dat moet wel speciaal zijn. Het heiligdom zelf is eigenlijk niet veel waard: het stond dan ook niet in de gids van de Lonely Planet vermeld. Op zich wel opvallend, maar wanneer we er rondlopen merken we ook waarom het niet vermeld is. Geen botten te zien. In een apart gebouw staat een piepklein museum zonder veel noemenswaardige zaken: wel wat potscherven en wat glas en stukken uit veel verschillende periodes, maar daar hebben we het mee gehad. Dan stappen we naar het huis van Leda. Dat bevindt zich ook hier op het heiligdom, maar het enige dat er vanover blijft is een kleine mozaïek en deze is niet zo mooi als die in Paphos zelf. Van de tempel zelf van Aphrodite blijft niks over: je kan je zelfs niks inbeelden met de kleine restanten van zuilen die er nog staan. We blijven hier dan ook niet langer, maar vertrekken naar de volgende stek. Leuk plaatsje om te onbijten, maar de opgraving kan je links laten liggen.

De volgende stopplaats net voorbij de rock of Aphrodite is al iets meer de moeite: Sanctuary of Apollo Hylates. Hier zie je tenminste dat het allemaal groot is geweest en dat er een tempel heeft gestaan. Er staat van de tempel ook niet veel meer echt, maar de zuilen en een stuk muur zijn tot helemaal boven goed gerestaureerd. Een trap leidt naar de zuilen en die torenen hoog boven de grond en zien er schitterend uit. We zijn tegen dan ook al de baden gepasseerd en dat is ook wel leuk om die gezien te hebben. Kleine kamers met stenen die vroeger verwarmd werden om zo het water in de baden op te warmen: ze hadden zoveel jaar geleden toch ook een goed idee wat luxe was. Hier zijn niet veel mozaïeken over, maar alles wordt goed beschermd tegen de zon en tegen de hitte: overal hebben ze daken over geplaatst en ook voor onszelf is dit heel OK. De zon brandt al goed en we zoeken dan ook graag de schaduw op om wat af te koelen. We lopen hier toch een klein uurtje rond en zetten onze weg naar Lemessos verder via het stadion. Daar stoppen we maar een minuutje, want meer dan een grote vlakte omboord door stenen stelt dit niet voor. Het is en blijft gewoon een stadion hé.

De laatste archeologische site voor de dag is het kourion. Daar wordt overal veel over geschreven en dus moeten we daar ook even stoppen. Ah ja, we zijn hier nu toch. We mogen met de auto op de site tot aan het informatiecenter en vandaar vertrekt een verkenning van de hele site. Vlakbij het infocenter is het huis van Eustolios. Ook dit is weer goed beschermd tegen de zon door een groot dak en die man moet wel een erg gegoede burger geweest zijn, want het is prachtig versierd met mozaïeken en tamelijk groot, met een schitterend zicht op de baai van Episkopi. Vlak ernaast staat nog een theater dat goed gerestaureerd is en hoewel het maar een klein theatertje is, is het best wel mooi. Na het theater moeten we een korte wandeling maken naar de andere kant van de site. We rusten even om wat te bekomen van de hitte onder een afdakje en dan denken we de warmte weer te kunnen trotseren. De overblijfselen van een oude vroeg-christelijke basiliek is het eerste dat we tegenkomen op onze ontdekking. Enkele zuilen staan nog recht en op een paar plaatsen ligt zand over een groene doek. We denken dat dit ook weer mozaïeken zijn die nog beschermd moeten worden tegen de zon.

