2010

Duiken

     

Fotoalbum Oosterschelde

Nederland: Oosterschelde Oesterdam

 

 

Nachtdduik op Oesterdam op donderdag 08 juli 2010

Samenkomst op Oesterdam tegen ongeveer negen uur. Eef en Timo zijn er eerst en een kwartiertje later is Jurgen er ook. Oesterdam is een makkelijke plaats om te duiken, dus ook geschikt om eens een nachtduikje te doen. We zijn eens benieuwd wat we allemaal te zien krijgen vandaag, als we überhaupt al iets te zien krijgen. We maken ons klaar en gaan via de trap te water. De kentering is net voorbij laag water, maar zoals je wel goed weet is dat hier op Bergse Diepsluis niet belangrijk. Timo trekt het bandje van zijn masker kapot: dat was precies al een beetje verduurd. Het is wel goed onderhouden, maar die dingen verslijten wel natuurlijk. Dankzij de handige vingers van Eef kunnen we toch duiken, want dat is nu net het enige dat Timo niet als reserve bijheeft. Les voor volgende duiken. Hij heeft thuis nog enkele maskers, dus het is makkelijk om er één of twee reserve-bandjes mee te nemen. Zeker aan denken. We kunnen dus starten met een half riempje aan de bril, maar dat is voldoende. Timo neemt de duikleiding, Eef duikt links en Jurgen rechts. Navigatie is 240° uit richting platform. We bereiken de zandvlakte en de dikke paal die hier staat en we weten dan: we zitten goed. Alles gaat vlotjes, het zicht is niet slecht, dus we zien al snel het platform. Het helpt natuurlijk ook dat er nog twee duikers hangen en dat we de lampen al van een meter of 6 zien.

We volgen het platform langs de rechterkant, komen dan toch nog die andere twee duikers tegen, die in wijzerszin doken, maar dat hadden we niet door. Geen botsingen, dus alles gaat vlotjes. We genieten van de begroeiing van het platform en duiken helemaal rond. De meute steenbolken is er niet, maar er is wel één heel erg grote en een zeedonderpad hangt met de kop naar beneden van het platform. Die ziet er al slaperig uit, maar blijft gewoon hangen zelfs wanneer wij er relatief kort langs passeren. Dan duiken we nog eens over het platte stuk van het plaform. Een botervisje en enkele krabbetjes en kreeftjes verstoppen zich voor ons wanneer we erover duiken. Het is al bijna twintig minuten wanneer we het platform achter ons laten en de richting van de wand terug opzoeken. We duiken niet te diep, maximum diepte was zelfs maar tien meter en we blijven de hele tijd zo rond zeven à acht meter. Soms wilden we iets dieper, maar dan spotte Eef weer iets en besliste de duikleiding dezelfde diepte te behouden.

Een zeepaling schiet weg tussen de rotsen, een hooiwagenkrab komt stilletjes richting Eef gekropen en Jurgen kijkt naar alle beestjes die we hem aanwijzen. We zien veel zeedonderpadden, ook kleine, onvolwassen beestjes. Die vind je heel erg moeilijk omdat die een perfecte schutkleur hebben. Die zitten op een rode achtergrond en zijn ook een beetje rood. Heel erg leuk, die kleine visjes. We zien er ook een paar heel erg grote: één ervan laat zich perfect door Timo fotograferen. Op de weg heen zien we wel een stuk of drie vier harders passeren, maar tamelijk ver, dus we kunnen die niet echt heel erg goed zien. Met de lamp er vol op lukt het nog wel een beetje, maar duidelijk is het niet echt. We zien heel erg veel, dan begint Jurgen ineens wat rond te zwemmen. Blijkbaar hing Timo te lang stil bij weeral iets kleins, niet te geloven toch. Jurgen doet een rondje en verwisselt met Eef van plaats. Tja, maakt niet zo veel uit, zolang Timo maar langs elke kant een buddy heeft.

Tegen ongeveer 40 minuten wordt het stilaan tijd dat we eens terugkeren. We hebben heel erg traag gedoken, dus we zullen wel snel terug zijn aan de trap. We zien nog enkele harders, de mooie begroeiing, enkele zeedonderpadden en dan ziet Timo ineens weer iets speciaals. Voor de verandering is het een klein beestje, maximaal 2 centimeter en eigenlijk niet echt zo opvallend: een spookkreeftje (Caprella Mutica). Het lijkt een soort ruggewervel met twee pootjes achteraan en twee vooraan. Het is best wel een komisch zicht. Jurgen kijkt zich blind en ziet het niet, maar Eef kan het zich later bij een Duveltje wel herinneren dat ze het gezien heeft. Of ligt dat aan de Duvel? We zijn ondertussen al een hele tijd op zo'n meter of 5 aan het duiken en we gaan nog wat ondieper. Het is een beetje moeilijker om je buoyancy onder controle te houden, maar we slagen er alledrie tamelijk goed in. We komen boven zo'n 10 meter van de trap en kunnen terug naar de auto.

We zorgen dat alles snel in de bakken zit en drinken een pintje voor we naar huis rijden. Eerst nog een stop in Antwerpen voor een Duveltje, logboeken in te vullen en nog wat na te praten over onze nachtduik. Dit was nog maar onze vierde nachtduik en eigenlijk de beste van allemaal. Die in Egypte was dik tegengevallen (zie verslag Safaga) en die in De Nekker waren nooit zo indrukwekkend als deze. We zagen echt heel erg veel en het was relaxt, dus we hebben ons alledrie weer goed geamuseerd.