Dan stappen we ineens naar het verste: het huis van Achilles: een paar prachtige mozaïeken wederom, maar echt de moeite om eens te passeren en dan nog: we zijn hier dus pikken dit ook maar mee. Er is nog een derde huis en dat is het huis van de gladiator. Wederom hier mozaïeken die onder een afdak beschermd worden. De opvallendste afbeelding is natuurlijk die van een gladiator, waarvan komt de naam anders. De publieke baden zijn het volgende in de rij en hier zien we net als bij de bezoeken aan andere baden dat onder de grond ronde stenen op elkaar gestapeld zijn die de warmte moeten geleiden en meer dan dat is er ook niet aan. Iets dat toch wat speciaal is, is een hexagonaal bad: één met zes hoeken dus, maar je ziet duidelijk dat het meeste niet oud is, maar met recente beton hersteld. De agora is het laatste dat we zien hier op de site van Kourion met een paar mooi gerestaureerde zuilen die de hele agora overheersen. Echt wel de moeite om eens te bekijken.

Vanaf hier gaat de reis richting Lemessos, daar is het de bedoeling om ook nog de stad een beetje te bezichtigen en dan terug richting Paphos te gaan. We vinden de weg snel naar Lemessos en het is er een drukte van jewelste. In de kleine straten is het niet makkelijk je weg te vinden dus daar verliezen we even de controle over waar we zijn. We weten het niet goed meer dus rijden verder door de smalle straatjes van Lemessos. Het is hier heel erg druk – heb ik dat al vermeld – en het stinkt hier een beetje: verliefd kan je niet worden op de stad. Daarnaast zijn ze hier overal aan het werken en is er constant file. Hier blijven we waarschijnlijk niet echt lang. En dan ineens slaat het noodlot toe: een Cyprioot parkeert zich links van de baan en net wanneer Timo er passeert slaat hij zijn deur open zonder te kijken. Lap, zijkant van de deur en de wielkas beschadigd, shit man. Die mens is wel heel erg vriendelijk en belt direct de car rental op om alles te regelen en Timo heeft die ook aan de lijn om zeker te zijn dat er niks speciaals moet geregeld worden. Het enige dat ze bij de car rental moeten weten is nummerplaat en ze zullen het dan wel onderling arrangeren. We’ll see.

Dit is dan alleen maar een extra bevestiging dat Lemessos niet the place to be is, toch niet voor ons. Trouwens Lemessos is ook bekend onder de naam Limassol. Wij vertrekken hier dan maar en rijden het hele stuk terug richting Paphos. We proberen nog even te stoppen bij een klooster, maar dat is niet open in de namiddag. Geen bezoek dus vandaag. De rit terug naar Paphos gaat goed en we hebben nog meer dan een kwart benzinetank, dus die moet nog leeg. Overal zijn er hier wegenwerken en ook net buiten Lemessos zijn ze aan het werken. We volgen de pijlen naar Kolossi, want dat is het enige dat nu aangeduid staat. Daar staat nog een oud kasteel en daar gaan we ook nog eens binnen. Eerst in de schaduw een vers fruitsapje drinken en dat smaakt heel erg goed: vitamine C van lekkere appelsienen. Het kasteel zelf is niet veel speciaals, maar we hebben wel een goed zicht op de omgeving. Die is hier nog wel wat verstedelijkt, maar al bij al wel mooi. Tussen de huizen en de villa’s staan wijngaarden en die zorgen voor een mooie groene tint tussen de gebouwen. Dan doen we nog de rit naar Paphos en de tank moet nog volledig leeg.

We rijden dan maar even verder naar Pegeia en via enkele kleine dorpjes door de bergen naar Agios Georgios waar we de eerste keer doken en dan nog iets verder naar Lara Beach. Daar is een beschermde zone voor zeeschildpadden. We blijven hier even, maar hebben niet het geluk dat ze hun kopjes boven water steken. De dag is al lang en we hebben bijna 600 kilometer gedaan op de drie dagen, dus terug naar de rental car. De benzinetank raakt goed op: we hadden gehoopt die leeg te kunnen terugbrengen en dat lukt dan ook perfect. Snel iets fris drinken en dan terug naar het hotel om een plonsje te doen in het zwembad en volledig af te koelen. Het is echt zalig om al het stof van de archeologische sites van onze verhitte lichamen af te spoelen. Lekker genieten. Op het balkon daarna nog een wijntje en een retsina drinken en dan zakken we af naar een restaurant. We wandelen langs de kust naar ons favoriet restaurantje de Pelikaan en daar drinken we een kilo aspro krasi en eten keftedes en moussaka. Deze keer smaakt het net zoals de andere keren weer overheerlijk. Ze waren wel niet in hun normale doen, want we moesten een uur wachten op de rekening en we hebben het zelfs drie keer moeten vragen. We zijn moe van de lange rit van vandaag en stappen rustig terug naar het hotel, nog even chillen op het balkon en dan ons bedje in. Morgen duiken, joepie.

 

Zaterdag 18 juni 2011: Twee duiken met ABC Dive

We hebben hier al elke dag goed geslapen, dus ook de voorbije nacht was goed: het was even aanpassen aan de harde matrassen, maar dat was geen probleem. Het brood is op, de salami nog niet, maar we willen niet alleen salami eten als ontbijt. Veerle staat als eerste op om ergens een ontbijtje te gaan zoeken en bij de tweede poging lukt het haar. De mini-market vlakbij is nog niet open, maar iets verder de straat uit en om de hoek vindt ze toch iets om te ontbijten. We eten twee donuts: één met chocolade en één met suiker. Dat smaakt niet slecht met een kopje koffie en daarna een sigaretje. Ze bracht ook croissants mee voor de lunch tussen de duiken, dus die maken we ook klaar. Een beetje confituur ertussen en dat zal straks ook van pas komen. Snel nog een douche en Alex van ABC Dive komt ons tegen negen uur oppikken aan de receptie. We zijn er stipt op tijd en net wanneer wij er toekomen en ons neerzetten is hij er ook al.

Hij brengt ons naar het duikcentrum en daar is alles al voor ons geregeld: alles ligt al klaar in de aanhangwagen van het busje. Het busje zit goed vol met Glenn, de instructeur die vorige keer ook bij ons was, een Russische instructeur, wij twee, een ander koppel, vermoedelijk Russen en nog twee anderen die meekomen voor ik weet niet wat. We rijden door Paphos om nog een andere duiker op te pikken: Thorsten die de vorige keer ook mee was met ons. We moeten even op hem wachten want hij is niet direct klaar wanneer we aan zijn hotel toekomen. En dan begint er nog een korte rit van een kwartiertje naar een hotel. Is hier de duikplaats? Dat is speciaal: never seen this before. We krijgen de briefing van de Russische instructeur: heel kort: hier ga je erin, je maakt een cirkel en daar kom je er terug uit. Jawadde, wat gaat dit geven. Terwijl Glenn alle materiaal van iedereen bij elkaar zet geeft hij ook de briefing voor DSD (Discover Scuba Diving), want dat kwamen die andere twee doen. We wachten niet op de twee DSD’ers en zetten onze kits in elkaar en kunnen starten. Deze plaats is een kleine baai met vooraan een stukje beschut van de golven waar we te water gaan. Onderweg krijgen we nog een iets betere briefing van Glenn, maar veel heeft het niet om handen. We zien wel.

Eerste taak is al snorkelend over rotsen te geraken en dan de duik te starten. Even afwachten tot de golven iets minder zijn en dan in vliegende vaart over de rotsen, opletten wel dat je niet tegen de stenen schuurt. Veerle is ook mee, maar niet voor te duiken, alleen om ons al snorkelend te volgen. Hopelijk ziet ze nu iets meer dan de eerste duik. Het eerste stuk lukt al goed bij iedereen hoewel het soms toch een hachelijke onderneming is. We kunnen zonder problemen de duik starten. Veel leven is hier niet te vinden, want daarvoor gaan we niet diep genoeg. Leuk is wel een swim-through die Glenn voor ons weet te vinden. Als je er onderdoor zwemt zie je aan je linkerkant nog een kleiner gat waardoor het licht naar binnen komt. Een heel leuk zicht. Het aantal vissen is al iets groter dan de eerste duik en we zien wel wat damselfish, een paar lipvissen, maar hier tussen de rotsen is niet zoveel te beleven blijkbaar. En dan ineens ziet Timo toch een klein schorpioenvisje. Dat maakt de duik wel leuk. Glenn vestigt onze aandacht op een rotsstructuur die eruit ziet als een anker en al bij al is het wel een leuk duikje. Niet te diep, want we gaan niet dieper dan elf meter. Veerle volgt ons de hele tijd en is ook blij dat ze nu wat visjes te zien krijgt. Glenn en Timo kijken af en toe eens naar boven om te checken of alles wel OK is aan de oppervlakte en dat is het geval, dus alles dik OK.

Tegen een duiktijd van veertig minuten spot Glenn een grote slak, Timo denkt dat het een sea hare is, maar dat zal hij thuis even moeten checken. Iets later zien we terug het touw dat in het begin van de duik ook voor ons een houvast was om in het begin de weg te vinden, dus dan weten we dat het er bijna opzit. Het laatste stuk is weer iets moeilijker, want je ziet op sommige plaatsen niks meer: de bellen van de golven maken je zicht zo troebel dat je zonder het touw niet meer zou weten waar je naartoe moet. Het lukt goed, hoewel Timo even gewoon door een golf op een stuk rots geslagen wordt. Iedereen veilig aan de kant: Veerle nog volledig intact, Timo met een klein schrammetje en we kijken terug op een leuke duik, snorkel.

Nu moeten we even genieten van een klein uurtje oppervlakteinterval. Alex komt die andere duikers ophalen van de DSD en wij rijden verder naar de duikplaats Amphitheatre. Het is een stukje rijden van iets meer dan twintig minuten, maar dat is geen probleem, dan wordt het interval iets groter. Daar aangekomen zien we dat er wel een beetje golven staan, maar zeker niet zoveel als de eerste keer toen we hier dinsdag toekwamen. Er kan dus gedoken worden, joepie. Spijtig voor Veerle raadt Glenn af om hier nu met deze golven te snorkelen, maar ze zal zich wel bezig houden dat uurtje dat we hier zijn. We maken alles opnieuw klaar en zijn anderhalf uur nadat we het water ut zijn gekomen klaar om onze tweede duik van de dag te doen. Eenzelfde korte briefing en dan zijn we weg. We volgen even de rotsen en na vijf minuten komen we aan op de plaats waarnaar de duikplaats genoemd is: het amphitheater. De rotsen zijn hier zodanig uitgesleten dat het precies de rijen zitjes zijn zoals in een Romeins theater. Het is best wel indrukwekkend. Er zijn zelfs twee niveaus in theater, het eerste op een diepte van vijf meter en het tweede op een meter of acht ongeveer.

Hier krijgen we de tijd om de wanden even te ontdekken en te genieten van het mooie zicht van het theater. Echt wel leuk. Qua leven is het niet veel speciaals. Het enige dat Timo hier ziet zijn damselfish, een eenzame heremietkreeft en een gehoornde slijmvis. Timo kan er geen foto van nemen want de batterij van zijn camera is leeg. Slechte timing, want de slijmvis blijft goed zitten en het theater is echt wel de moeite. Maar ja shit happens: nog steeds niet geleerd uit de vorige keren of wa? We verlaten na een half uur het theater en duiken dan een beetje rond en rond. Eigenlijk is Glenn op zoek naar iets dat op een nest eieren moet lijken, maar hij blijkt het niet te vinden. Dan keren we maar terug naar het theater en bekijken dat nog eens goed. Op zesenvijftig minuten komen we uit het water en de duik zit er dan op. Timo heeft goed zijn best gedaan qua luchtverbruik: zo lang duiken met een tien liter fles die maar tot honderd negentig gevuld is. Goed bezig. Dan zitten de twee duiken erop en keren we terug naar Paphos.

Veerle en Timo wandelen naar het hotel en stoppen onderweg voor een snelle hap: een cheeseburger: hm dat smaakt alweer. We hebben de afkoeling van het zwembad niet perse nodig vandaag door het snorkelen en de duiken, maar we genieten van het frisse water en de zon die nog vlotjes heel veel warmte geeft. Dat gaan we erg missen overmorgen en niet alleen dat. De chloor nog even van onze goddelijk gebruinde lichamen spoelen, een kleine siësta doen en daarna gaan we nog een laatste keer eten naar de Pelikaan. We eten vandaag lamb chops en barbouni (red mullet) met een half litertje wijn en daarna nog een koffie, een nescafe en een Greek coffee met Metaxa. Dat was lang geleden. Als afscheid krijgen we een fles rode wijn van het huis mee, toffe geste van die gasten.

Glenn had ons deze middag uitgenodigd om nog iets te komen drinken in een bar waar hij regelmatig komt. Een Brit die ons uitnodigt naar een bar, dat zal wat worden. En ja hoor wanneer we er toekomen is er een karaoke aan de gang en ook de naam zelf van de bar spreekt al boekdelen: Charlie’s Bar. Als dat niet fout is. We proberen aan een drankje te geraken, maar zelfs na een half uur lukt dat nog niet. Ondertussen is Glenn met zijn buurman hier op Cyprus ook in de bar toegekomen en hij regelt het iets vlugger dan wij dat konden. Iets later komen ook Thorsten en zijn vrouw toe en we drinken iets en babbelen over koetjes en kalfjes en veel over duiken, het is best een aangename avond op zo’n foute lokatie. Rond een uur of één ’s nachts vertrekt Thorsten en zijn vrouw, maar wij blijven nog wat zitten en drinken nog iets. Dan komen er nog drie Finse dames toe en dan komt de rokkenjager in Glenn boven, maar hij heeft pech want er is maar één hetero bij en die heeft een vriend. De andere zijn al drie jaar getrouwd. We babbelen nog wat verder en het is al snel drie uur. Dan wordt het tijd voor ons om naar het hotel terug te keren: al laat genoeg en al genoeg gedronken ook. We nemen afscheid en beloven nog wel een mail te sturen. De wandeling duurt nog een half uur zodat we thuis zijn tegen half vier en vallen direct in slaap. Deze nachtrust zal ons goed doen.

Zo één fout avondje op een hele week kan allicht geen kwaad en al bij al hebben we ons toch nog best geamuseerd.

 

Zondag 19 juni 2011: Rustig niks doen en naar huis

Vandaag wordt het onze laatste dag op Cyprus en dat is niet altijd even leuk, maar we maken er toch maar het beste van en we kunnen al zeker terugkijken op een leuk weekje vakantie hier. We worden pas om acht uur wakker, wat dan eigenlijk nog niet eens zo laat is, want we waren echt wel laat thuis gisteren. We hebben het allebei een beetje lastig om wakker te worden, maar Timo nog het meeste. Hij geraakt maar niet uit zijn bed, komt wel even op het balkon zitten, maar kruipt dan terug zijn bed in zonder echt te slapen weliswaar, maar geniet toch van de rust. Veerle zit de hele tijd buiten met kleine oogjes, maar zij wil zich niet gewonnen geven. Uiteindelijk na veel gedoe komt Timo dan ook uit zijn nest en we gaan direct op pad voor een ontbijt. Het is nu al iets over tien en onze magen geven ons subtiele tekens dat we hen iets moeten geven, en nu geen alcohol zoals gisterenavond. Wij dus naar To Bania aan de haven en we eten daar een English breakfast en een omelet met bacon en mushrooms. Lekker met een versgeperst fruitsapje. We nemen het ervan vandaag en genieten van onze laatste dag hier.

We moeten nog even een klein beetje shoppen voor Patrik en Linda omdat die ons weggebracht hebben en komen halen, dus kopen een paar flesjes olie en een fles ouzo Plomari en twee halve litertjes retsina. We zien dan wel wat we zelf houden en wat we weggeven. Het winkelen duurt niet echt lang en de wandeling terug naar het hotel is ook op een klein half uurtje gedaan. Het wordt een dagje luieren voor de rest, want we beslissen direct om aan het zwembad te gaan liggen. We leggen ons in de schaduw en proberen wat te rusten, maar een Griekse familie beslist daar anders over. Ze zijn hier met een hele hoop, wel bijna tien personen en die maken lawaai tegen honderd in het uur. En Grieken die kunnen er wat van als het op lawaai maken aankomt. Ze tetteren constant en  het lijkt de hele tijd dat ze ambras aan het maken zijn. Wij verzetten ons dan naar een rustigere plaats aan het kinderzwembad, een geluk dat het hier rustig is en enkel een mama met haar peuter in het water aan het plonsen zijn.

Hier is het een goed plaatsje om nog wat zon te krijgen, maar eerst even afkoelen en relaxen in het water van het zwembad. Heel leuk om dan in de zon op te drogen. Yes. Na het zwemmen bevalt het ons hier zo dat we zelfs allebei een klein uurtje in slaap vallen. Tja, dat konden we eigenlijk ook al wel gebruiken ondertussen. De tijd gaat traag en Veerle maakt zich de bedenking dat de tijd even traag zou moeten gaan als we ons goed amuseerden. We zijn geen van beide fanaten van aan een zwembad te blijven liggen, dus na drie uur niks doen, hebben we toch wat nood aan een beetje actie. Hoewel, echt veel actie kun je het niet noemen. We gaan iets eten in een kleine snack bar en slagen er de laatste dag in een pita te eten. Veerle verkiest de pita kotopoulo en Timo kiest gewoon voor de pita gyro. Het smaakt zoals steeds en we drinken er goed bij. We vertrekken terug naar de kamer, want het is al bijna vijf uur en we hebben toch nog een beetje tijd nodig om onze bagage in te pakken. Veerle had deze ochtend vroeg om acht uur al aan de receptie gevraagd voor een hele late checkout. Sunjets komt ons pas halen om 18:55, dus dat is een beetje lang om zonder kamer rond te hangen en de bagage aan de receptie achter te laten. We hebben dus dertig Euro betaald en kunnen nog van de luxe van ons appartement genieten, rustig een douche nemen, heel erg rustig de bagage inpakken en nog rustiger genieten van de laatste retsina en witte wijn, die nog in de ijskast staat.

We zijn om half zeven zijn we klaar en gaan al naar de ingang van het hotel zodat de bus van Sunjets ons daar kan komen oppikken. Er staat niet veel volk te wachten en de bus zelf is goed op tijd. We stappen dan maar in en vertrekken direct naar de luchthaven. Ons hotel was het laatste in de rij en daarom moeten we nog maar een twintig minuten op de bus zitten naar Paphos International Airport. En dan komt de normale shit: inchecken, door een paspoortcontrol, door een handbagagecheck en dan nog eens paspoortcontrole. Ze willen precies zeker zijn dat alles goed gecontroleerd is. Om half negen starten ze al met boarden, maar wij blijven nog even het verslagje van de dag schrijven. Wanneer dat gedaan is stappen we ook op het vliegtuig in de hoop dat het allemaal voorspoedig verloopt. We kunnen een dik half uur vroeger vertrekken omdat alles en iedereen sneller klaar is. Dat is goed nieuws, want door tegenwind zullen we er iets langer over vliegen. De vlucht duurt nu vier uur en twintig minuten, maar we komen toch nog een twinitg minuten vroeger aan dan gepland. Linda en Patrik komen ons oppikken en tegen half twee 's nachts zijn we terug thuis. Cartouche is blij ons terug te zien en wij blij dat we thuis zijn. Zo een reisdag is toch steeds vermoeiend. Het is slechts een graad of dertien nu in België en eigenlijk hebben we er niet veel last van. Morgen nog een laatste dag vakantie om alles wat op orde te zetten thuis en dan dinsdag terug gaan werken.